Paragrafen

1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In deze paragraaf wordt beschreven hoe wij omgaan met risico's en hoe groot deze moet zijn om deze op te kunnen vangen. Weerstandsvermogen geeft aan of het vermogen van de gemeente Papendrecht toereikend is om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat het beleid moet worden aangepast.
Het weerstandsvermogen bestaat uit een incidenteel en een structureel deel. Het incidentele deel is het vermogen om onverwachte incidentele tegenvallers op te vangen, het structurele deel om onverwachte tegenvallers structureel op te vangen.

Het weerstandsvermogen wordt berekend door gecalculeerde risico's in mindering te brengen op de vrij besteedbare middelen en/of reserves en het begrotingsresultaat van het lopende jaar. Het weerstandsvermogen op termijn wordt berekend door gecalculeerde risico's in mindering te brengen op de vrij besteedbare middelen en/of reserves en het begrotingsresultaat op termijn. Het weerstandsvermogen geeft het volgende beeld:

Structureel weerstandsvermogen
Het structureel weerstandsvermogen is bestemd voor tegenvallers als gevolg van autonome ontwikkelingen en calamiteiten waarvoor geen budget aanwezig is. Het is toegestaan om gedurende een aantal jaren een bestemmingsreserve in te zetten. Structurele tegenvallers dienen uiteindelijk structureel uit het begrotingsresultaat te worden gefinancierd. Het structureel weerstandsvermogen van de gemeente Papendrecht is:

Toelichting:

1. Budget onvoorziene uitgaven
Voor onvoorziene uitgaven is jaarlijks € 100.000 beschikbaar.

2. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit (het gat tussen de 1,5% en de macronorm) is structureel € 150.000. Op termijn is sprake van een onbenutte belastingcapaciteit van € 2.000.000. Overige belastingen zijn 100% kostendekkend.

3. Rente-effect aanwending van alle reserves
De gemeente Papendrecht heeft ultimo 2023 voor naar verwachting € 36 miljoen aan reserves. Het aanwenden van reserves heeft een ongunstig effect op het renteresultaat. Bij aanwending neemt de financieringsbehoefte toe en stijgen de rentelasten, dit kan leiden tot een nadeel van € 0,2 miljoen.

Incidenteel weerstandsvermogen
De stand van de reserves per 1-1-2020 is € 39,7 miljoen. Hiervan is € 33,6 miljoen vrij besteedbaar. Dit betreft de algemene reserve en specifieke risico reserves. Het risico wordt gecalculeerd op € 18,4 miljoen. Het incidenteel weerstandsvermogen komt uit op € 15,2 miljoen (voor de berekening zie tabel).

Toelichting van de risico's

Risico frictie personeel
Dit betreft het risico op deze frictiekosten bij (re)organisaties als gevolg van lokale en regionale ontwikkelingen. De gemeente is aangaande ww-verplichtingen eigen risicodrager. Daarnaast brengt de begeleiding van medewerkers van werk naar werk ook kosten met zich mee.

Risico grondexploitaties
De risico’s van de grondexploitaties zijn bij de jaarstukken 2018 geactualiseerd. Voor de beheersing van het risico op de grondexploitaties wordt een reserve aangehouden ter grootte van het financiële risico.

Risico kapitaalverstrekkingen
De gemeente loopt bij de deelneming en verstrekte lening aan de Fabriek Slobbengors CV en bij de verstrekte lening aan Rivas een financieringsrisico. Het risico is bepaald aan de hand van de jaarlijkse rentebaten

Risico's verbonden partijen
Dit betreft het risico dat de gemeente loopt op de diverse verbonden partijen. Verbonden partijen hebben zelf beperkt weerstandvermogen, omdat de gemeenten als achtervang dienen.
Gemeenten zullen voor het overige deel in het lokale weerstandsvermogen middelen moeten reserveren. Voor bepaling van het gemeentelijke risico is uitgegaan van de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing uit de Jaarstukken 2018 en/of de begroting 2020 van deze verbonden partijen. Daarnaast is rekening gehouden met het risico, dat verbonden partijen opgenomen taakstellingen niet halen of in tegenstelling tot voorgaande jaren geen sprake is van onderuitputting van budgetten. Deze risico's zijn vermeld in onderstaand overzicht.

Risico's afgegeven gemeentegaranties
De gemeente staat voor in totaal € 56,8 miljoen garant. Hiervan heeft € 47 miljoen betrekking op de achtervangpositie in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (indirecte borgstelling). Gezien de zekerheidsstructuur van dat fonds is hieraan een relatief laag risico verbonden. De directe borgstellingen (exclusief de borgstelling voor de gemeenschappelijke regelingen) is € 9,8 miljoen. Ook hier zijn voldoende zekerheden gesteld, waardoor het risico beperkt is.

Risico's overig
Dit betreft onder andere negatieve bijstelling van het gemeentefonds, schadeclaims, hogere inflatie en wijziging in (fiscale)wetgeving.

Beoordeling weerstandscapaciteit
Voor de beoordeling van de weerstandscapaciteit gaat het om een beoordeling van de relatie tussen het beschikbare weerstandsvermogen en het, aan de risico's gerelateerde, benodigde weerstandsvermogen. Voor de hoogte en samenstelling van het weerstandsvermogen zijn geen landelijke normen en richtlijnen vastgesteld. Een gangbare norm is het hanteren van een beoogde weerstandsratio (= weerstandsvermogen gedeeld door risico’s) van tussen de 1 en 1,5. Met een weerstandsratio van 2 of hoger is het weerstandsvermogen goed tot uitstekend te noemen. De norm voor het weerstandsvermogen is door de raad vastgesteld op 1. De gemeentelijke weerstandsratio is momenteel 1,8. De stand van de vrij besteedbare reserves is hiermee ruim voldoende om de risico's op te vangen. In onderstaande tabel is de berekening opgenomen.

Financiële kengetallen
De kengetallen geven zicht op de financiële positie van de gemeente en bieden de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken. Daarmee dragen deze kengetallen bij aan de controlerende en kaderstellende taak van de gemeenteraad.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

De kengetallen geven zicht op de financiële positie van de gemeente en bieden de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken. Daarmee dragen deze kengetallen bij aan de controlerende en kaderstellende taak van de gemeenteraad.




Netto schuldquote
Met de netto schuldquote worden de totale schulden afgezet tegen het totaal aan baten van de gemeente. In de VNG-uitgave "Houdbare Gemeentefinanciën" is aangegeven dat wanneer de schuld lager is dan de gemeentelijke jaaromzet (<100%) dit als voldoende kan worden beschouwd. Tussen de 100% en 130% is matig, meer dan 130% is onvoldoende.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De verstrekte leningen betreffen o.a. de leningen aan Rivas en Fokker. Hiervoor wordt een rentevergoeding ontvangen.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio laat zien welk deel van het bezit van de gemeente wordt bekostigd met eigen vermogen. In de VNG-uitgave "Houdbare Gemeentefinanciën" is aangegeven dat gemiddeld de solvabiliteitsratio zich begeeft tussen de 30% en 70%. Bij een solvabiliteitsratio tussen 20% en 30% is het matig en bij een percentage van <20% heeft een gemeente zijn bezit te zwaar belast met schuld.

Kengetal grondexploitatie
Met het aandeel grondexploitaties wordt aangeven hoe de boekwaarde van de in exploitatie genomen gronden zich verhoudt tot de totale baten van de gemeente. De norm is maximaal 25%, meer dan 35% is onvoldoende.

Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal structurele begrotingsruimte geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte is binnen de vastgestelde begroting of rekening en geeft daarmee aan of de gemeente in staat is structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. De artikel 12 norm is 0,5%, de structurele ruimte is matig als deze tussen de 0,0% en 0,5% ligt.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit laat zien hoe de woonlasten zich verhouden ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. Meer dan 110% is matig, meer dan 130% onvoldoende.

2. Onderhoud kapitaalgoederen 2020

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf is aangegeven hoe omgegaan wordt met gemeentelijke kapitaalgoederen in 2020. De gemeente heeft op haar grondgebied kapitaalgoederen in de vorm van wegen, civiele constructies, riolering, openbare verlichting, water, groen, speelruimten en vastgoed. Deze kapitaalgoederen zijn van belang voor een goed en professioneel beheer onze gemeente op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, verkeer en vervoer en recreatie. De gemeente Papendrecht wil haar kapitaalgoederen goed onderhouden en in een goede staat houden. Deze paragraaf geeft inzicht in de wijze van onderhoud & vervanging en de benodigde investeringen.

De ambitie is om de kwaliteit en de leefbaarheid in Papendrecht verder te versterken, passend in een gezond financieel kader. We gaan zuinig om met onze kapitaalgoederen. Vooral in samenspraak met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties gaan we Papendrecht de komende periode nog mooier, prettiger, veiliger en leefbaarder maken.

Het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen is vastgelegd in het Uitvoeringsplan IBOR, de individuele beleids-/beheerplannen en/of meerjaren onderhoudsplannen, waarbij aandacht is voor de komende energietransitie, uitrol van klimaatadaptatie en duurzaamheid. Bij riolering is dit vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan. Bij wegen is dit het Civiel Technisch Beheerplan en bij groen het Groenbeleids- en beheerplan vastgelegd. Papendrecht is een groene gemeente. In de komende periode wordt binnen de planvorming hierin een grote impuls gegeven door meer groen, gevarieerder groen en een grotere ecologische invulling. De financiële paragraaf uit het beheerplan Parkeergarages wordt afgestemd met de kaders van de BBV. Daarnaast wordt het beheer en onderhoudsplan vijvers & watergangen in 2020 geactualiseerd.


Kerncijfers (in beheer) van Papendrecht

Verharding 1.820.000 m2 77% elementen, 21% asfalt en 2% overige verharding
Groen 1.778.000 m2 Incl. sportvelden, begraafplaats
Water 442.000 m2 Excl. onderhoud derden

Het beheerareaal omvat verder:

Riolering (vrijverval riolering) 157 km
Gemalen 84 stuks
Bomen (excl. Waterschap en derden) 14.300 stuks
Beschoeiing en oevers 80 km
Lichtmasten 6.385 stuks
Speeltoestellen (incl. scholen) 714 stuks
Bruggen 202 stuks
Waterbushaltes 3 stuks
Damwanden en walmuren 1.891 m1
Geluidsschermen 4.100 m1
Gebouwen 35 stuks
Verkeersregelinstallaties 5 stuks


Beheervisie
De openbare ruimte wordt door middel van integraal beheer en onderhoud in stand gehouden. Belangrijk is de onderlinge samenhang voor een goed financieel beheer en effectief gebruik van de maatregelen waarbij klein onderhoud, groot onderhoud en vervanging intergraal worden uitgevoerd. Dit proces is, aan de hand van de levenscyclus van de weg, onderstaand in beeld gebracht.



Beheer wordt kort gedefinieerd als alle maatregelen waarmee de openbare ruimte in stand wordt gehouden. Naast het uitvoeren van fysieke onderhoudsmaatregelen, betekent dit ook sturing geven aan beleidsontwikkeling, het optimaliseren van de bedrijfsvoering, etc. Bij het fysieke onderhoud onderscheiden we verzorging (van de openbare ruimte) en het technisch onderhoud van de objecten. Voorbeelden van deze verzorging zijn bijvoorbeeld de bestrijding van onkruid, het verwijderen van zwerfvuil en graffiti. Het technisch onderhoud omvat het onderhouden van de objecten door middel onderhoudsmaatregelen, bijvoorbeeld het herstraten van wegen, vervangen van brugdekdelen, etc. Belangrijk hierbij is dat zowel het klein onderhoud als het planmatig groot onderhoud en tijdige vervanging bijdragen aan een voldoende technische staat.

Beleidskaders

Terug naar navigatie - Beleidskaders

Algemeen
Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
Het Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 gaat over het beheer en de kwaliteit van de openbare ruimte en de hierbij horende inzet van financiële middelen. Het uitvoeringsplan biedt het kader voor integraal beheer en samenwerking en leidt tot samenhangende planvorming, logische en efficiënte uitvoering en een financieel beheersbaar geheel. Bij grootschalige aanpassingen in de openbare ruimte worden bewoners uitgenodigd om over de verbeteren en veranderingen in de omgeving mee te denken en te participeren.

Riolering
Beleidskader
-      Gemeentelijk Rioleringsplan Papendrecht (GRP) 2019-2023.
-      Stedelijk Waterplan 2007-2016 (met doorloop naar 2024).
-      Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
-      Gemeentelijke begroting 2020.
-      Klimaatstrategie nota

De Wet milieubeheer (binnenkort onderdeel Omgevingswet) bepaalt dat gemeenten verplicht zijn een geldig verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) te hebben. Een verbreed vGRP wil zeggen dat de gemeente een zorgplicht voor afvalwater, hemelwater en grondwater heeft. Naast deze zorgplichten zijn de kosten van de activiteiten en de gevolgen voor de rioolheffing op korte en lange termijn in beeld gebracht. In 2019 is een nieuw vGRP aan de Gemeenteraad ter besluitvorming aangeboden.

In het vGRP zijn nieuwe maatschappelijke opgaves, zoals klimaatadaptatie en (technische) tendensen toegevoegd. Een aantal thema's zijn specifiek anders dan in het voorgaande vGRP. Het gaat hierbij om een rechtvaardiger kostenverdeling tussen riolering en wegen/groen bij integrale vervanging, de vertraging van het vervangingstempo van de riolering en de inzet op klimaatadaptieve maatregelen bij reconstructies en stimuleringsmaatregelen voor derden.

Gemeente Papendrecht heeft gezamenlijk met Waterschap Rivierenland een Stedelijk Waterplan (SWP) vastgesteld. In 2017 is het Stedelijk Waterplan verder uitgewerkt en aangevuld met het streefbeelden waterplan. Het doel is het bevorderen van de flora & fauna in en rond de watergangen in de gemeente en het verbeteren van waterkwaliteit. Het huidig Waterplan blijft zijn geldigheid behouden, waarbij de doorlooptijd bij besluitvorming wordt meegenomen.

De riolering is leidend in vervangingsprojecten, waarbij bij de vakdisciplines wegen en groen nadrukkelijk wordt gestuurd naar dit integrale vervangingsmoment. In de wijk Kraaihoek vindt specifieke afstemming plaats met Woonkracht 10 vanwege de komende renovatie van de woningen, inclusief de aanleg van een warmtenet. In de meerjarenplanning van het vGRP wordt hierop aangestuurd, waarbij het integrale vervangingsproject Weteringsingel/Boomgaardstraat als eerste project is opgenomen in de programmering.

De klimaatverandering heeft naar verwachting grote gevolgen voor het leefmilieu op de korte en langere termijn. Een belangrijk gevolg waarmee gemeenten op korte termijn te maken kunnen krijgen is het optreden lange droge periodes en van extreme neerslag, waarbij in relatief korte tijd veel neerslag valt. Veel rioolstelsels, afwateringssystemen en het oppervlaktewatersysteem zijn niet berekend op deze extremen waardoor er wateroverlast kan ontstaan. Vanwege de klimaatveranderingen en bijbehorende wateroverlast wordt bij integrale vervangingsprojecten klimaatadaptieve maatregelen uitgewerkt en toegepast. Een structurele aanpak voor het omgaan met klimaatverandering is opgenomen in de strategienota die in 2018 door het college is vastgesteld. In deze strategie is het omgaan met klimaatverandering breder geïmplementeerd in de organisatie.

Klimaatadaptatie vergt op een andere blik kijken naar de inrichting van de openbare ruimte. Gazon kan hierbij worden ingezet voor tijdelijk bergen van water of het vertraagd afvoeren van hemelwater. Bij renovatie plannen van woningbouwcorporaties of nieuwbouw wordt 20 mm water vastgehouden en vertraagd afgevoerd. Vanuit het thema hitte worden er lichtere kleuren bestrating toegepast en meer groen (beplanting/bomen) aangebracht.

Om op particulier terrein water te bergen speelt Operatie Steenbreek een belangrijke rol om bewoners en bedrijven te bewegen om hun tuin klimaatbestendig in te richten. Droogte, en daarmee samenhangend de verdeling van het water, vormt hierin een belangrijk onderdeel in zowel de plaatselijke als de regionale samenwerking. Het oppervlaktewaterpeil en grondwaterpeil wordt gemonitord. Beide zijn belangrijk vanwege de volksgezondheid en waterkwaliteit (botulisme/blauwalg) en de houten paalfunderingen van woningen.

Samenwerking in de waterketen
Landelijk hebben diverse partijen besloten de onderlinge samenwerking in de waterketen te versterken met als doel "het stimuleren van een meer doelmatige, transparante waterketen". Het waterschap Rivierenland heeft, samen met negen gemeenten in de polder Alblasserwaard- Vijfheerenlanden waaronder de drie Drechtsteden gemeenten Hardinxveld-Giessendam, Papendrecht en Sliedrecht, de samenwerkingsovereenkomst “Samenwerken in de waterketen” ondertekend. Gemeenten onderzoeken waar kostenbesparing binnen de riolering mogelijk is. Vooral op het gebied van “samenwerking zoeken” op beleid- / beheersmatige aspecten zijn voordelen te halen.

Wegen
Beleidskader
-      Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021.
-      Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
-      Gemeentelijke begroting 2020.

In 2017 is het Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021 vastgesteld. Het Civiel Technisch Beheerplan volgt uit de kaders vanuit het Uitvoeringsplan IBOR en omvat naast de wegen, ook de onderdelen civiele kunstwerken, openbare verlichting, baggeren havens, de VRI's en het straatmeubilair. Hierdoor wordt integraliteit bereikt tussen de verschillende onderdelen (zoals de aansturing in de uitvoering). Het beheerplan maakt inzichtelijk hoe, waar, wanneer en tegen welke kosten de verschillende civiel technische beheeronderdelen in Papendrecht worden beheerd en onderhouden om de kwaliteit en functie in stand te houden. Daarnaast is het uitgangspunt om de leefomgeving voor de inwoners van Papendrecht aantrekkelijk te houden of te verbeteren. Voor de vervanging aan de wegen vindt hierin intensieve afstemming plaats met het Gemeentelijk Rioleringsplan en het Groenbeheerplan 2017-2021.

De begroting voorziet in de toename van grootschalig onderhoud van de wegen. Hierin vindt communicatie plaats over de werkzaamheden in de omgeving. Waar sprake is van een toegevoegde waarde worden omwonenden en inwoners geïnformeerd met behulp van aanvullende communicatie door het visualiseren van de werkzaamheden. Ook nodigen we bij grootschalige projecten de bewoners uit om actief mee te doen, en mee te denken. Een voorbeeld hierbij is een pilot bij het integrale vervangingsproject Da Costastraat, waarbij intensieve bewonersparticipatie plaatsvindt bij de (landschapellijke) inrichting van de openbare ruimte.

Vanwege de kwetsbaarheid van voetgangers en fietsers, wordt een hogere urgentie gegeven aan het onderhouden van voet- en fietspaden. Goede fietspaden bevorderen eveneens het fietsverkeer.

In 2020 wordt het periodieke structurele asfaltonderzoek uitgevoerd, waarbij de meerjarenplanning voor de asfaltwegen wordt herzien. De recente visuele weginspectie zijn eveneens aanleiding tot de actualisatie van de meerjarenplanning elementenverharding.

De leidraad voor het inrichten van wegen zijn de principes van Duurzaam Veilig. De technische kwaliteit van de wegen wordt gebaseerd op de landelijke erkende CROW – systematiek. Een onderdeel van het Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021 is de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR). Deze LIOR wordt jaarlijks herijkt en geeft aan op welke gestandaardiseerde wijze in Papendrecht invulling gegeven wordt aan werkvoorbereiding, uitvoering en onderhoud van de openbare ruimte.

Groen
Beleidskader
-      Groenbeleidsplan 2015-2024.
-      Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
-      Groenbeheerplan 2017-2021.
-      Gemeentelijke begroting 2019/2020.

Het Groenbeleidsplan 2015-2024 vormt samen met de visie uit het Groenblauwe netwerk het kompas voor het beheer, onderhoud en de investeringen in het groen en blauw binnen de gemeente Papendrecht. In 2017 is het Groenbeheerplan 2017-2021 vastgesteld. Dit beheerplan volgt uit de kaders vanuit het Uitvoeringsplan IBOR en het Groenbeleidsplan.

Komend jaar wordt een analyse uitgevoerd naar het bomenbeheer in de gemeente. Op basis van boominspecties vindt herziening plaats van de meerjarenplanning in het bomenbestand. Afgelopen jaren is de gemeente gestopt met de chemische onkruidbestrijding. De tussentijdse evaluatie is nodig of bijstelling van onderhoudsmaatregelen moet plaatsvinden.

In het college actieprogramma zijn concrete doelstellingen benoemd voor het natuurvriendelijk beheer van het gras en het bosplantsoen. Voor beide typen groen geldt de doelstelling om uiteindelijk 30% natuurvriendelijk te onderhouden. Wat betreft het natuurvriendelijk beheer van gras zijn we daarbij in 2020 al ver. Natuurvriendelijk beheer van bosplantsoen staat in de kinderschoenen. In 2020 anticiperen we hierin door (waar mogelijk) het bosplantsoen al natuurvriendelijker te beheren door bijvoorbeeld dood hout te laten liggen in de vorm van takkenrillen en meer fasering toe te passen.

In 2017 is de bomenverordening vastgesteld door de gemeenteraad en de vernieuwde Groene Kaart en het Handboek Groen door het college. De Bomenverordening vormt het kader voor de bescherming van gemeentelijke en particuliere bomen.

Binnen Papendrecht wordt gekeken naar het onderling verbinden en verder ontwikkelen van de bestaande groenstructuren tot een samenhangend netwerk voor groen, recreatie en flora & fauna. Deze doorontwikkeling vindt zich in 2020 plaats binnen de reconstructie N3 (versterken biodiversiteit langs de N3) en het doorontwikkelen van de parkzone ten zuiden van de A15, o.a. door aanleg van extra water in samenwerking met Rijkswaterstaat.

Het collegeactieprogramma stelt tot doel:
-      diverser en aantrekkelijker groen;
-      meer groen;
-      ecologischer groen.

Openbare verlichting
Beleidskader
-      Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) 2015-2020.
-      Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021.
-      Vervangingsplan Openbare Verlichting 2018-2028.
-      Gemeentelijke begroting 2020.

De openbare verlichting vervult een belangrijke functie op het gebied van sociale veiligheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Bij nieuwbouw en projectmatige vervanging wordt LED- verlichting aangebracht. Dit vanwege het lage energieverbruik door lage vermogens van de lichtbronnen. De Richtlijn voor Openbare Verlichting (NPR 13201) is hierin het richtsnoer.

Openbare verlichting is een onderdeel van het Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021. In het beheerplan is gelijktijdig de technische notitie openbare verlichting opgesteld. Deze notitie geeft meer inzicht in op de verlichtingstechniek en LED (en daarmee energiebesparing), en past binnen de kaders van de Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020. Daarnaast geeft deze notitie het inzicht en richting voor de openbare verlichting in Papendrecht.

In het kader van de BBV wordt vervanging van armaturen en lichtmasten met een investeringskrediet bekostigd. Het meerjarige vervangingsplan openbare verlichting geeft aan op welke locaties in de komende jaren vervangingen noodzakelijk zijn aan de openbare verlichting. De meerjarenplanning voorziet in de komende jaren een toename van de vervanging van de armaturen binnen de gemeente.

Samenwerking bij openbare verlichting
De gemeente Papendrecht heeft samen met zes andere gemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden een Gemeenschappelijke Regeling (met een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur ingericht voor het dagelijks beheer, databeheer en directievoering / toezicht op het onderhoudsbestek voor de openbare verlichting. Werkzaamheden uit het onderhoudsbestek worden door één gespecialiseerde aannemer het onderhoud aan de gezamenlijke openbare verlichting uitgevoerd. In 2020 wordt een nieuw onderhoudsbestek aanbesteed. Het groot onderhoud, vervanging en beheer binnen de gemeente wordt door Papendrecht aangestuurd en begeleid.

Civiele constructies
Beleidskader
-      Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
-      Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021.
-      Gemeentelijke begroting 2020.

Civiele kunstwerken, zoals bruggen, vis- en loopsteigers, tunnels, viaducten, geluidsschermen en damwanden, zijn belangrijke elementen binnen de openbare ruimte. Het zijn onvermijdelijke verbindingen in de hoofd- en verkeersstructuren in de wijken, verbindingen in grote waterstructuren, afschermende constructies en recreatieve elementen in de wijken. Naast functionaliteit is constructieve veiligheid een belangrijk aspect bij het beheer en onderhoud van de civiele kunstwerken.

Met de veroudering van het areaal van de civiele kunstwerken is het van groot belang ontstaat in de komende periode extra aandacht voor de verdere doorontwikkeling van de constructieve veiligheid bij de civiel kunstwerken (met name verkeersbruggen).

Speelplaatsen
Beleidskader
-      Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
-      Gemeentelijke begroting 2020.

Ieder kind in Papendrecht kan op ‘eigen wijze’ veilig buiten spelen in de wijk waar hij of zij woont. De veiligheid van de openbare speelvoorzieningen is geborgd. Onveilige speelelementen worden herstelt of lokaal vervangen, als herstel niet meer mogelijk is. Daarbij volgen we de eisen in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen en de Europese normen 1176 en 1177. Binnen de financiële kaders worden speeltoestellen tijdig vervangen of gezocht naar een alternatief. Bij vernieuwing van speelplaatsen maken we gebruik van onderhoudsvriendelijke en duurzame materialen.

Bij de vernieuwingen, verbeteringen en omvormingen betrekken we buurtbewoners, schoolbesturen en kinderen actief. Inbreng van bewoners die hier gebruik van maken is hierbij van belang. We faciliteren initiatieven van bewoners om te participeren in beheer, bijvoorbeeld door adoptie van informele speelplaatsen.

Sportvelden
Beleidskader
-      Meerjarenplan Sportvelden 2019-2038
-      Gemeentelijke begroting 2020

In 2019 is de meerjarenplan Sportvelden 2019-2038 door het college vastgesteld. Op basis van deze meerjarenplanning vindt de renovatie aan de verschillende sportvelden binnen Papendrecht plaats.
Met de verenigingen vindt afstemming plaats over de vervanging van de sportvelden, waarbij de nieuwe constructie zo goed mogelijk wordt afgestemd op het gewenste gebruik. Het meerjarenplan is hierin het vertrekpunt.

Baggeren
Beleidskader
-      Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
-      Beheer- en Onderhoudsplan vijvers en watergangen 2015-2026.
-      Stedelijk Waterplan 2007-2016 (met doorloop naar 2024).
-      Gemeentelijke begroting 2020

Door bladval en aangroei van baggerslib, groeien de watergangen langzaam dicht. Door te baggeren worden de watergangen op diepte gehouden, en zorgt het voor de regulering van het regen- en grondwater. Het beheer- en onderhoudsplan vijvers en watergangen 2015-2026 (baggeren) geeft inzicht in de waterbodems en de beschoeiingen en de aanpak voor de toekomst. De Provincie vraagt aan de gemeenten de beheerplannen om de 5 jaar te actualiseren. Daarom wordt het beheer en onderhoudsplan vijvers & watergangen in 2020 geactualiseerd.

Parkeergarages
Beleidskader
-      Voorzieningen Parkeergarages
-      Notitie Parkeerbeleid
-      Nota Hoofdlijnen Parkeerbeleid Centrum
-      Parkeergarages De Meent en De Overtoom –Technisch beheerplan 2018-2023
-      Gemeentelijke begroting 2020.

In het Centrumgebied van Papendrecht vindt een regulering van het parkeren plaats om de leefbaarheid in het Centrum te ondersteunen. Papendrecht exploiteert voor het kort parkeren twee parkeergarages (De Meent en Overtoom). In de nota ‘Hoofdlijnen Parkeerbeleid Centrum’ is het gemeentelijke beleid beschreven. Voor de parkeergarages zijn de tarieven en de kaders voor beheer en exploitatie vastgelegd. De notitie Parkeerbeleid is in 2016 opgesteld en is een aanvulling op dit beleid, waarmee beoogd wordt het gebruik van de parkeergarage voor het parkeren te bevorderen.

In 2018 zijn de technische beheerplannen van de parkeergarages De Meent en De Overtoom door het college vastgesteld. Hiermee wordt een integraal beeld gegeven van het beheer de komende planperiode 2018-2023. Voor de parkeergarage De Meent is hierin de vervanging van een nieuwe schrobzuigmachine voorzien. Voor de Overtoompassage is planmatig onderhoud voorzien.

Vastgoed
In de gemeente Papendrecht zijn 35 panden beschikbaar voor maatschappelijke doeleinden en sportactiviteiten. Ook worden vijf woningen, die in eigendom van onze gemeente zijn, verhuurd. Per pand wordt uitvoering gegeven aan het opgestelde beleid maatschappelijke accommodaties, waarbij één van de uitgangspunten is om kostendekkend te verhuren. Periodiek vindt analyse plaats op de exploitatiebegroting van het betreffende pand.

Regionale samenwerking
Voor de samenwerking geldt dat we in Papendrecht lokaal doen wat lokaal kan. In deze complexe samenleving kunnen we echter niet alles alleen. Daarom wordt samengewerkt in de Drechtsteden en in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Het behoud van onze eigen Papendrechtse identiteit en is daarbij een voorwaarde.

In de regio Drechtsteden vindt vanuit Papendrecht samenwerking en kennisuitwisseling plaats. Voor de openbare ruimte gaat het hierbij op zowel uitvoeringniveau (o.a. samenwerking met uitvoeringbestekken) tot op beheersmatig niveau, zoals de energie transitie en de implementatie van een gezamenlijk beheersysteem. Voor de klimaatadaptatie wordt samengewerkt als onderdeel van de regionale groeiagenda. Op operationeel/ inhoudelijk niveau wordt efficiënt samengewerkt op inhoud door gezamenlijk uitvoeringsbestekken voor te bereiden, aan te besteden en uit te laten voeren. Voorbeelden hiervan zijn het bestek beschoeiingen, weginspecties, leveren bomen en beplanting, en samenwerking met betrekking tot de flora & fauna.

Ook in de regio Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden wordt intensief samengewerkt. Zowel op het gebied van riolering en zuivering (GAAV, een samenwerking van negen gemeenten en het Waterschap) als op het gebied van openbare verlichting (BOVL, een samenwerking met zes gemeenten). In regionaal verband wordt er samengewerkt in A5H verband en tevens in Drechtsteden verband met partners als provincie, waterschap, omgevingsdienst, veiligheidsregio, GGD en andere partners. Vanuit de klimaatstresstest en klimaatatlas gaat het gesprek gevoerd worden met lokale partners om vervolgens regionale thema's te benoemen. Met de klimaatstresstest wordt inzichtelijk gemaakt waar de knelpunten zijn als gevolg van het klimaat. Papendrecht is in de regio een zelfstandig poldergebied en wordt als zodanig als een individueel gemeentelijk oppervlak beschouwd met een specifiek Papendrechtse klimaatstresstest.

Een verdere verbetering in het proces van installatieverantwoordelijkheid wordt binnen de Drechtsteden onderzocht, waarbij de inzet is de effectiviteit bij het onderhoud aan elektrotechnische installaties te verbeteren. Regionaal wordt hierin onderzocht hoe we elkaar kunnen versterken en hoe de procesverantwoordelijkheid centraal belegt kan worden. Voor het onderdeel openbare verlichting wordt samenwerking gezocht binnen de gemeenschappelijke regeling van Bureau OVL.

Activiteiten in 2020

Terug naar navigatie - Activiteiten in 2020

De BBV schrijft voor dat vervangingswerken met maatschappelijk nut geactiveerd moeten worden. Dit betekent dat de infrastructurele werken (reconstructies, asfaltwegen, civiele kunstwerken) met investeringskredieten gefinancierd worden.

Met de hieronder genoemde activiteiten en bedragen voor de jaren 2020, 2021 en 2022 wordt bij de reconstructies rekening gehouden met de meerjarenplanning vanuit het Gemeentelijke Rioleringsplan. Omdat de ontwikkeling van Kraaihoek in de komende jaren een bepalende factor is in deze meerjarenplanning, waarbij het uitvoeringsjaar in samenwerking met Woonkacht 10 plaatsvindt, ontstaan mogelijke bijstelling in de financiën van de projecten in de onderstaande jaarschijven plaats.

3. Financiering

3. Financiering

Terug naar navigatie - 3. Financiering

De financieringsfunctie van de gemeente Papendrecht dient uitsluitend de publieke taak. Het prudente beleid valt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Centraal in deze wet staan transparantie en risicobeheersing. Om inzicht te geven in de wijze waarop de gemeente dit doet en beeld te geven van de stand van zaken wordt in deze paragraaf ingegaan op het risicobeheer (met name rente- en kredietrisico), de financierings- en schuldpositie, het kasbeheer en de informatievoorziening.

Algemeen
Het Financieringsstatuut vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van het liquiditeitstekort of –overschot, wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken of uitgezet (vnl. Schatkist). Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal benut wordt en zoveel mogelijk kort vermogen wordt aangetrokken. Benadrukt wordt dat de financieringsfunctie van de gemeente Papendrecht uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido).

Binnen de financiële functie van de gemeente is het van belang om onderscheid te maken tussen de treasury- en de controlfunctie.
Treasury zorgt voor de beschikbaarheid van geldmiddelen; de controlfunctie is belast met het toezicht en de bewaking van de aanwending ervan. Vanuit deze rollen is de focus bij treasury gericht op feitelijke in- en uitgaande kasstromen, terwijl de controlfunctie veelal redeneert in termen van baten en lasten. In deze paragraaf staan voornamelijk de feitelijke kas- en financieringsstromen centraal.

Rente ontwikkelingen
De rente op de geld- en kapitaalmarkten heeft nog steeds een laag niveau. De rente voor 1-maandskasgeldleningen is al vele jaren negatief. In maart 2019 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) besloten dat vanaf september 2019 een nieuwe reeks gerichte langlopende herfinancieringstransacties met een looptijd van twee jaar zal worden ingevoerd. Dit betekent vooralsnog een voortzetting van de lage (negatieve) rentetarieven.
De kapitaalmarktrente is eveneens zeer laag. Het rendement op tienjarige Nederlandse staatsleningen is ten tijde van het opstellen van deze financieringsparagraaf naar het laagste gemiddelde niveau ooit gedaald. De rente voor 10-jarige staatsleningen bedraagt medio juli 0,21%. De verwachting is dat deze rente het komend jaar zal stijgen tot ongeveer 0,68% medio 2020.

Vanuit Treasury SCD vindt monitoring van de renteontwikkelingen plaats en waar nodig in samenspraak met de gemeente gehandeld. Het afgelopen jaar heeft de renteontwikkeling het volgende beeld laten zien:

In onderstaande tabel wordt de renteverwachting van een aantal grootbanken voor het komend jaar weergegeven.

Tabel 1 Rentevisie

Bij het verstrekken van langjarige financiering berekenen banken liquiditeitsopslagen bovenop de in voorgaande tabellen genoemde IRS-niveaus. Voor bijvoorbeeld een 10-jaars lening bedraagt deze opslag momenteel circa 0,10% (10 basispunten).

Renterisico’s
Renterisico’s kunnen vanuit Wet fido-optiek worden bezien op de korte en op de langere termijn.

Renterisico op korte schuld: de kasgeldlimiet
Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd <1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2020 kan de kasgeldlimiet als volgt worden bepaald:

De gemeente Papendrecht verwacht in 2020 binnen de kasgeldlimiet te opereren.

Wij gebruiken veelal 1-maands kasgeldleningen als onderliggende financiering. Rekening houdend met de op te nemen lange-termijn financiering verwachten wij geheel 2020 binnen de normen van de kasgeldlimiet (max. drie kwartalen overschrijding) te kunnen opereren. Oogmerk van het door het SCD uit te voeren gemeentelijke saldobeheer is om de limietruimte optimaal te benutten.

Renterisico op langlopende schuld: de renterisiconorm
De Wet fido definieert vaste schuld als opgenomen geldleningen met een rente typische looptijd groter of gelijk aan 1 jaar. Met de renterisiconorm biedt de Wet fido een richtsnoer om renteaanpassingen van financieringen en beleggingen goed in de tijd te spreiden. Het doel van deze norm is het

voorkomen van een overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar. Om dat te bereiken mag het totaal aan renteherzieningen en aflossingen op grond van deze norm per jaar niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal.

Conform voorschrift van de Wet fido wordt het renterisico in de navolgende tabel voor de komende vier jaren bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar. Uit deze tabel blijkt dat de renterisiconorm van de gemeente Papendrecht voor 2020 circa € 19,2 miljoen bedraagt, zijnde 20% van het begrotingstotaal.

Uit deze opstelling blijkt dat de gemeente Papendrecht binnen de grenzen van de renterisiconorm opereert.

Kredietrisico’s
Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen en beleggingen) of uit verstrekte garanties.

Verstrekte geldleningen
De gemeente heeft per 1 januari 2020 voor een totaalbedrag van circa € 18,9 miljoen aan leningen verstrekt. Dit kan als volgt worden gespecificeerd naar risicocategorie:

De hierboven per jaarultimo vermelde bedragen betreffen:
-      semi-overheidsinstellingen: Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn)
-      Overige toegestane instellingen volgens Treasurystatuut:
     o      Rivas (€ 8,6 miljoen)
     o      Fabriek Slobbengors CV (€ 1,45 miljoen)
     o      Hoofdkantoor Slobbengors CV (€ 7,9 miljoen)
     o      Kinderboerderij (€ 53.000)
     o      Intens BV (€ 134.000).

Verleende garanties
De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd naar risicogroep:



Schatkistbankieren
Bij het gemeentelijk saldobeheer dienen de nieuwe voorschriften rond Schatkistbankieren in acht te worden genomen. Onder deze regeling dienen gemeenten tijdelijk overtollige geldmiddelen, rekening houdend met een drempelbedrag, bij het Ministerie van Financiën te stallen. Het drempelbedrag voor de gemeente Papendrecht voor 2020 kan als volgt worden berekend:

Wanneer de gemeente het drempelbedrag overschrijdt dient het meerdere afgestort te worden in ’s Rijks Schatkist. Over dit saldo wordt op dit moment geen rente vergoed.

Begin juli 2019 heeft de Minister van Financiën de toegezegde beleidsdoorlichting van artikel 12 schatkistbankieren en betalingsverkeer Rijk aan de Tweede Kamer gezonden. Deze doorlichting fungeerde ook als basis voor de evaluatie van de wijziging van de Wet fido uit 2013, het verplichte schatkistbankieren. Ondanks een oproep van de VNG-IPO-UVW tot het uitzetten van de "knop verplicht schatkistbankieren" bij een bereiken van een houdbare overheidsschuld, houdt het kabinet vast aan het verplichte schatkistbankieren voor decentrale overheden. Om decentrale overheden met structurele schulden en slechts incidentele middelen toch tegemoet te komen denkt het kabinet aan een eventuele verhoging dan wel andere berekening van het drempelbedrag. Het tijdstip van eventuele aanpassing van het drempelbedrag is nog niet bekend.

4. Lokale heffingen

4. Lokale heffingen

Terug naar navigatie - 4. Lokale heffingen

Lokale heffingen kunnen we onderscheiden in gebonden en ongebonden heffingen. Gebonden wil zeggen dat de besteding gerelateerd is aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Dit zijn retributies (bijvoorbeeld leges, marktgeld) of bestemmingsheffingen (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing, rioolheffing). Deze heffingen worden verantwoord op de desbetreffende gemeentelijke programma’s en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Ongebonden lokale heffingen zijn zogenaamde zuivere belastingen. De opbrengsten hieruit kunnen door de gemeenteraad vrijelijk binnen het werkterrein van de gemeente worden ingezet. Het gaat hierbij om de onroerende-zaakbelastingen (OZB), hondenbelasting en precariobelasting. Deze heffingen zijn niet verbonden aan een inhoudelijk programma en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen.

Deze paragraaf heeft betrekking op beide heffingen. In het vervolg gaan wij achtereenvolgens in op:
      -     Ontwikkelingen en rijksbeleid
      -     Overzicht opbrengst gemeentelijke heffingen
      -     Heffingen woonlasten (lokale lastendruk)
      -    Overige lokale heffingen
      -    Kwijtscheldingen

Ontwikkelingen en rijksbeleid

a.        Verruiming gemeentelijk belastinggebied
Al enige tijd wordt in deze paragraaf lokale heffingen in zowel de begroting als jaarrekening aandacht besteed aan de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied.
Ook nu wordt weer een laatste stand van zaken gegeven.

Diverse studies (2015) die pleitten voor een herziening van het gemeentelijke belastinggebied, gevolgd door een eerste aanzet (2016) van de minister aan de Tweede Kamer over de hervorming van de gemeentebelastingen, hebben de vorige kabinetsperiode niet geleid tot een verdere invulling. Staatssecretaris Snel van Financiën heeft de Kamers inmiddels, zoals eerder toegezegd, via een brief geïnformeerd over het proces om te komen tot de bouwstenen voor een beter belastingstelsel waarin hij ten aanzien van gemeentebelastingen aangeeft dat een verschuiving naar een ruimer gemeentelijk belastinggebied tot de mogelijkheden behoort. De eerder uitgewerkte plannen voor een herziening van het gemeentelijke belastinggebied worden hiertoe opnieuw doordacht. De staatssecretaris heeft zich ten doel gesteld begin 2020 de concrete bouwstenen en voorstellen voor verbetering en vereenvoudigingen van het stelsel op te leveren, met daarin duiding van de knelpunten en perspectief op de oplossingen.

b.       Vervangen macronorm OZB door benchmark lokale lasten
Tot en met 2019 gold de zogenoemde 'macronorm'. Dit was een afspraak tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Rijksoverheid over de maximale stijging van de landelijke opbrengst onroerende-zaakbelastingen (OZB).

De huidige macronorm bepaalt de maximale jaarlijkse stijging van de ozb-opbrengsten van alle gemeenten samen en stamt uit 2007. Sinds die tijd is de vergelijking van de lokale lasten tussen gemeenten volgens het Rijk beter mogelijk geworden. Onder meer door de jaarlijkse Atlas van de lokale lasten van het COELO en de wettelijke verplichting om in de gemeentebegroting de ontwikkelingen toe te lichten.

Ook bleek al in 2014 dat de macronorm geen effectief instrument is. ‘Het heeft niet bijgedragen aan de gematigde lastenontwikkeling. De besluitvorming over tarieven in gemeenten is namelijk in de eerste plaats geënt op lokale afwegingen,’ schrijft minister Ollongren in haar brief aan de Tweede Kamer over de invoering van de benchmark lokale lasten.

In 2020 komt er een benchmark, waarin naast de OZB ook de riool- en afvalstoffenheffing worden vergeleken. Door een vergelijking van de gemeentelijke woonlasten en de tariefontwikkeling met landelijke en provinciale gemiddelden, moeten de onderlinge verschillen tussen gemeenten nog inzichtelijker worden. Ook moet de benchmark het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals stijging van de lasten, bevorderen.

Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten (x € 1.000)

Onderstaande tabel geeft een overzicht, ingedeeld naar algemene dekkingsmiddelen en gebonden heffingen, met de geraamde opbrengst voor 2020 en 2019, evenals de verantwoorde opbrengsten over 2018. Wij merken op dat de verschillen tussen 2020 ten opzichte van 2019 geen indicatie geven van de stijging of daling van de tarieven, maar van de totale opbrengst. Factoren zoals ontwikkelingen in de WOZ-waarde en areaaluitbreiding spelen hierbij een belangrijke rol.

Heffingen woonlasten (lokale lastendruk)

Terug naar navigatie - Heffingen woonlasten (lokale lastendruk)

Tot de lokale woonlasten worden gerekend de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze heffingen bepalen het leeuwendeel van de gemeentelijke opbrengsten en bepalen daarmee ook grotendeels de lokale lastendruk.

In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van gemiddelde WOZ-waarde (= de basis voor het berekenen van de OZB-aanslag) en de woonlasten voor meerpersoonshuis¬houdens in euro’s weergegeven over de laatste vier jaren. Hier zijn voor de afvalstoffen- en de rioolheffing de voor dat jaar geldende tarieven opgenomen. De gemiddelde woonlast OZB is berekend door de gemiddelde WOZ-waarde te vermenigvuldigen met het geldende tariefpercentage. In de kolom 2020 zijn de gevolgen van de belastingvoorstellen verwerkt.

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde woonlasten in Papendrecht in 2020 3.5% zullen stijgen ten opzichte van het jaar ervoor.

Hieronder treft u per heffing een toelichting aan.

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
De onroerende-zaakbelastingen (OZB) genereren het grootste deel van de gemeentelijke belastingopbrengst. De OZB bestaat uit drie verschillende belastingen: een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. De opbrengst vloeit naar de algemene middelen van de gemeente. De raad bepaalt met het vaststellen van de begroting de totale opbrengst van deze heffing.

Tot en met 2019 gold als enige restrictie voor de opbrengst OZB de macronorm. Zoals onder Ontwikkelingen en rijksbeleid is opgenomen wordt deze met ingang 2020 vervangen door de benchmark lokale lasten.

De heffingsgrondslag voor de OZB is de totale WOZ-waarde van de onroerende zaken, oftewel de WOZ-capaciteit. Deze wordt vastgesteld volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor 2020 gelden de WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2019. Door de geraamde opbrengst te delen door de WOZ-capaciteit ontstaat het tarief en daarmee het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen.
De OZB wordt berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak.

De WOZ-waardeontwikkeling van peildatum 1 januari 2018 naar 1 januari 2019 is voor woningen berekend op 9% en voor niet-woningen op 2%. Rekening houdend met de gewenste (meer)opbrengst en de waardeontwikkeling leidt dit voor 2020 tot de volgende tarieven. Om de ontwikkeling van de tarieven te laten zien zijn ook de tarieven over eerdere jaren opgenomen.

Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing wordt geheven ter dekking van de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Wettelijk uitgangspunt is dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten terzake.

In Papendrecht gebeurt dit nagenoeg kostendekkend (99%). Dit blijkt uit onderstaande berekening.

Rioolheffing
Met ingang van 2010 is het rioolrecht ex artikel 229 van de Gemeentewet vervangen door de rioolheffing ex artikel 228a van diezelfde wet. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Hiermee hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om naast de kosten van zorgplicht voor het afvalwater ook de kosten van de zorg voor het hemel- en grondwater te verhalen via de rioolheffing. Wettelijk uitgangspunt is dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten terzake. Welke kosten via de rioolheffing worden verhaald dient met het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) te zijn vastgesteld.
Papendrecht heft van eigenaren van panden een vast bedrag per jaar. Hierbij is de situatie per 1 januari bepalend.

In Papendrecht gebeurt dit kostendekkend. Dit blijkt uit onderstaande berekening

Vergelijking andere gemeenten

Om inzicht te krijgen in het algemene verloop van de hoogte van de woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) is het goed een vergelijking met andere gemeenten te maken. Ook het landelijk gemiddelde is hierin opgenomen.

Vergelijking van woonlasten kan worden gemaakt met de Drechtstedengemeenten. Deze is gebaseerd op de actuele gegevens van de Digitale Atlas van de lokale lasten 2019 op www.coelo.nl en geeft de woonlasten van een meerpersoonshuishouden weer. De woonlasten in 2019 in Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld Giessendam, Hendrik Ido Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht laten zich samenvatten in onderstaand schema (x € 1).

Overige lokale heffingen

-       Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven over voorwerpen op, onder of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Het is een zuivere belasting waarvan de opbrengst naar de algemene middelen van de gemeente gaat.
De opbrengst is sterk afhankelijk van wisselende activiteiten in de openbare ruimte, zoals het hebben van terrassen, reclameborden, uitstallingen, bouwmaterialen, kabels en leidingen, etc.

1 juli 2017 is wetgeving in werking is getreden die bepaald dat gemeenten geen precariobelasting meer kunnen heffen over netwerken van nutsbedrijven.
Er is wel een overgangsregeling. Gemeenten die op 10 februari 2016 een tarief hadden voor nutsnetwerken kunnen tot 2022 precariobelasting hiervan blijven heffen. Hierbij geldt wel dat die gemeenten over de resterende jaren maximaal het tarief in rekening kunnen brengen dat gold op 10 februari 2016.

-      BIZ (Bedrijven InvesteringsZones)
Zowel ondernemers als gemeenten hebben belang bij investeringen in de bedrijfsomgeving. Voor het bedrijfsleven is de kwaliteit en veiligheid van de bedrijfsomgeving een belangrijke factor voor de aantrekkelijkheid van een onderneming voor klanten. Voor de lokale overheid is een veilige en leefbare openbare ruimte van belang om bedrijven (werkgelegenheid) en bezoekers aan te trekken. Een leefbare bedrijfsomgeving heeft invloed op de leefbaarheid van het omliggende gebied; burgers willen een veilige en leefbare omgeving om in te werken, te wonen en te winkelen. Het collectieve belang van de ondernemers valt op deze punten samen met het algemene belang van een kwalitatief hoogwaardige bedrijfsomgeving. Gezamenlijke investeringen liggen voor de hand omdat dit synergievoordelen oplevert en het effect van de investeringen groter wordt.

Gemeenten hebben met de Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ) de bevoegdheid om een gebied aan te wijzen (de bedrijveninvesteringszone (BIZ)) waarbinnen een bestemmingsbelasting (de

BIZ-bijdrage) mag worden geheven ter financiering van door een meerderheid van de bijdrageplichtigen gewenste extra voorzieningen. De voorzieningen dienen zowel het gezamenlijk belang van de ondernemers als het algemeen belang. De BIZ kan echter niet worden ingezet voor de financiering van concrete verantwoordelijkheden die de wetgeving exclusief aan de gemeente opdraagt. De BIZ is alleen bedoeld om een hogere kwaliteit aan voorzieningen tot stand te brengen die de gemeente op grond van een optimale verdeling van de beschikbare middelen zelf niet kan en hoeft te realiseren.

Papendrecht kent sinds 2018 deze heffing voor Centrum Papendrecht. Het doel van deze BIZ is om de concurrentiekracht van het winkelgebied te vergroten.

Deze bijdrage wordt geheven van eigenaren en gebruikers van onroerende zaken in het centrum, zijnde de niet-woningen. Gebruikers van de panden betalen een vast bedrag, eigenaren betalen een percentage van de WOZ-waarde.

-      Kostendekkendheid leges

Omgevingsvergunning

Kwijtschelding
Als een belastingplichtige als gevolg van financiële omstandigheden niet in staat is een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan 90% van de bijstandsnorm.
Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken, dat deze inkomensgrens wordt verruimd naar 100% van de bijstandsnorm. Onze gemeente hanteert de zogeheten 100%-norm, wat betekent dat inwoners met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Er vindt ook een vermogenstoets plaats.
Een groot deel van de kwijtscheldingen wordt geautomatiseerd getoetst. Het doel hiervan is om zo de administratieve lasten voor de burger te verminderen.

Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. Er kan kwijtschelding worden verleend voor:

Naar verwachting wordt in 2020 voor de volgende bedragen kwijtschelding verleend:

5. Grondbeleid

5. Grondbeleid

Terug naar navigatie - 5. Grondbeleid

Algemeen

Het grondbeleid van de gemeente Papendrecht is ondersteunend aan het ruimtelijk beleid zoals dat onder andere in de Structuurvisie, Dijkvisie, Visie op het Groen- Blauwe Netwerk en diverse andere regionale en lokale sectorale visies wordt benoemd. Papendrecht kent sinds de actualisatie van haar beleid een actief situationeel grondbeleid om de doelstellingen uit deze visies te realiseren. In de praktijk is sturing via grond in Papendrecht beperkt. Vrijwel de gehele gemeente is volgebouwd en er is nog slechts één, relatief kleine, uitleglocatie in ontwikkeling. De gemeente heeft, in vergelijking met andere gemeenten, relatief weinig grond in eigendom en er wordt nauwelijks actief aangekocht. Een randvoorwaarde bij het grondbeleid is namelijk, dat er geen onaanvaardbaar maatschappelijk en/of economisch risico gelopen wordt. In praktijk wordt hierdoor met verwerving terughoudend omgegaan.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen in Papendrecht zijn sinds een aantal jaar omgeslagen van (grote) uitleggebieden naar om herontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied. Dat betekent automatisch dat er veel meer spelers zijn met een grotere diversiteit aan belangen. Ontwikkelingen zijn daardoor complexer, vragen meer (ambtelijke) inzet en de uitkomsten kennen een hogere mate van onzekerheid.

De woningmarkt kenmerkt zich momenteel als een sterke vraagmarkt, waarbij een risico bestaat op (abrupte) terugval. Dit neemt niet weg dat de belangstelling bij ontwikkelaars, beleggers en aannemers om in Papendrecht te bouwen vooralsnog groot is. Er zijn echter nauwelijks locaties beschikbaar waar dit op relatief korte termijn en gemakkelijk kan. Wel zijn initiatieven voor binnenstedelijke herontwikkeling ingediend. Deze trend zal zich vermoedelijk voortzetten. Het betreft ideeën voor relatief kleine aantallen woningen. Zelf lokt de gemeente projecten uit door voor locaties schetsen te maken voor mogelijke ontwikkelingen. Vaak gaat het om locaties waar de gemeente zelf grond of verouderd vastgoed in eigendom heeft en waar alleen in samenwerking met naastliggende eigenaren resultaat geboekt kan worden.

De beperkte hoeveelheid grond in eigendom maakt dat de financiële risico's in omvang beperkt zijn. Deze financiële risico’s in grondexploitaties zijn bij de twee lopende complexen Centrum en het Land van Matena aanwezig.

Werkwijze
De afgelopen jaren zijn de taken bij het voeren van de grondexploitatie over meerdere personen verdeeld. De uitvoering en zijn control van elkaar gescheiden. Voor alle projecten worden aparte 'dossiers' opgesteld, waarin alle relevante financiële gegevens, taxaties, ramingen en onderliggende contracten verzameld zijn. Deze werkwijze zal in 2020 voortgezet worden.

Afronding projecten
In 2019 is de situatie dat aan 2 grondexploitatieprojecten gewerkt wordt; Land van Matena en het Centrum. De laatst genoemde is in de eindfase en kan volgens de inzichten van het meerjarenperspectief in 2021 afgerond en afgesloten worden. Omdat het complex Land van Matena winstgevend is zal vanaf 2022 het grondbedrijf waarschijnlijk vennootschap belasting plichtig zijn. Het gevolg hiervan is dat minder netto winst uit het complex opgehaald kan worden.
Het meerjarenperspectief geeft aan dat vanaf 2023 vooralsnog geen grondexploitatie complexen in uitvoering zijn.

Meerjarenperspectief Grondexploitaties
De exploitatieberekeningen worden jaarlijks bij de jaarstukken herzien. Enerzijds wordt daarbij teruggeblikt op de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven ten opzichte van de ramingen, anderzijds wordt vooruitgekeken. Door middel van (her)taxaties worden de ingeschatte opbrengsten opnieuw gewaardeerd en de ramingen voor de nog uit te voeren werkzaamheden worden geactualiseerd. Zo nodig worden de fasering en de looptijd van het project aangepast en de parameters voor rente en inflatie opnieuw beoordeeld. Voor de berekening van de financieringslasten wordt uitgegaan van een rentepercentage van 1,3% bij zowel een positieve boekwaarde (inkomsten groter dan de uitgaven) en een negatieve boekwaarde (uitgaven groter dan inkomsten). De geraamde kosten voor latere jaren zijn gecorrigeerd met 3% kostenstijging in 2020 en 2% voor de jaren daarna.

Niet in exploitatie genomen gronden
Strategische grondaankopen zijn opgenomen bij de materiële vaste activa

In exploitatie genomen gronden
Voor complexen waar een tekort wordt verwacht, wordt een voorziening gevormd. In onderstaande tabel is een prognose van het totaal in exploitatie genomen gronden opgenomen. Het totaal verwachtte resultaat bedraagt, conform verwachting, € 23,2 miljoen negatief. Tegenover dit geprognosticeerde negatieve resultaat staan voorzieningen om dit op te vangen.

Verloop van het totaal van in exploitatie genomen gronden zoals opgenomen in het MPG 19



Winstneming
Winsten op grondexploitaties worden tussentijds genomen of bij afsluiting van een complex. Dit is, afhankelijk van de grootte van het complex, per deelgebied of voor het hele complex. Bij winstneming wordt het behaalde resultaat verrekend met de risicoreserve grondexploitaties. Winstneming geschied volgens de voorschriften van het BBV volgens de poc (naar rato van realisatie) methode.

Risicoreserve grondexploitatie
De Risicoreserve grondexploitaties vormt het weerstandsvermogen voor grondexploitaties en is bedoeld om financiële risico’s op te kunnen vangen en tekorten op lopende grondexploitaties af te dekken. Komt de risicoreserve boven of onder het gewenste niveau, dan zal dit in lijn met het gemeentelijk beleid worden geëgaliseerd.

Risicobepaling grondexploitaties
In lijn met de nota grondbeleid worden risico’s in de grondexploitatie per complex geïnventariseerd. Van deze risico’s wordt een inschatting gemaakt hoe groot de kans is dat een bepaald risico zich voordoet. Uitgangspunt bij het bijstellen van exploitatieberekening is, dat risico’s waarvan de kans dat het zich voordoet groter dan of gelijk is aan 50% volledig worden verwerkt in de exploitatieopzet van betreffend complex. Risico’s worden situationeel beoordeeld, en afhankelijk van het ingeschatte risico, voorzien van een wegingsfactor. Voor deze wegingsfactor wordt 10%, 20%, 30% en 40% gehanteerd. Het totaal gewogen risico (risicobedrag x kans) is berekend op € 2,1 miljoen.

Meerjarenbegroting 2019 – 2023
Budgetten van de grondexploitatie zijn onderdeel van de gemeentebegroting. In onderstaande tabel uit het MPG 19 is een specificatie opgenomen per kostensoort van de verwacht uitgaven en inkomsten.
Actualisatie van de begrotingscijfers vindt steeds plaats bij herziening van het MPG als onderdeel van het jaarrekening proces.

 

6. Verbonden Partijen

6. Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - 6. Verbonden Partijen

Inleiding

De uitvoering van een aantal gemeentelijke taken is overgedragen aan verbonden partijen. De gemeente ervaart een duidelijke meerwaarde van samenwerking met deze partijen. Met behoud van eigen karakter en identiteit zal continuering van regionale samenwerking plaatsvinden. Hoewel de gemeente de taken niet meer zelf uitvoert, blijft zij hiervoor wel verantwoordelijk.

Uitgangspunt is dat verbonden partijen een bijdrage leveren aan het gemeentelijk beleid. Waar verbonden partijen betrokken zijn bij de uitvoering van de speerpunten uit het collegeakkoord wordt hier extra op toegezien. Uiteraard wordt hierbij wel gekeken naar de mate van invloed. Waar de gemeente relatief weinig invloed heeft wordt minder gestuurd. Hierdoor kan de (ambtelijke) capaciteit gerichter worden ingezet op verbonden partijen waar invloed groter is. De gewenste sturing per verbonden partij is geïnventariseerd en in deze paragraaf opgenomen.

Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Het financiële belang bestaat uit de middelen die aan de verbonden partij beschikbaar zijn gesteld en die niet verhaalbaar zijn bij een faillissement van de verbonden partij, dan wel uit een bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Het bestuurlijk belang verwijst naar hetzij de zeggenschap uit hoofde van vertegenwoordiging in bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. Hieronder wordt een opsomming gegeven van dergelijke samenwerkingsverbanden:


Gemeenschappelijke regelingen

1. GR Drechtsteden
2. GR Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid
3. GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
4. GR Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
5. GR Sociale werkvoorziening Drechtwerk
6. GR Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede
7. GR Gevudo

Vennootschappen en Coöperaties

8. Eneco groep NV
9. Stedin groep NV
10. Bank Nederlandse Gemeenten NV
11. Oasen NV
12. Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden
13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV
14. Recreatie en Cultuur holding BV

Deze paragraaf geeft inzicht in de betrokkenheid van de gemeente Papendrecht bij door verbonden partijen uit te voeren taken en processen. Vanwege de vaak aanmerkelijke bestuurlijke en financiële belangen blijft inzicht in en effectieve sturing op deze verbonden partijen gewenst. Voor de beleidsmatige ontwikkelingen wordt verwezen naar de betreffende programma’s.

Risicoprofiel
Per verbonden partij wordt volgens de stoplichtenmethode in beeld gebracht welke risico's de gemeente loopt in haar financiële, informatieverstrekkende en bestuurlijke relatie met de verbonden partij. Ook algemene omstandigheden, bijvoorbeeld ‘jonge’ regeling, worden meegewogen. De wijze van risicobepaling is gebaseerd op basis van de Nota Verbonden Partijen 2017. Indien het bestuurlijk en/of financieel risico beperkt is, is het stoplicht groen. Kunnen enkele opmerkingen gemaakt worden, kleurt het stoplicht oranje. Mocht de relatie met de verbonden partij risicovol zijn dan is het stoplicht rood. De risico's van de verbonden partijen zijn (nader) toegelicht in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Mate van sturing
Door de verschillende risicoprofielen te koppelen aan de gewenste mate van sturing ontstaat het sturingsarrangement voor een verbonden partij.

Passieve sturing (laag tot gemiddeld risicoprofiel)
Wanneer sprake is van een laag tot gemiddeld risicoprofiel is passieve sturing voldoende. Hierbij worden agenda's en (tussentijdse) rapportages ambtelijk gevolgd. Bestuurlijke advisering vindt alleen plaatst in geval van calamiteiten of wanneer dit wettelijk is voorgeschreven. Uiteraard wordt, zowel het ambtelijk als het bestuurlijk netwerk wel onderhouden. De raad en het college worden binnen de reguliere P&C cyclus geïnformeerd.

Actieve sturing (gemiddeld tot hoog risicoprofiel)
Wanneer sprake is van een gemiddeld tot hoog risicoprofiel, is actieve sturing gewenst. Hierbij worden, zowel ambtelijk als bestuurlijk, ontwikkelingen bij partijen, nauwlettend gevolgd. Inzet hierbij is tijdig signaleren en bijsturen. Hierbij zal ook nadrukkelijk gekeken worden of uitbreiding van (formele) gemeentelijke invloed mogelijk is of juist afbouw van de samenwerking gewenst is. Indien nodig wordt de raad tussentijds geïnformeerd.

Mate van sturing
Door de verschillende risicoprofielen te koppelen aan de gewenste mate van sturing ontstaat het sturingsarrangement voor een verbonden partij.

Passieve sturing (laag tot gemiddeld risicoprofiel)
Wanneer sprake is van een laag tot gemiddeld risicoprofiel is passieve sturing voldoende. Hierbij worden agenda's en (tussentijdse) rapportages ambtelijk gevolgd. Bestuurlijke advisering vindt alleen plaatst in geval van calamiteiten of wanneer dit wettelijk is voorgeschreven. Uiteraard wordt, zowel het ambtelijk als het bestuurlijk netwerk wel onderhouden. De raad en het college worden binnen de reguliere P&C cyclus geïnformeerd.

Actieve sturing (gemiddeld tot hoog risicoprofiel)
Wanneer sprake is van een gemiddeld tot hoog risicoprofiel, is actieve sturing gewenst. Hierbij worden, zowel ambtelijk als bestuurlijk, ontwikkelingen bij partijen, nauwlettend gevolgd. Inzet hierbij is tijdig signaleren en bijsturen. Hierbij zal ook nadrukkelijk gekeken worden of uitbreiding van (formele) gemeentelijke invloed mogelijk is of juist afbouw van de samenwerking gewenst is. Indien nodig wordt de raad tussentijds geïnformeerd.

Maatwerk sturing (gemiddeld risicoprofiel)
Wanneer sprake is van een gemiddeld risicoprofiel, zal een keuze gemaakt worden tussen actieve of passieve sturing. Hierbij zal vooral de actualiteit een belangrijke rol spelen. Neemt het politieke vertrouwen in het bestuur toe? Hoe verloopt het informele contact? Is de invloed uit te breiden? Hoe ontwikkelt de schuldpositie? Wat is het geprognosticeerd jaarresultaat?

In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen. De tabel geeft ook inzicht in de overige verbonden partijen en het in het boekjaar ontvangen dividend.

Gezien de diversiteit van de verschillende onderdelen binnen de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) is in tabel 2 een nadere detaillering van de bijdrage per dienst weergegeven.


Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
1. Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Vestigingsplaats Dordrecht/Sliedrecht
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Onderdelen  • Bureau Drechtsteden, Servicecentrum Drechtsteden/ (SCD)/Ingenieurs- bureau Drechtsteden, Sociale Dienst Drechtsteden (SDD): Dordrecht;
• Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD)/Onderzoekcentrum Drechtsteden: Sliedrecht
Doel

1. Drechtsteden heeft tot doel, binnen de kaders als genoemd in en voortvloeiend uit deze regeling, draagvlak te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling van het gebied.
2. Ter verwezenlijking van de in het vorige lid genoemde doelstelling behartigt Drechtsteden, met inachtneming van de autonomie van de deelnemende gemeenten, de gemeenschappelijke regionale belangen op de volgende terreinen:

a. Economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme)
b. Fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen, publieke infrastructuur, beheer basisregistraties en verkeersveiligheid)
c. Sociaal (sociale zekerheid en -ontwikkeling, sociale werkvoorziening, kennisinfrastructuur, sport en cultuur)
d. Bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid
e. Staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering
f. Sociaal-geografisch onderzoek
g. De uitvoering van de belastingheffing en -invordering.

3. Naast de in het tweede lid genoemde belangen heeft Drechtsteden als doelstelling zorg te dragen voor:

a. de efficiënte en effectieve heffing en invordering van belastingen, voor de heffing en invordering waarvan de gemeenteraden van de gemeenten belastingverordeningen en kwijtscheldingsregels hebben vastgesteld, elk voor zover het hun gebied betreft
b. de uitvoering van de WOZ waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden, elk voor zover het hun gebied betreft

Openbaar belang  Het in algemene zin behartigen van regionale belangen op het terrein van:
economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme), fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen en publieke infrastructuur), sociaal (sociale zekerheid en - ontwikkeling, sociale werkvoorziening, kennisinfrastructuur, sport en cultuur), bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid, staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering, sociaal-geografisch onderzoek, uitvoering van de belastingheffing en -invordering.
Financieel belang De gemeente betaalt jaarlijks afhankelijk van het onderdeel en de activiteit een bijdrage. Verwezen wordt naar de tabellen 1 en 2 bijdragen gemeenschappelijke regelingen.
Bestuurlijk belang Vertegenwoordiging door wethouder P.L. Paans in het Drechtstedenbestuur. Daarnaast heeft elke fractie van de gemeenteraad een lid aangewezen, die namens de gemeente Papendrecht zitting heeft in de Drechtraad.
Deelnemende partijen Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 5.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 675.000 € 4.207.000
Vreemd vermogen € 60.747.000 € 57.693.000
Begrotingsresultaat 2020 € 0
na bestemming
€ 0
voor bestemming
Eigen vermogen € 0 ultimo 2020
Vreemd vermogen € 54.000.000 ultimo 2020
Relatie met programma 0. Bestuur en Ondersteuning
2. Verkeer, vervoer en waterstaat
3. Economie
6. Sociaal Domein
7. Volksgezondheid en milieu
8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
Achtergrondinformatie De groeiagenda 2030 geeft de breed gedragen, grote ambitie voor de verdere ontwikkeling van de regio. Het gesprek vindt nog plaats over hoe en op welke plek die ambitie het beste kan worden gerealiseerd. De uitwerking van de groeiagenda komt bij de gemeenten te liggen, waarmee ook de middelen van de groeiagenda niet langer onderdeel uitmaken van de GRD-begroting.
Beleidsmatige ontwikkelingen en oplopende kosten geven aanleiding tot een herijking van het beleid binnen het sociaal domein. Gezien de impact van deze ontwikkelingen is ervoor gekozen om een apart beleidstraject met bestuurders, gemeenteraden en Drechtraad te starten. Uiteindelijk moet dit leiden tot een 'Visie Sociaal Domein'.
De Drechtraad heeft bij de vaststelling van de begroting 2020 in de vergadering van 2 juli 2019, besloten tot een financiële taakstelling. Voor 2020 bedraagt de taakstelling € 5,0 miljoen. De inhoudelijke voorstellen daarvoor komen uit de inventarisaties van de stuurgroep en taskforce sociaal en van de taskforce bedrijfsvoering.
Kleur stoplicht Rood
Sturingsarrangement Actief
Website www.drechtsteden.nl
(vergaderstukken van de Drechtraad zijn op de site raadpleegbaar).

Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid
2. Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid
Vestigingsplaats Dordrecht
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Onderdelen  Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Holland Zuid (GGD), Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS), Serviceorganisatie Jeugd (SOJ), Regionale Ambulancevoorziening.
Doel

Het samenwerkingsverband heeft tot taak, vanuit het beginsel van verlengd lokaal bestuur, en met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, een bijdrage te leveren aan het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten, teneinde een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling in het gebied te bevorderen. De behartiging van belangen geschiedt door het bepalen van de hoofdlijnen van gewenste ontwikkelingen door middel van sturing, ordening, integratie en in voorkomende gevallen uitvoering ter zake van de taakvelden publieke gezondheid, onderwijs en jeugd.

Openbaar belang Het behartigen van belangen op het gebied van volksgezondheid, jeugdgezondheidszorg, jeugdhulp, veilig thuis, onderwijs en welzijn.
Financieel belang Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 - Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.
Bestuurlijk belang Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur door wethouder P.L. Paans.
Deelnemende partijen Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 1.310.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 4.169.000 € 3.298.000
Vreemd vermogen € 58.402.000 € 83.841.000
Begrotingsresultaat 2020 € 0
na bestemming
-/- € 879.000
voor bestemming
Eigen vermogen € 2.071.000 ultimo 2020
Vreemd vermogen € 51.136.000 ultimo 2020
Relatie met programma 4. Onderwijs/6. Sociaal Domein/7. Volksgezondheid en milieu
Achtergrondinformatie De kostenontwikkeling wat betreft jeugdhulp zet de begroting van gemeenten ernstig onder druk. In dit kader heeft het algemeen bestuur van de DG&J op 12 september 2019 besloten om een nieuw meerjarenbegroting vast te stellen voor 2020-2023 (die in het najaar 2019 ter zienswijze voorligt aan gemeenteraden). Deze wordt ondersteund op basis van een geactualiseerd jeugdbeleid op basis waarvan o.a. de maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp worden verzorgd door de SOJ en meer grip moet komen op de kosten van de jeugdhulp. Financiële risico's vormen de eventuele beëindiging van de solidariteitsafspraken en de haalbaarheid van de veronderstelde kostendaling in de regionale zorgmarkt.
Kleur stoplicht Rood
Sturingsarrangement Actief
Website www.dienstgezondheidjeugd.nl

Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
3. Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Vestigingsplaats Dordrecht
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Doel

De regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de deelnemers bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten.

Openbaar belang Veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en leefbaarheid.
Financieel belang Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 - Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.
Bestuurlijk belang Gemeente wordt in het algemeen bestuur door wethouder A.M.J.M. Janssen vertegenwoordigd.
Deelnemende partijen Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Hoeksche Waard, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht en provincie Zuid-Holland.
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 100.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 1.735.000 € 2.873.000
Vreemd vermogen € 6.693.000 € 9.907.000
Begrotingsresultaat 2020 € 0
na bestemming
-/- € 639.000
voor bestemming
Eigen vermogen € 2.316.000 ultimo 2020
Vreemd vermogen € 6.692.000 ultimo 2020
Relatie met programma 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
Achtergrondinformatie Vanuit opdrachtgeverschap vindt actieve sturing plaats op het uitvoeringsprogramma van de Omgevingsdienst, waarin de lokale prioriteiten en aandachtspunten van handhaving worden opgenomen.
Met de uittreding van de gemeenten Leerdam en Zederik heeft de GR vanuit de frictie een financiële opgave.
Kleur stoplicht Groen
Sturingsarrangement Passief
Website www.ozhz.nl

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
4. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
Vestigingsplaats Dordrecht
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Onderdelen

• Regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid: Dordrecht.
• Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR).
• Regionale Ambulance Voorziening Zuid-Holland Zuid (RAV) (BV): Zwijndrecht.

Doel

Het openbaar lichaam heeft tot doel de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding.

Openbaar belang Het in algemene zin behartigen van belangen op het terrein van: regionale brandweer, centrale post ambulancevervoer, geneeskundige hulpverlening, openbare orde en veiligheid.
Financieel belang De gemeente betaalt jaarlijks afhankelijk van onderdeel en activiteit een bijdrage. Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 - Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.
Bestuurlijk belang Het Algemeen Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Burgemeester A.J. Moerkerke vertegenwoordigt de gemeente in het algemeen bestuur.
Deelnemende partijen Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Hoeksche Waard, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht, en Zwijndrecht.
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 4.398.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 8.363.000 € 7.284.000
Vreemd vermogen € 60.630.000 € 63.875.000
Begrotingsresultaat 2020 € 5.000
na bestemming
-/- € 582.000
voor bestemming
Eigen vermogen € 1.597.000 ultimo 2020
Vreemd vermogen € 64.753.000 ultimo 2020
Relatie met programma 1. Veiligheid
Achtergrondinformatie Met de uittreding van de gemeenten Leerdam en Zederik heeft de GR vanuit de frictie een financiële opgave.
Kleur stoplicht Oranje
Sturingsarrangement Actief
Website www.vrzhz.nl
(vergaderstukken van het algemeen bestuur zijn op de site raadpleegbaar).

Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk
5. Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk
Vestigingsplaats Dordrecht
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Doel

Het openbaar lichaam behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van de sociale werkvoorziening en geeft in opdracht van de gemeenten uitvoering aan de in de wet en in deze regeling genoemde taken.

Openbaar belang Mogelijk maken dat mensen met een arbeidshandicap kunnen werken naar vermogen.
Financieel belang Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1. De algemene bijdrage per gemeente wordt bepaald op basis van het aantal geplaatste werknemers, afkomstig uit de betreffende gemeente, op 1 januari van het boekjaar.
Bestuurlijk belang Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur door wethouder P.L. Paans.
Deelnemende partijen Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 955.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 1.140.000 € 1.249.000
Vreemd vermogen € 30.266.000 € 30.648.000
Begrotingsresultaat 2020 € 0
na bestemming
€ 0
voor bestemming
Eigen vermogen € 185.000 ultimo 2020
Vreemd vermogen € 28.664.000 ultimo 2020
Relatie met programma 6. Sociaal Domein
Achtergrondinformatie Ten opzichte van eerdere meerjarenramingen zijn de resultaten positiever, uit de begroting 2020 blijkt evenwel dat de tekorten van Drechtwerk na een tijdelijke daling de komende jaren zullen toenemen.
Kleur stoplicht Rood
Sturingsarrangement Actief
Website www.drechtwerk.nl

Gemeenschappelijke Regeling Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede
6. Gemeenschappelijke Regeling Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede
Vestigingsplaats Hardinxveld-Giessendam
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Doel

Doel is het behartigen van de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de gemeenten op het gebied van het in stand houden van de openbare verlichting van de gemeenten.

Openbaar belang Het in stand houden van de openbare verlichting.
Financieel belang Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 - Bijdragen gemeenschappelijke regelingen. De gemeentelijke bijdrage bestaat uit een bedrag dat wordt berekend op basis van het aantal lichtobjecten, dat zich op het grondgebied van de gemeente bevindt.
Bestuurlijk belang Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur door wethouder C. de Ruiter.
Deelnemende partijen Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Krimpenerwaard*, Molenlanden, Papendrecht, Vijfheerenlanden.
*Uittreding per 1-5-2020
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 32.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 150.000 € 142.000
Vreemd vermogen € 195.000 € 210.000
Begrotingsresultaat 2020 € 0
na bestemming
€ 0
voor bestemming
Eigen vermogen € 150.000 ultimo 2020
Vreemd vermogen € 195.000 ultimo 2020
Relatie met programma 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
Achtergrondinformatie -
Kleur stoplicht Groen
Sturingsarrangement Passief
Website www.bureau-ovl.nl

Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerking Dordrecht en omstreken (Gevudo)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerking Dordrecht en omstreken (Gevudo)
7. Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerking Dordrecht en omstreken (Gevudo)
Vestigingsplaats Dordrecht
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling
Doel

Gevudo bezit 529 aandelen van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland te Alkmaar (HVC) en behartigt en coördineert de belangen van de deelnemende gemeenten richting HVC.

Openbaar belang Afvalinzameling, - verwerking en straatreiniging.
Financieel belang

Gevudo is aandeelhouder in de HVC met 529 aandelen op een totaal van 2.914 (18,15%).

Gevudo heeft met ingang van 2015 haar gemeenschappelijke regeling aangepast, zij is nu een 'houdstermaatschappij': zij voert geen operationele taken meer uit.

Bestuurlijk belang Gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder A.M.J.M. Janssen.
Deelnemende partijen Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht, Vijfheerenlanden en Zwijndrecht.
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 0  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 30.000 € 30.000
Vreemd vermogen € 537.000 € 509.000
Begrotingsresultaat 2020 € 0
na bestemming
€ 0
voor bestemming
Eigen vermogen € 30.000 ultimo 2020
Vreemd vermogen € 0 ultimo 2020
Relatie met programma 0. Bestuur en Ondersteuning
7. Volksgezondheid en Milieu
Achtergrondinformatie -
Kleur stoplicht Groen
Sturingsarrangement Passief
Website N.v.t.

Eneco Groep

Terug naar navigatie - Eneco Groep
8. Eneco Groep
Vestigingsplaats Rotterdam
Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
Doel

Doel is het op een betrouwbare, veilige en maatschappelijk verantwoorde wijze produceren en leveren van energie, warmte/ koude en gassen en daaraan gerelateerde producten aan particuliere en zakelijke klanten en samenwerking en deelneming in andere rechtspersonen.

Openbaar belang Energievoorziening
Financieel belang

De gemeente is voor 0,68% aandeelhouder. Voor het dividend wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

Bestuurlijk belang De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder P.L. Paans vertegenwoordigd.
Deelnemende partijen https://www.eneco.nl/over-ons/wie-we-zijn/aandeelhouders/
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 136.000.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 2.936.000.000 € 2.866.000.000
Vreemd vermogen € 2.807.000.000 € 2.790.000.000
Relatie met programma 0. Bestuur en Ondersteuning
Achtergrondinformatie Eneco heeft in 2018 de financiële resultaten verder verbeterd, na een forse
groei in 2017. De winst na belastingen is duidelijk hoger uitgekomen op 136
miljoen euro (2017: 127 miljoen), vooral als gevolg van aanpassingen in de
vennootschapsbelasting.
De Aandeelhouderscommissie (AHC), de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van Eneco Groep, hebben gezamenlijk besloten om de privatisering van Eneco uit te voeren via een "controlled auction". Naar verwachting zal de verkoop in 2020 worden afgerond.
Kleur stoplicht Oranje
Sturingsarrangement Actief
Website www.eneco.com/nl

Stedin Groep

Terug naar navigatie - Stedin Groep
9. Stedin Groep
Vestigingsplaats Rotterdam
Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
Doel

Stedin Groep zorgt voor een energienet in met name de Randstad aan particuliere en zakelijke klanten.

Openbaar belang Energievoorziening
Financieel belang

De gemeente is voor 0,68% aandeelhouder. Voor het dividend wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

Bestuurlijk belang De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder P.L. Paans vertegenwoordigd.
Deelnemende partijen https://www.stedingroep.nl/aandeelhouders
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 118.000.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 2.699.000.000 € 2.582.000.000
Vreemd vermogen € 4.292.000.000.000 € 3.969.000.000
Relatie met programma 0. Bestuur en Ondersteuning
Achtergrondinformatie Per 1 februari 2017 is Eneco Groep gesplitst in een energiebedrijf (Eneco Groep) en een netwerkbedrijf (Stedin Groep).
In de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) is aangegeven dat gemeenten hun aandeel niet mogen vervreemden.
Kleur stoplicht Groen
Sturingsarrangement Passief
Website https://www.stedin.net/

Bank Nederlandse Gemeenten NV

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten NV
10. Bank Nederlandse Gemeenten NV
Vestigingsplaats Den Haag
Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
Doelstelling

Kredietverlening aan de publieke sector

Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Financieel belang

De gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 6.318 aandelen. Het totaal aantal geplaatste aandelen bedraagt 55.690.720 aandelen.

Bestuurlijk belang De gemeente wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AVA) vertegenwoordigd door wethouder P.L. Paans.
Deelnemende partijen De BNG bank is een structuurvennootschap. Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 337.000.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 4.257.000.000 € 4.220.000.000
Vreemd vermogen € 133.252.000.000 € 135.805.000.000
Relatie met programma 0. Bestuur en Ondersteuning
Achtergrondinformatie -
Kleur stoplicht Groen
Sturingsarrangement Passief
Website www.bng.nl

Oasen NV

Terug naar navigatie - Oasen NV
11. Oasen NV
Vestigingsplaats Gouda
Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
Doel

Leveren van helder en betrouwbaar drinkwater

Openbaar belang Drinkwatervoorziening
Financieel belang

De gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 29 van de 748 aandelen (3,9%). De aandelen hebben een nominale waarde van € 455 per aandeel. Er zijn 748 aandelen geplaatst bij de gemeenten in het verzorgingsgebied van Oasen NV. Dit komt ongeveer neer op ongeveer 1 aandeel per 1.000 inwoners. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) bestaat uit vertegenwoordigers van aandeelhoudende gemeenten.

Bestuurlijk belang De gemeente wordt vertegenwoordigd in de aandeelhoudersvergadering door wethouder A.M.J.M. Janssen.
Deelnemende partijen https://www.oasen.nl/over-oasen/bedrijfsstructuur/aandeelhouders
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 4.826.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 108.494.000 € 103.668.000
Vreemd vermogen € 159.959.000 € 162.538.000
Relatie met programma 0. Bestuur en Ondersteuning
Achtergrondinformatie -
Kleur stoplicht Groen
Sturingsarrangement Passief
Website www.oasen.nl

Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden

Terug naar navigatie - Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden
12. Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden
Vestigingsplaats Dordrecht
Rechtsvorm Binnen de ROM-D groep participeert gemeente Papendrecht direct in de:
- naamloze vennootschap ROM-D holding (ROM-D Holding NV);
- commanditaire vennootschap ROM-D Dordtse Kil III (ROM-D Dordtse Kill III CV).
Doel

Versterken en uitbouwen regionale economie.

Openbaar belang Versterken en uitbouwen van de regionale economie door: uitgifte van kavels, ontwikkeling van bedrijventerreinen, revitalisering van bestaande bedrijventerreinen en promotie van de regio Drechtsteden, als vestigingslocatie voor bedrijven.
Financieel belang

De gemeente Papendrecht heeft een kapitaalinbreng in
- ROM-D Holding van € 150.000.
- ROM-D Dordtse Kil III € 194.000.
Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal: € 344.000. Deze inbreng bestaat uit aandelen in ROM-D Holding, respectievelijk deelname in het commanditair kapitaal van ROM-D Dordtse Kil III. De gemeente heeft binnen de ROM-D Holding N.V. een aandeel van 3% en in de ROM-D Kil III een aandeel van 2%.

Bestuurlijk belang De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder P.L. Paans vertegenwoordigd.
Deelnemende partijen Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht, de Provincie Zuid-Holland en Rotterdam.
Kerncijfers
ROM-D NV    
Jaarresultaat 2017 -/- € 51.000  
  31-12-2017 31-12-2016
Eigen vermogen € 4.102.000 € 4.153.000
Vreemd vermogen € 2.150.000 € 2.154.000
     
ROM-D CV    
Jaarresultaat 2017 € 609.000  
  31-12-2017 31-12-2016
Eigen vermogen € 9.569.000 € 8.959.000
Vreemd vermogen € 9.107.000 € 12.873.000
Relatie met programma 0. Bestuur en ondersteuning
3. Economie
8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing
Achtergrondinformatie Na diverse fasen van onderhandelingen hebben de Drechtsteden en de Provincie Zuid-Holland in 2018 overeenstemming bereikt over de uittredingsvoorwaarden BNG-Gebiedsontwikkeling. In 2019 is de BNG formeel uitgetreden.
Kleur stoplicht Groen
Sturingsarrangement Passief
Website www.rom-d.nl

Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV

Terug naar navigatie - Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV
13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV
Vestigingsplaats Papendrecht
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Doel

Deelnemen in een besloten vennootschap die participeert als beherend vennootschap in een commanditaire vennootschap ter exploitatie van een fabriek gelegen op het terrein Slobbengors.

Openbaar belang Borging werkgelegenheid.
Financieel belang

Gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 100% van de aandelen. Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal € 18.000.

Bestuurlijk belang De gemeente wordt vertegenwoordigd door wethouder P.L. Paans.
Deelnemende partijen Papendrecht
Kerncijfers
Jaarresultaat 2017 -/- € 6.000  
  31-12-2017 31-12-2016
Eigen vermogen € 12.000 € 12.000
Vreemd vermogen € 12.000 € 10.000
Relatie met programma 0. Bestuur en ondersteuning
3. Economie
Achtergrondinformatie -
Kleur stoplicht Groen
Sturingsarrangement Passief
Website -

Recreatie en Cultuur holding BV

Terug naar navigatie - Recreatie en Cultuur holding BV
14 Recreatie en Cultuur holding BV
Vestigingsplaats Papendrecht
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Doel

Deelnemen in een besloten vennootschap die de exploitatie van Theater De Willem en de binnensportaccommodaties verzorgt.

Openbaar belang Borging voorzieningen op het gebied van sport en cultuur.
Financieel belang

Gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 100% van de aandelen. Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal € 450.000.

Bestuurlijk belang De gemeente wordt vertegenwoordigd door wethouder C. de Ruiter.
Deelnemende partijen Papendrecht
Kerncijfers
Jaarresultaat 2018 € 135.000  
  31-12-2018 31-12-2017
Eigen vermogen € 585.000 € 450.000
Vreemd vermogen € 1.076.000 -
Relatie met programma 5. Sport, Cultuur en recreatie
Achtergrondinformatie Deze holding exploiteert het theater en binnensportaccommodaties van Papendrecht. Gezien het opstartjaar wordt deze BV actief gevolgd.
Bij de vorming van het gemeentelijk sport- en recreatiebedrijf is het beogen van winst een van de uitgangspunten geweest. Met de inwerkingtreding van de Specifieke Uitkering Stimulering Sport (SPUK) dient de belastingdienst een standpunt in te nemen over het wel/niet beogen van winst van het sportbedrijf. De belastingdienst heeft nog geen uitspraak gedaan.
Kleur stoplicht Oranje
Sturingsarrangement Maatwerk
Website www.sportpapendrecht.nl
www.theaterdewillem.nl

7. Bedrijfsvoering

7. Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - 7. Bedrijfsvoering

Ontwikkeling organisatie
De gemeentelijke organisatie ontwikkelt zich in 2020 verder. Afdelingsgrenzen zijn ondergeschikt en er wordt in teams en opgavegericht gewerkt. De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor de strategische ondersteuning van het college van B&W en voor de integrale concern brede aansturing. Het managementteam is geeft leiding aan de teamleiders, heeft een strategische adviesrol ten aanzien van het college van B&W en is ambtelijk opdrachtgever van de verschillende programma's. Het managementteam neemt concern brede besluiten onder andere ten aanzien van de bedrijfsvoering en is gezamenlijk verantwoordelijk voor de organisatieontwikkeling.

Ontwikkeling HRM
De HRM-activiteiten in 2020 zijn gericht zijn op de nieuwe organisatie indeling, de ondersteuning van de nieuwe teamleiders en duurzame inzetbaarheid.

Personeel
Medewerkers moeten steeds meer de samenwerking zoeken met de samenleving, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Daarnaast verlangen inwoners ook kwaliteit van beleid en dienstverlening. Dit alles vraagt van medewerkers een andere inzetbaarheid, andere competenties, een andere manier van werken.
Als werkgever willen we een spiegel zijn van wat van een participatiemaatschappij wordt verwacht. Dit betekent dat ook in het HRM-beleid flexibiliteit, verantwoordelijkheid, ruimte maar ook respect en integer handelen belangrijke waarden zijn. Dit moet leiden tot zelfstandige, goed gekwalificeerde en tevreden medewerkers die flexibel en duurzaam inzetbaar zijn.

Wetgeving en flexibilisering
In de nieuwe cao 2019-2020 zijn naast salarisafspraken, afspraken vastgelegd ter uitvoering van nieuwe of vernieuwde wetgeving die per 1 januari 2020 gaat gelden. Meeste impact heeft de Wet Normalisatie Rechtspositie Ambtenaren, waarmee de ambtelijke status komt te vervallen en ook voor overheidspersoneel het 'gewone' arbeidsrecht gaat gelden.
De organisatie kan niet zonder inhuur van specifieke deskundigheid en extra capaciteit om alle taken op het gewenste moment uit te voeren. Om toekomstbestendig te zijn maar ook vanuit een goede uitvoering van de nieuwe wetgeving is wel een passend evenwicht van de capaciteitsinzet van eigen medewerkers en externe inhuur van belang.

Regionale aanpak: Goed werkgeverschap
Vanuit 'Goed werkgeverschap' is regionaal een aantal thema's benoemd, die ook in 2020 verdere uitgewerkt gaan worden.:
            • Belonen en waarderen en functiegebouw
            • Mobiliteit / Faciliteren uitwisseling personeel
            • Terugdringen ziekteverzuim

De krapte op de arbeidsmarkt en de behoefte aan nieuwe instroom ter ondersteuning van de organisatievernieuwing vraagt ook aandacht voor betere arbeidsmarktcommunicatie en professionalisering van de werving- en selectie instrumenten. Daarnaast is en wordt sterk ingezet op het (regionale) traineeprogramma met werving en behoud van jong talent. het streven is dat de gemeentelijke organisatie voor die jongeren een boeiende en uitdagende werkomgeving is.

Duurzame inzetbaarheid
Regionaal maar ook vanuit de nieuwe cao blijft duurzame inzetbaarheid een speerpunt. Beoogd wordt dat medewerkers voldoende in staat zijn hun werkzaamheden af te stemmen en aan te passen op de ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie. Daarnaast en in lijn daarmee zal er ruimte moeten zijn voor het tegemoetkomen aan wensen op het gebied van (loopbaan)ontwikkeling en moet er sprake zijn van een goede balans tussen werk, privé en zorg. Het is aan de medewerker zelf om de regie te nemen met een faciliterende rol voor de werkgever. Vanuit VNG en vakbonden wordt gewerkt aan een vitaliteitsbeleid

Juridische kwaliteitszorg
2020 staat in het teken van de digitale overheid. Dit betreft onder andere voorbereiding van de invoering van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer, (op grond waarvan de inwoners alle formele verzoeken aan de overheid digitaal moeten kunnen indienen) en de wijziging van de Wet elektronische bekendmaking (die uitbreiding bevat van de verplicht digitaal bekend te maken besluitvorming). Verder blijft de Algemene verordening gegevensbescherming (waaronder informatieveiligheid) (AVG) onverminderd grote aandacht vragen.
In het kader van de organisatie ontwikkeling worden de teamleiders verantwoordelijk voor het voldoen van hun werkprocessen aan de AVG, waar na risico analyses mogelijk maatregelen getroffen dienen te worden. Dit is ook gekoppeld aan het nieuwe klant-, zaak- en archiefsysteem. Een verdere slag zal gemaakt moeten worden met het sluiten van verwerkersovereenkomsten, ook binnen de regionale dienstverlening. Wat betreft contractbeheer wordt bekeken of een koppeling met de financiële systemen mogelijk is. Betreffende de aansprakelijkstelling van Chemours zullen in 2020 na zorgvuldig onderzoek ook stappen gezet worden. De accounthoudersrol richting het Juridisch kenniscentrum van het SCD krijgt aandacht in het kader van verbeterde dienstverlening. De regionale samenwerking op gebied van privacy en juridisch control levert zijn vruchten op en zal in 2020 worden voortgezet.

Bezwaarschriften, klachten en Wob
De afgelopen jaren is de inzet van mediationvaardigheden bij afhandeling van bezwaarschriften en klachten gemeengoed geworden. Toch blijft altijd een deel over dat op formele wijze wordt afgedaan. Het aantal verzoeken op grond van Wet openbaarheid van bestuur is de afgelopen periode sterk verminderd. Daarbij zien we een (kleine) verschuiving van vermoedelijke misbruikers naar verzoeken op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming.
De verwachting is dat in 2020 de Wet open overheid (Woo) van kracht wordt, die de Wet openbaarheid van bestuur vervangt (Wob). Deze nieuwe wet heeft tot doel om overheden transparanter te maken. De wet stelt regels op over toegankelijkheid en moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. De kern van de wet is dat overheidsorganisaties verplicht zijn om meer categorieën documenten actief openbaar te maken. Daarbij gaat het in ieder geval om informatie over het beleid, inclusief de voorbereiding, uitvoering, naleving, handhaving en evaluatie. Dit implementatie van deze wet zal de nodige tijd vergen.

Veilige Publieke Taak (VPT)
Agressie tegen medewerkers met een publieke taak is een maatschappelijk probleem in Nederland. In de huidige samenleving zijn twee processen zichtbaar: maatschappelijke verruwing (lomp, brutaal en onbeschaafd gedrag) en maatschappelijke verharding (minder solidariteit en medeleven voor anderen).
Een aantal jaar geleden is het programma Veilige Publieke Taak gestart door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit programma wil de minister bereiken dat de overheid, werkgevers en medewerkers hun verantwoordelijkheid nemen om agressie en geweld terug te dringen en respect te herwinnen. Werkgevers en medewerkers met een publieke taak moeten deze taak op een veilige en respectvolle manier kunnen uitvoeren. Dit betekent dat medewerkers burgers met respect tegemoet treden en ditzelfde terug mogen verwachten.
In de gemeente Papendrecht is in 2002 een Agressieplan opgesteld. Dit plan is echter sterk verouderd en niet ingespeeld op recente maatschappelijke ontwikkelingen. Om die reden wordt in 2020 het project VPT opgepakt.

Integriteit
De gemeente is wettelijk verplicht tot het voeren van een integriteitbeleid. Reeds in 2015 is een totaalpakket aan regionale integriteitregelingen vastgesteld. Hiermee is een basis gelegd voor het voeren van een gemeenschappelijk integriteitbeleid binnen de organisaties in het netwerk op grond van gedeelde normen en waarden. Gemeente Papendrecht voert integriteitbeleid met aandacht voor zowel de ambtelijke organisatie als politieke organen. Voor 2020 staat het onderhouden van het moreel beraad op de agenda, daarmee wordt meer bewustwording gecreëerd van mogelijke dilemma's en wordt moresprudentie gemaakt: het duiden van grijs naar zwart of wit: 'zo doen we dat hier'.

Vertrouwenspersoon
De gemeente Papendrecht heeft drie (gecertificeerde)vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen en integriteit. In navolging van het regionale integriteitbeleid wordt hier ook ingezet op regionale samenwerking. De vertrouwenspersonen hebben zitting in een intervisiegroep in de regio en kunnen elkaar in bijzondere gevallen ook vervangen. Medewerkers die grensoverschrijdend gedrag ervaren, kunnen deze vertrouwenspersonen op vertrouwelijke basis benaderen voor een luisterend oor, advies en bijstand. De vertrouwenspersoon is er in de eerste plaats voor opvang en begeleiding van medewerkers die ongewenst gedrag (hebben) ervaren. Daarnaast zijn zij binnen de organisatie ook van betekenis voor de voorlichting over grensoverschrijdend gedrag en voor gevraagd en ongevraagd advies aan het management over het stellen en handhaven van gedragsnormen.
De vertrouwenspersoon heeft een geheimhoudingsplicht en een intern verschoningsrecht. Hij is alleen verantwoording schuldig aan het hoogste gezag van de organisatie en legt geen inhoudelijke verantwoording af aangaande individuele gevallen.

Informatiemanagement en ICT
De gemeente Papendrecht streeft voor 2020 met het strategisch informatiebeleid naar een organisatie, die flexibel, schaalbaar en innovatief is. Dit informatiebeleid richt zich op de lokale situatie en past tegelijkertijd bij de regionale situatie. Om dit te kunnen bereiken, moeten de snijvlakken tussen ICT, informatievoorziening, geo-informatie, bestuurlijke processen en informatieveiligheid versterkt worden – om een waardevolle bijdrage te kunnen leveren aan een versterkte en flexibele organisatie.
Het afgelopen jaar heeft de gemeente Papendrecht op het gebied van informatiemanagement en ICT stappen gezet om verschillende doelen te bereiken. Nu willen we de ICT en informatiemanagement verder verdiepen en versterken, zodat deze ook in de toekomst duurzaam geborgd blijven.

Informatieveiligheid
De landelijke uitrol van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid(BIO )is een jaar opgeschoven. In 2019 hebben enkele gemeenten proef gedraaid met dit normenkader. Voor de overige gemeenten, waaronder Papendrecht, geldt dat de horizontale en verticale verantwoording over 2019 nog op basis van Baseline Informatiebeveiliging Gemeente (BIG)zal plaatsvinden. De zelfevaluatie en de audit zullen uiterlijk 15 juli 2020 zijn afgerond (Zie ook schema's).
Eind 2019 is er gestart met een nieuw regionaal informatiebeveiligingsbeleid. Dit zal begin 2020 ter informatie/ voor besluitvorming aan de raad worden aangeboden. De BIO en het nieuwe regionale informatiebeveiligingsbeleid hebben invloed op de lokale beleidsdocumenten. In 2020 zal actualisatie van het lokale informatiebeleidsplan, het tactische - en het operationele beveiligingsplan moeten plaatsvinden.
Bekendheid met dreigingen en risico's binnen de gehele organisatie is essentieel. Er is continue aandacht nodig voor wat de impact is op de werkprocessen en producten. Met de invoering van het klant-, zaak- en archiefsysteem (Inproces) en een procesmanagementtool worden handvatten geboden om de risicobereidheid (risk appetite) te bepalen.

Landelijk zijn met de BIO ook de 10 principes voor informatiebeveiliging aangenomen.

De principes zijn als volgt:
     •     Bestuurders bevorderen een veilige cultuur.
     •     Informatiebeveiliging is van iedereen.
     •     Informatiebeveiliging is risicomanagement.
     •     Risicomanagement is onderdeel van de besluitvorming.
     •     Informatiebeveiliging behoeft ook aandacht in (keten)samenwerking.
     •     Informatiebeveiliging is een proces.
     •     Informatiebeveiliging kost geld.
     •     Onzekerheid dient te worden ingecalculeerd.
     •     Verbetering komt voort uit leren en ervaring.
     •     Het bestuur controleert en evalueert.

Binnen de (programma)begroting is hiervoor nog onvoldoende aandacht. In 2020 moet duidelijk worden welke doelstellingen en risk appetite de gemeente hanteert. Middelen en capaciteit zullen op basis van de BIO moeten worden geborgd.

Planning en control
Het streven is de informatie die in de P&C producten is opgenomen transparant te maken. Dit jaar is de begroting weer ingericht volgens de taakvelden van de BBV. Voordelen daarvan zijn vergelijkbaarheid met andere gemeenten, duidelijkheid over bestuurlijke autorisaties en uniformiteit in informatievoorziening.