De stand van de reserves na resultaatbestemming bedraagt ultimo 2015 € 23,4 miljoen. Hiervan is € 17,6 miljoen vrij besteedbaar. Dit betreft het vrij besteedbare deel van de Algemene reserve, van de reserve raadsvisie, van de reserve zonder naam en specifieke risicoreserves. Het risico wordt gecalculeerd op € 14,5 miljoen. Het incidenteel weerstandsvermogen komt uit op € 3,0 miljoen.
Toelichting van de risico's
Risico’s grondexploitatie
De risico’s van de grondexploitaties zijn bij de jaarrekening 2015 geactualiseerd. Dit heeft tot een bijstelling geleid (zie paragraaf Grondbeleid). Gelet op de onzekere economische ontwikkelingen wordt als maatregel voor de beheersing van het risico op de grondexploitaties een reserve aangehouden ter grootte van het financiële risico.
Risico's Noordoevers transformatie zone
De Risicoreserve Noordoevers wordt in lijn met besluitvorming aangehouden op het maximum risico. Hiermee zijn de risico’s bij de grondexploitatie afgedekt.
Risico's erfpachtgronden
De fabriekslocatie van fokker aan de industrieweg wordt door de gemeente in erfpacht uitgegeven. Om het risico op waardedaling op te vangen wordt een deel van de erfpachtcanon gereserveerd.
Risico's deelnemingen
De gemeente loopt bij de deelneming Fabriek Slobbengors CV een financieringsrisico. Het risico-aandeel in de rentevergoeding wordt ter afdekking van dit risico gestort in de risicoreserve deelnemingen.
Risico's frictie personeel
Dit betreft het risico op deze frictiekosten bij (re) organisaties als gevolg van lokale en regionale ontwikkelingen. De gemeente is aangaande ww-verplichtingen eigen risicodrager. Daarnaast brengt de begeleiding van medewerkers van werk naar werk ook kosten met zich mee.
Risico's verbonden partijen sociaal domein
Dit betreft het risico dat de gemeente loopt op alle publieke verbonden partijen die gelieerd zijn aan het sociaal domein. Dit betreft de SDD, de Soj, DG&J en Drechtwerk. Verbonden partijen hebben, omdat de gemeenten dienen als achtervang, zelf beperkt weerstandvermogen. Gemeenten zullen voor het overige deel in het lokale weerstandsvermogen middelen moeten reserveren. Voor bepaling van het gemeentelijke risico is uitgegaan van de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing uit de jaarstukken 2015 en/of de begroting 2017 van deze verbonden partijen. Voor de uitvoering van de decentralisaties is het uitgangspunt dat de desbetreffende taken worden uitgevoerd voor het geld dat er vanuit het Rijk voor beschikbaar is. Wij sluiten echter ook na het eerste volledige uitvoeringsjaar niet uit dat in de komende periode extra geld nodig zal zijn om de taken uit te voeren.
Risico’s overige verbonden partijen
Dit betreft het risico dat de gemeente loopt op alle publieke verbonden partijen die niet zijn gelieerd aan het sociaal domein. Doordat gemeenten dienen als achtervang hebben verbonden partijen zelf beperkt weerstandvermogen. Gemeenten zullen voor het overige deel in het lokale weerstandsvermogen middelen moeten reserveren. Voor bepaling van het gemeentelijke risico’s is uitgegaan van de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing uit de jaarstukken 2015 en/of de begroting 2017 van deze verbonden partijen.
Risico's Vennootschapsbelasting
Vanaf 1 januari 2016 zijn gemeenten VPB-plichtig. Hierdoor moeten gemeenten over de winst van bedrijfsonderdelen die volgens de wet op de vennootschapsbelasting kwalificeren als onderneming belasting over de winst afdragen. In 2016 worden mogelijke financiële effecten geïnventariseerd.
Risico's afgegeven gemeentegaranties
De gemeente staat voor in totaal € 55,1 miljoen garant. Hiervan had € 35,7 miljoen betrekking op de achtervangpositie in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (indirecte borgstelling). Gezien de rond dat fonds gebouwde zekerheidsstructuur is hieraan een relatief laag risico verbonden. Het bedrag aan directe borgstellingen (exclusief de borgstelling voor de gemeenschappelijke regelingen) bedroeg per eind 2015 € 9,1 miljoen. Ook hier zijn voldoende zekerheden gesteld, waardoor het risico beperkt is.
Risico's overig
Dit betreft onder andere negatieve bijstelling van het gemeentefonds, schadeclaims, lagere rijksbijdrage decentralisaties sociaal domein en wijziging in (fiscale)wetgeving.