Paragrafen

1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In deze paragraaf wordt beschreven hoe wij omgaan met risico's en hoe groot deze moet zijn om deze op te kunnen vangen. Weerstandsvermogen geeft aan of het vermogen van de gemeente Papendrecht toereikend is om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat het beleid moet worden aangepast.

Het weerstandsvermogen bestaat uit een incidenteel en een structureel deel. Het incidentele deel is het vermogen om onverwachte incidentele tegenvallers op te vangen, het structurele deel om onverwachte tegenvallers structureel op te vangen.

Het weerstandsvermogen wordt berekend door gecalculeerde risico's in mindering te brengen op de vrij besteedbare middelen en/of reserves en het begrotingsresultaat van het lopende jaar. Het weerstandsvermogen op termijn wordt berekend door gecalculeerde risico's in mindering te brengen op de vrij besteedbare middelen en/of reserves en het begrotingsresultaat op termijn. Het weerstandsvermogen geeft het volgende beeld:



Structureel weerstandsvermogen
Het structureel weerstandsvermogen is bestemd voor tegenvallers als gevolg van autonome ontwikkelingen en calamiteiten waarvoor geen budget aanwezig is. Het is toegestaan om gedurende een aantal jaren een bestemmingsreserve in te zetten. Structurele tegenvallers dienen uiteindelijk structureel uit het begrotingsresultaat te worden gefinancierd. Het structureel weerstandsvermogen van de gemeente Papendrecht is:



Toelichting:

1. Budget onvoorziene uitgaven
Voor onvoorziene uitgaven is jaarlijks € 100.000 beschikbaar.

2. Onbenutte belastingcapaciteit
Gemeenten mogen gezamenlijk de opbrengsten van de onroerende zaakbelasting (OZB) in 2019 met maximaal 4 % verhogen. Deze macronorm is ingesteld om grote lokale lastenstijgingen te voorkomen. In 2019 is de totale OZB-omvang aangepast met 1,4% inflatie. De onbenutte belastingcapaciteit (het gat tussen de 1,4% en 4%) is structureel € 140.000. Om de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB op termijn te bepalen is gebruik gemaakt van de berekeningswijze OZB-tarief van het rijk voor toelating tot artikel 12. Daarmee wordt de maximale verhoging berekend, voordat de artikel 12 status van toepassing kan worden. Op termijn is sprake van een onbenutte belastingcapaciteit van
€ 2.000.000. Overige belastingen zijn 100% kostendekkend.

3. Rente-effect aanwending van alle reserves
De gemeente Papendrecht heeft ultimo 2022 voor naar verwachting € 40 miljoen aan reserves. Het aanwenden van reserves heeft een ongunstig effect op het renteresultaat. Bij aanwending neemt de financieringsbehoefte toe en stijgen de rentelasten, dit kan leiden tot een nadeel van € 0,6 miljoen.

Incidenteel weerstandsvermogen
De stand van de reserves per 1-1-2019 is € 38,1 miljoen. Hiervan is € 32,5 miljoen vrij besteedbaar. Dit betreft de algemene reserve en specifieke risico reserves. Het risico wordt gecalculeerd op € 10,4 miljoen. Het incidenteel weerstandsvermogen komt uit op € 22,0 miljoen (voor de berekening zie tabel).



Toelichting van de risico's

Risico’s grondexploitaties
De risico’s van de grondexploitaties zijn bij de jaarrekening 2017 geactualiseerd. Voor de beheersing van het risico op de grondexploitaties wordt een reserve aangehouden ter grootte van het financiële risico.

Risico's frictie personeel
Dit betreft het risico op deze frictiekosten bij (re)organisaties als gevolg van lokale en regionale ontwikkelingen. De gemeente is aangaande ww-verplichtingen eigen risicodrager. Daarnaast brengt de begeleiding van medewerkers van werk naar werk ook kosten met zich mee.

Risico's erfpachtgronden en deelnemingen
De fabriekslocatie van Fokker aan de industrieweg wordt door de gemeente in erfpacht uitgegeven. Om het risico op waardedaling op te vangen wordt een deel van de erfpachtcanon gereserveerd.

De gemeente loopt bij de deelneming en verstrekte lening aan de Fabriek Slobbengors CV en bij de verstrekte lening aan Rivas een financieringsrisico. De risico-aandelen in de rentevergoeding worden ter afdekking van dit risico gestort in de algemene reserve.

Risico's verbonden partijen sociaal domein
Dit betreft het risico dat de gemeente loopt op het sociaal domein. Dit betreft met name de risico's op de verbonden partijen SDD, de Soj, DG&J en Drechtwerk. Verbonden partijen hebben zelf beperkt weerstandvermogen, omdat de gemeenten als achtervang dienen. Gemeenten zullen voor het overige deel in het lokale weerstandsvermogen middelen moeten reserveren. Voor bepaling van het gemeentelijke risico is uitgegaan van de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing uit de Jaarstukken 2017 en/of de begroting 2019 van deze verbonden partijen. Deze risico's zijn vermeld in onderstaand overzicht.



Risico’s overige verbonden partijen
Dit betreft het risico dat de gemeente loopt op alle publieke verbonden partijen die niet zijn gelieerd aan het sociaal domein. Doordat gemeenten dienen als achtervang hebben verbonden partijen zelf beperkt weerstandvermogen. Gemeenten zullen voor het overige deel in het lokale weerstandsvermogen middelen moeten reserveren. Voor bepaling van het gemeentelijke risico’s is uitgegaan van de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing uit de jaarstukken en begroting van deze verbonden partijen. Deze risico's zijn vermeld in onderstaand overzicht.



Risico's afgegeven gemeentegaranties
De gemeente staat voor in totaal € 70,3 miljoen garant (peildatum 1-1-2018). Hiervan heeft € 60,5 miljoen betrekking op de achtervangpositie in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (indirecte borgstelling). Gezien de zekerheidsstructuur van dat fonds is hieraan een relatief laag risico verbonden. De directe borgstellingen (exclusief de borgstelling voor de gemeenschappelijke regelingen) is € 9,8 miljoen. Ook hier zijn voldoende zekerheden gesteld, waardoor het risico beperkt is.

Risico's overig
Dit betreft onder andere negatieve bijstelling van het gemeentefonds, schadeclaims, hogere inflatie en wijziging in (fiscale)wetgeving.

Beoordeling weerstandscapaciteit
Voor de beoordeling van de weerstandscapaciteit gaat het om een beoordeling van de relatie tussen het beschikbare weerstandsvermogen en het, aan de risico's gerelateerde, benodigde weerstandsvermogen. Voor de hoogte en samenstelling van het weerstandsvermogen zijn geen landelijke normen en richtlijnen vastgesteld. De normen voor het weerstandsvermogen worden door de raad vastgesteld.

Een gangbare norm is het hanteren van een beoogde weerstandsratio (= weerstandsvermogen gedeeld door risico’s) van tussen de 1 en 1,5. Met een weerstandsratio van 2 of hoger is het weerstandsvermogen goed tot uitstekend te noemen. De gemeentelijke weerstandsratio voor algemene risico's bedraagt 3,1. De stand van de vrij besteedbare reserves is hiermee ruimt voldoende om de risico's op te vangen. In onderstaande tabel is de berekening opgenomen.



Conclusies

  • Voor concrete risico’s zijn specifieke reserves benoemd en is de omvang inzichtelijk.
  • Het incidentele weerstandsvermogen is om eenmalige tegenvallers te financieren. Met een omvang van € 32,5 miljoen per 1-1-2019 en in samenhang met de huidige risico’s van € 10,4 miljoen is het weerstandsvermogen toereikend.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

De kengetallen geven zicht op de financiële positie van de gemeente en bieden de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken. Daarmee dragen deze kengetallen bij aan de controlerende en kaderstellende taak van de gemeenteraad.





Netto schuldquote
Met de netto schuldquote worden de totale schulden afgezet tegen het totaal aan baten van de gemeente. In de VNG-uitgave "Houdbare Gemeentefinanciën" is aangegeven dat wanneer de schuld lager is dan de gemeentelijke jaaromzet (<100%) dit als voldoende kan worden beschouwd. Tussen de 100% en 130% is matig, meer dan 130% is onvoldoende.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Van alle leningen is € 20 miljoen doorgesluisd. De verstrekte leningen betreffen o.a. de leningen aan Rivas en Fokker. Hiervoor wordt een rentevergoeding ontvangen.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio laat zien welk deel van het bezit van de gemeente wordt bekostigd met eigen vermogen. In de VNG-uitgave "Houdbare Gemeentefinanciën" is aangegeven dat gemiddeld de solvabiliteitsratio zich begeeft tussen de 30% en 70%. Bij een solvabiliteitsratio tussen 20% en 30% is het matig en bij een percentage van <20% heeft een gemeente zijn bezit te zwaar belast met schuld.

Kengetal grondexploitatie
Met het aandeel grondexploitaties wordt aangeven hoe de boekwaarde van de in exploitatie genomen gronden zich verhoudt tot de totale baten van de gemeente. De norm is maximaal 25%, meer dan 35% is onvoldoende.

Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal structurele begrotingsruimte geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte is binnen de vastgestelde begroting of rekening en geeft daarmee aan of de gemeente in staat is structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. De artikel 12 norm is 0,5%, de structurele ruimte is matig als deze tussen de 0,0% en 0,5% ligt.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit laat zien hoe de woonlasten zich verhouden ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. Meer dan 110% is matig, meer dan 130% onvoldoende.

Bevindingen

  • De netto schuld quote neemt af vanwege aangetrokken en ook weer verstrekte leningen. De netto schuld quote gecorrigeerd voor alle versterkte leningen is voldoende.
  • De solvabiliteitsratio stijgt door toenemend eigen vermogen en een afnemend balanstotaal.
  • De gemeente heeft relatief veel gefinancierd met vreemd vermogen. Dit is te verklaren gezien het hoge voorzieningenniveau binnen Papendrecht en de recente investeringen hierin. Verder heeft de gemeente veel economische activiteiten (parkeren, sportcentrum en theater) in eigen beheer. Het financieren hiervan met vreemd vermogen is niet ongebruikelijk.
  • Het aandeel van de grondexploitatie neemt af. Dit wordt veroorzaakt, doordat de complexen in de eindfase zitten.
  • De structurele exploitatieruimte laat een overschot zien.

2. Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf wordt aangegeven hoe omgegaan wordt met gemeentelijke kapitaalgoederen in 2019. De gemeente heeft op haar grondgebied kapitaalgoederen in de vorm van wegen, civiele constructies, riolering, openbare verlichting, water, groen, speelruimten en vastgoed. Deze kapitaalgoederen zijn van belang voor het zo goed mogelijk functioneren van onze gemeente op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, verkeer en vervoer en recreatie. De gemeente Papendrecht wil haar kapitaalgoederen goed onderhouden en in een goede staat houden. Deze paragraaf geeft inzicht in de wijze van onderhoud & vervanging en de financiële lasten daarvan.

Het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen is zoveel mogelijk vastgelegd in het Uitvoeringsplan IBOR, de individuele beleids-/beheerplannen en/of meerjaren onderhoudsplannen, waarbij aandacht is voor de komende energietransitie, uitrol van klimaatadaptatie en duurzaamheid. Bij riolering is dit vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan. Bij wegen is dit het Civiel Technisch Beheerplan en bij groen het Groenbeleids- en beheerplan vastgelegd.

Kerncijfers (in beheer) van Papendrecht

Verharding 1.815.000 m2 77% elementen, 21% asfalt en 2% overige
Groen 1.660.000 m2 Incl. sportvelden, begraafplaats
Water 440.000 m2 Excl. onderhoud derden

Het beheerareaal omvat verder:

Riolering (vrijverval riolering) 157 km
Gemalen 81 stuks
Bomen (excl. Waterschap en derden) 14.300 stuks
Beschoeiing en oevers 74 km
Lichtmasten 6.300 stuks
Speeltoestellen (incl. scholen) 710 stuks
Bruggen 202 stuks
Waterbushaltes 3 stuks
Damwanden en walmuren 2.355 m1
Geluidsschermen 4.100 m1
Gebouwen 35 stuks
Verkeersregelinstallaties 5 stuks
Waterbuspontons 3 stuks


Beheervisie

De openbare ruimte wordt door middel van integraal beheer en onderhoud in stand gehouden. Belangrijk hierbij is dat klein onderhoud, groot onderhoud en vervanging in onderlinge samenhang worden uitgevoerd. Dit proces is, aan de hand van de levenscyclus van de weg, onderstaand in beeld gebracht.



Beheer wordt kort gedefinieerd als alle maatregelen waarmee de openbare ruimte in stand wordt gehouden. Naast het uitvoeren van fysieke onderhoudsmaatregelen, betekent dit ook sturing geven (beleidsontwikkeling, optimaliseren van de bedrijfsvoering, etc.). Bij het fysieke onderhoud onderscheiden we verzorging (van de openbare ruimte) en het technisch onderhoud van de objecten. Voorbeelden van de technische verzorging zijn bijvoorbeeld de bestrijding van onkruid, het verwijderen van zwerfvuil en graffiti. Het technisch onderhoud omvat het onderhouden van de objecten door middel onderhoudsmaatregelen, bijvoorbeeld het herstraten van wegen, vervangen van brugdekdelen, etc. Belangrijk hierbij is dat zowel het klein onderhoud als het planmatig groot onderhoud en tijdige vervanging bijdragen aan een voldoende technische staat.

Beleidskaders

Terug naar navigatie - Beleidskaders

Algemeen

Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
Het Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 gaat over het beheer en de kwaliteit van de openbare ruimte en de hierbij horende inzet van financiële middelen. Het uitvoeringsplan biedt het kader voor integraal beheer en samenwerking en leidt tot samenhangende planvorming, logische en efficiënte uitvoering en een financieel beheersbaar geheel.

Riolering

Beleidskader
- Gemeentelijk Rioleringsplan Papendrecht (GRP) 2014-2018.
- Stedelijk Waterplan 2007-2016.
- Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
- Gemeentelijke meerjarenbegroting 2019/2020.

De Wet milieubeheer (binnenkort onderdeel Omgevingswet) bepaalt dat gemeenten verplicht zijn een geldig verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) te hebben. Dit geldt voor zowel de riolering als voor rioolgemalen. Een verbreed vGRP wil hierbij zeggen dat de gemeente naast een zorgplicht voor afvalwater ook de zorgplicht heeft voor hemelwater en grondwater. Naast deze zorgplichten zijn de kosten van de activiteiten en de gevolgen voor de rioolheffing op korte en lange termijn in beeld gebracht. Volgens planning zal begin 2019 een nieuw vGRP aan de Gemeenteraad ter besluitvorming worden aangeboden.

Gemeente Papendrecht heeft gezamenlijk met Waterschap Rivierenland een Stedelijk Waterplan (SWP) vastgesteld. In 2017 is het Stedelijk Waterplan verder uitgewerkt en aangevuld met het streefbeelden waterplan. Het doel is het bevorderen van de flora & fauna in en rond de watergangen in de gemeente en het verbeteren van waterkwaliteit. Het huidig Waterplan blijft zijn geldigheid behouden, waarbij de doorlooptijd bij besluitvorming wordt meegenomen.

De riolering is leidend in vervangingsprojecten, waarbij bij de vakdisciplines wegen en groen nadrukkelijk wordt gestuurd naar dit integrale vervangingsmoment. In de wijk Kraaihoek vindt specifieke afstemming plaats met Woonkracht 10 vanwege de komende renovatie van de woningen, inclusief de aanleg van een warmtenet. In de meerjarenplanning van het vGRP wordt hierop aangestuurd, waarbij het integrale vervangingsproject Weteringsingel/Boomgaardstraat als eerste project is opgenomen in de programmering.

De klimaatverandering heeft volgens de verwachtingen grote gevolgen voor het leefmilieu op de korte en langere termijn. Een belangrijk gevolg waarmee gemeenten op korte termijn te maken kunnen krijgen is het optreden lange droge periodes en van extreme neerslag, waarbij in relatief korte tijd veel neerslag valt. Veel rioolstelsels en andere afwateringssystemen zijn niet berekend op deze extremen waardoor er wateroverlast kan ontstaan. Vanwege de klimaatveranderingen en bijbehorende wateroverlast wordt bij integrale vervangingsprojecten klimaatadaptieve maatregelen uitgewerkt en toegepast. Een structurele aanpak voor het omgaan met klimaatverandering is opgenomen in de strategienota die in 2018 door het college is vastgesteld. In deze strategie wordt het omgaan met klimaatverandering breder geïmplementeerd in de organisatie.

Samenwerking in de waterketen
Landelijk hebben diverse partijen besloten de onderlinge samenwerking in de waterketen te versterken met als doel "het stimuleren van een meer doelmatige, transparante waterketen". Het waterschap Rivierenland heeft, samen met negen gemeenten in de polder Alblasserwaard- Vijfheerenlanden waaronder de drie Drechtsteden gemeenten Hardinxveld-Giessendam, Papendrecht en Sliedrecht, de samenwerkingsovereenkomst “Samenwerken in de waterketen” ondertekend. Momenteel speelt in een groot deel van de deelnemers een herindeling plaats. Gemeenten stemmen met elkaar af om te onderzoeken waar kostenbesparing binnen de riolering mogelijk is. Vooral op het gebied van “samenwerking zoeken” op beleid- / beheersmatige aspecten zijn voordelen te halen.

In 2013 is de samenwerkingsovereenkomst “Gemeenschappelijke Afvalwaterketen Alblasserwaard Vijfheerenlanden” ondertekend. Een belangrijk uitgangspunt voor Papendrecht is, dat deze samenwerking bestaat uit een netwerkorganisatie. Dit vanwege de zelfstandigheid van de gemeente, waarbij samengewerkt wordt waar efficiëntievoordelen te behalen zijn. De kern van de samenwerkingsovereenkomst is een jaarprogramma voor de samenwerkingsactiviteiten en projecten.

Binnen deze samenwerking wordt met twee ontwikkellijnen gewerkt en per ontwikkellijn zijn bestuurlijk relevante thema’s benoemd:

1) Ontwikkellijn VANDAAG (uitvoering) met thema’s: Inkoop, Samenwerking, Kosten efficiëntie en Kwaliteitsbevordering

2) Ontwikkellijn MORGEN (toekomstgerichte beleidsmatige activiteiten) met thema’s: Omgevingswet, Klimaatadaptatie en regionale klimaatstresstest.

Wegen

Beleidskader
- Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021.
- Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
- Gemeentelijke meerjarenbegroting 2019/2020.

In 2017 is het Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021 vastgesteld. Het Civiel Technisch Beheerplan volgt uit de kaders vanuit het Uitvoeringsplan IBOR en omvat naast de wegen, ook de onderdelen civiele kunstwerken, openbare verlichting, baggeren havens, de VRI's en het straatmeubilair. Hierdoor wordt integraliteit bereikt tussen de verschillende onderdelen (zoals de aansturing in de uitvoering). Het beheerplan maakt inzichtelijk hoe, waar, wanneer en tegen welke kosten de verschillende civiel technische beheeronderdelen in Papendrecht worden beheerd en onderhouden om de kwaliteit en functie in stand te houden. Daarnaast is het uitgangspunt om de leefomgeving voor de inwoners van Papendrecht aantrekkelijk te houden of te verbeteren. Voor het onderhoud aan de wegen vindt hierin intensieve afstemming plaats met het Gemeentelijk Rioleringsplan en het Groenbeheerplan 2017-2021.

De leidraad voor het inrichten van wegen zijn de principes van Duurzaam Veilig. De technische kwaliteit van de wegen wordt gebaseerd op de landelijke erkende CROW – systematiek. Een onderdeel van het Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021 is de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR). Deze LIOR wordt jaarlijks herijkt en geeft aan op welke gestandaardiseerde wijze in Papendrecht invulling gegeven wordt aan werkvoorbereiding, uitvoering en onderhoud van de openbare ruimte.

Groen

Beleidskader
- Groenbeleidsplan 2015-2024.
- Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
- Groenbeheerplan 2017-2021.
- Gemeentelijke meerjarenbegroting 2019/2020.

Het Groenbeleidsplan 2015- 2024 vormt samen met de visie uit het Groenblauwe netwerk het kompas voor het beheer, onderhoud en de investeringen in het groen en blauw binnen de gemeente Papendrecht. Het Groenbeleidsplan borgt de kwaliteiten van het groen in de hoofdstructuren en voegt structuren op wijkniveau hieraan toe. Dit geeft richting aan de toekomstige ontwikkelingen op deze structuur. Hiermee borgt en bevordert het Groenbeleidsplan het groene karakter en de groene beleving van Papendrecht. Tevens vormt het Groenbeleidsplan een noodzakelijke schakel tussen de meer abstracte beleidskaders en de op uitvoering en beheer gerichte plannen. Speerpunten uit het Groenbeleidsplan zijn: participatie, stadslandbouw en ecologie.

In 2017 is het Groenbeheerplan 2017-2021 vastgesteld. Dit beheerplan volgt uit de kaders vanuit het Uitvoeringsplan IBOR en het Groenbeleidsplan. In het Beheerplan Groen wordt omschreven hoe en waar het onderhoud en vervanging van het groen wordt uitgevoerd. Daarnaast wordt in het Beheerplan Groen omschreven hoe omgegaan wordt met participatie (zoals de sociale moestuin), omvorming van groen, het aanbrengen van natuurlijker groen & beheer, het specifieke beheer van parken en het beeldgericht werken van de buitendienst.

In 2018 is gestart met de uitwerking van het Kansenprogramma Groen, waarin de ambities, wensen en kansen vanuit het Groenbeleidsplan en Streefbeeldenplan Stedelijk Water worden samengebracht tot een integraal pakket van maatregelen en projecten. De komende jaren kan de uitrol plaatsvinden, waarin de bestaande groenstructuren onderling worden verbonden tot een samenhangend netwerk voor recreatie, flora en fauna.

In 2017 is de bomenverordening, samen meteen vernieuwde Groene Kaart en Handboek Groen, door de gemeenteraad vastgesteld. Het gaat hierbij om gemeentelijk beleid waarin de uitgangspunten staan welke bomen in aanmerking komen voor een beschermde status (gemeentelijke en particuliere).

Openbare verlichting

Beleidskader
- Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) 2015-2020.
- Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021.
- Vervangingsplan Openbare Verlichting 2018-2028.
- Gemeentelijke meerjarenbegroting 2019/2020.

De openbare verlichting vervult een belangrijke functie op het gebied van sociale veiligheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Bij projectmatige als incidentele vervanging en bij nieuwbouwprojecten wordt LED- verlichting binnen de landelijke richtlijnen aangebracht. Dit vanwege het lage energieverbruik door lage vermogens van de lichtbronnen. De Richtlijn voor Openbare Verlichting (NPR 13201) is hierin het richtsnoer.

Openbare verlichting is een onderdeel van het Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021. In het beheerplan is gelijktijdig de technische notitie openbare verlichting opgesteld. Deze notitie gaat dieper in op de verlichtingstechniek en LED (en daarmee energiebesparing), en sluit aan met de kaders van de Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020. Daarnaast geeft deze notitie het inzicht en richting voor de openbare verlichting in Papendrecht.

In het kader van de BBV wordt vervanging van verlichting met een investeringskrediet bekostigd. Het onderliggend vervangingsplan openbare verlichting is in 2018 door het college vastgesteld. Het vervangingsplan geeft aan op welke locaties in de komende jaren vervangingen noodzakelijk zijn aan de openbare verlichting. In de komende jaren vindt een toename plaats aan vervanging van de verlichting binnen de gemeente.

Samenwerking bij openbare verlichting
De gemeente Papendrecht heeft samen met negen andere gemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden een Gemeenschappelijke Regeling (met een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur ingericht voor het dagelijks beheer, databeheer en directievoering / toezicht op het onderhoudsbestek voor de openbare verlichting. Werkzaamheden uit het onderhoudsbestek worden door één gespecialiseerde aannemer het onderhoud aan de gezamenlijke openbare verlichting uitgevoerd. Het groot onderhoud, vervanging en beheer binnen de gemeente wordt door Papendrecht aangestuurd en begeleid.

Civiele constructies

Beleidskader
- Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
- Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021.
- Gemeentelijke meerjarenbegroting 2019/2020.

Civiele kunstwerken, zoals bruggen, vis- en loopsteigers, tunnels, viaducten, geluidsschermen en damwanden, zijn belangrijke elementen binnen de openbare ruimte. Het zijn onvermijdelijke verbindingen in de hoofd- en verkeersstructuren in de wijken, verbindingen in grote waterstructuren, afschermende constructies, recreatieve elementen in de wijken. Naast functionaliteit is constructieve veiligheid een belangrijk aspect bij het beheer en onderhoud van de civiele kunstwerken.

In de komende periode is extra aandacht voor de geluidsschermen langs de A15, met name voor de vervanging van de houten onderdelen (houtrot). Grootschalig onderhoud is gerapporteerd in het Civiel Technisch Beheerplan.

Speelruimten

Beleidskader
- Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.
- Uitvoeringsprogramma speelruimtebeleid Papendrecht 2011-2016.
- Gemeentelijke meerjarenbegroting 2019/2020.

Begin 2019 wordt een Uitvoeringsprogramma Speelvoorzieningen 2019–2022 aangeboden aan het College. Dit Uitvoeringsprogramma is het vervolg op het Uitvoeringsprogramma Speelruimtebeleid Papendrecht (2011-2016) en sluit aan op het Groenbeleidsplan (2015-2024) en het Uitvoeringsplan IBOR (2015-2020).

Het Uitvoeringsprogramma beschrijft de wijze waarop het beheer en onderhoud van de speelvoorzieningen in de openbare ruimte is geregeld en welke (financiële) middelen hiervoor nodig en beschikbaar zijn. Het gaat hierbij om regulier onderhoud (dagelijks onderhoud), groot onderhoud, vervanging en omvorming.

De resultaten van het Uitvoeringsprogramma Spelen zijn goede en aantrekkelijke speelplaatsen op de juiste plek. Dit programma streeft de volgende doelstellingen na:

- Het stimuleren van de creativiteit
- Aanleg van natuurspeelplekken
- Concentratie van grotere speelplekken, minder kleine locaties.

Baggeren

Beleidskader
- Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020
- Beheer- en Onderhoudsplan vijvers en watergangen 2015-2026
- Gemeentelijke meerjarenbegroting 2019/2020

Het is van belang dat watergangen niet te veel en niet te weinig water bevatten vanwege kwel en drooglegging van het water in de zomer. Om wateroverlast te voorkomen is het noodzakelijk voldoende ruimte te hebben om regenwater op te vangen en langzaam af te voeren. Door te baggeren worden de watergangen op diepte gehouden. Het beheer- en onderhoudsplan vijvers en watergangen 2015-2026 (baggeren) geeft inzicht in de huidige situatie van de waterbodems en de beschoeiingen en de aanpak voor de toekomst. De resultaten uit het beheerplan zijn opgenomen in het uitvoeringsplan IBOR.

Gemeente Papendrecht heeft in 2017 het Streefbeeldenplan Water opgesteld, samen met het Waterschap Rivierenland. Vanuit de notitie streefbeelden waterplan wordt in en rond de watergangen de flora & fauna bevordert, en de waterkwaliteit verbetert/beschermt. De notitie de leidraad in het beheer en onderhoud van de watergangen binnen de gemeente.

Parkeergarages

Beleidskader
- Voorzieningen Parkeergarages
- Notitie Parkeerbeleid
- Nota Hoofdlijnen Parkeerbeleid Centrum 2013
- Parkeergarages De Meent en De Overtoom –Technisch beheerplannen 2018-2023
- Gemeentelijke meerjarenbegroting 2019/2020.

In het Centrumgebied van Papendrecht vindt een regulering van het parkeren plaats om de leefbaarheid in het Centrum te ondersteunen. Papendrecht exploiteert voor het kort parkeren twee parkeergarages (De Meent en Overtoom). In de nota ‘Hoofdlijnen Parkeerbeleid Centrum 2013’ is het gemeentelijke beleid beschreven. Voor de parkeergarages zijn de tarieven en de kaders voor beheer en exploitatie vastgelegd. De notitie Parkeerbeleid is in 2016 opgesteld en is een aanvulling op dit beleid, waarmee beoogd wordt het gebruik van de parkeergarage te bevorderen.

In 2018 zijn de technische beheerplannen van de parkeergarages De Meent en De Overtoom door het college vastgesteld. De technische beheerplannen geven over een planhorizon van 40 jaar inzicht in 'hoe', 'waar', 'wanneer' en 'tegen welke kosten' de technische onderdelen worden beheerd. Hiermee wordt een integraal beeld gegeven van het beheer de komende planperiode 2018-2023.

Met ingang van 1 januari 2018 is door inbreng van ondernemers en eigenaren in het centrum, het parkeren in de parkeergarages de eerste twee uur gratis.

Vastgoed

In de gemeente Papendrecht zijn 35 panden beschikbaar voor maatschappelijke doeleinden en sportactiviteiten. Ook worden vijf woningen, die in eigendom van onze gemeente zijn, verhuurd. Periodiek vindt analyse plaats op de exploitatiebegroting van het betreffende pand.

Regionale samenwerking

In de regio Drechtsteden vindt door Papendrecht samenwerking en kennisuitwisseling plaats. Voor de openbare ruimte gaat het hierbij op zowel uitvoeringniveau (o.a. samenwerking met uitvoeringbestekken) tot op beheersmatig niveau, zoals de energie transitie en de implementatie van een gezamenlijk beheersysteem.

Op operationeel/ inhoudelijk niveau wordt samengewerkt op inhoud door gezamenlijk uitvoeringsbestekken voor te bereiden, aan te besteden en uit te laten voeren. Voorbeelden hiervan zijn het bestek beschoeiingen, weginspecties, grasmaaien, boomonderhoud, leveren bomen en beplanting, beheersysteem en samenwerking met betrekking tot de flora & fauna.

Ook in de regio Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden wordt intensief samengewerkt. Zowel op het gebied van riolering en zuivering (GAAV, een samenwerking van negen gemeenten en het Waterschap) als op het gebied van openbare verlichting (BOVL, een samenwerking van tien gemeenten). In het kader van klimaat wordt de klimaatstresstest binnen deze regio uitgevoerd. Met de klimaatstresstest wordt inzichtelijk gemaakt waar de knelpunten zijn als gevolg van het klimaat. Papendrecht is in de regio een zelfstandig poldergebied en wordt als zodanig als een individueel gemeentelijk oppervlak beschouwd met een specifiek Papendrechtse klimaatstresstest. Voor de klimaatadaptatie wordt eveneens met de Drechtsteden samengewerkt, dit als onderdeel van de regionale groeiagenda en kennisuitwisseling.

Specifiek onderdeel hierin is Operatie Steenbreek om bewoners en bedrijven te bewegen om hun tuin klimaatadaptief in te richten. Zoals in afgelopen zomer duidelijk is geworden, vormt droogte en daarmee samenhangend de verdeling van het water een belangrijk onderdeel zowel plaatselijk als in de regionale samenwerking. Het is hierbij belangrijk om het (grond)water op het gemeente peil te houden vanwege de volksgezondheid en waterkwaliteit (botulisme/blauwalg) en de houten paalfunderingen van woningen.

Activiteiten in 2019

Terug naar navigatie - Activiteiten in 2019

De BBV schrijft voor dat vervangingswerken met maatschappelijk nut geactiveerd moeten worden. Dit betekent dat de infrastructurele werken (reconstructies, asfaltwegen, civiele kunstwerken) met investeringskredieten gefinancierd worden.

In 2019 wordt een nieuw Gemeentelijk Rioleringplan (2019- 2023) aan het college aangeboden. Op dit moment wordt uitgegaan van 2,2 km aan rioolvervanging met een jaarlijks benodigd budget van € 2.600.000. In het nieuwe GRP is de verwachting dat een stijging plaatsvindt omdat meer riool vervanging moet worden, tegen een hogere eenheidsprijs (marktwerking en klimaatadaptieve maatregelen). Met de hieronder genoemde activiteiten en bedragen voor de jaren 2019, 2020 en 2021 wordt rekening gehouden met de oorspronkelijke meerjarenplanning vanuit het GRP conform de huidige begroting.



3. Financiering

3. Financiering

Terug naar navigatie - 3. Financiering

De financieringsfunctie van de gemeente Papendrecht dient uitsluitend de publieke taak. Het prudente beleid valt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Centraal in deze wet staan transparantie en risicobeheersing. Om inzicht te geven in de wijze waarop de gemeente dit doet en beeld te geven van de stand van zaken wordt in deze paragraaf ingegaan op het risicobeheer (met name rente- en kredietrisico), de financierings- en schuldpositie, het kasbeheer en de informatievoorziening.

Algemeen
Het Financieringsstatuut vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van het liquiditeitstekort of –overschot, wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken of uitgezet (vnl. Schatkist). Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal benut wordt en zoveel mogelijk kort vermogen wordt aangetrokken.

Binnen de financiële functie van de gemeente is het van belang om onderscheid te maken tussen de treasury- en de controlfunctie. Treasury zorgt voor de beschikbaarheid van geldmiddelen; de controlfunctie is belast met het toezicht en de bewaking van de aanwending ervan. Vanuit deze rollen is de focus bij treasury gericht op feitelijke in- en uitgaande kasstromen, terwijl de controlfunctie veelal redeneert in termen van baten en lasten. In deze paragraaf staan voornamelijk de feitelijke kas- en financieringsstromen centraal.

Rente ontwikkelingen
De rente op de geld- en kapitaalmarkten heeft nog steeds een laag niveau. De rente voor 1-maandskasgeldleningen is al vele jaren negatief. Ook voor 2019 wordt nog geen stijging tot boven de 0% verwacht. Juni 2018 heeft de Europese Centrale Bank (ECB) besloten dat het in maart 2016 gestarte opkoopprogramma, bij ongewijzigde omstandigheden, tot eind 2018 wordt voortgezet. Daarnaast blijven tot medio 2019 de huidige lage rentetarieven waartegen de banken hun geld bij de ECB kunnen stallen, van kracht. De kapitaalmarktrente is relatief fors beweeglijk. De rente voor 10-jarige staatsleningen schommelt vanaf januari tot juli 2018 tussen de 0,85% en 1,05%. De marktverwachting is dat de kapitaalmarktrente het komend jaar zal stijgen tot ongeveer 1,30% medio 2019.

Vanuit Treasury SCD vindt monitoring van de renteontwikkelingen plaats en waar nodig in samenspraak met de gemeente gehandeld. Het afgelopen jaar heeft de renteontwikkeling het volgende beeld laten zien:



In onderstaande tabel wordt de renteverwachting van een aantal grootbanken voor het komend jaar weergegeven.

Rentevisie



Bij het verstrekken van langjarige financiering berekenen banken liquiditeitsopslagen bovenop de in voorgaande tabellen genoemde IRS-niveaus. Voor bijvoorbeeld een 10-jaars lening bedraagt deze opslag momenteel circa 0,10% (10 basispunten).

Renterisico’s
Renterisico’s kunnen vanuit Wet fido-optiek worden bezien op de korte en op de langere termijn.

Renterisico op korte schuld: de kasgeldlimiet
Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd <1 jaar) mag financieren: 8,5% van het begrotingstotaal. Voor het jaar 2019 bedraagt de kasgeldlimiet € 7,5 miljoen.

De gemeente Papendrecht verwacht in 2019 binnen de kasgeldlimiet te opereren.

Renterisico op langlopende schuld: de renterisiconorm
De toekomstige financieringsbehoefte van de gemeente wordt gebaseerd op de liquiditeitenplanning, die periodiek wordt geactualiseerd.

Uit de meest recente liquiditeitenplanning komt naar voren dat de gemeente, om binnen de kasgeldlimiet te blijven, genoodzaakt is om in de jaren 2020 tot en met 2022 jaarlijks lange financiering aan te trekken van gemiddeld € 5 miljoen. In de begroting is rekening gehouden met het aantrekken van lineaire leningen met een looptijd van vijf jaar. Wanneer concreter inzicht wordt verkregen in de verkoop van het aandelenbelang in Eneco, dan zal de financieringsbehoefte daar op aangepast worden.

In onderstaand overzicht wordt het geraamde verloop van de leningen over de jaren 2019-2022 weergegeven.



De Wet fido definieert vaste schuld als opgenomen geldleningen met een rente typische looptijd groter of gelijk aan 1 jaar. Met de renterisiconorm biedt de Wet fido een richtsnoer om renteaanpassingen van financieringen en beleggingen goed in de tijd te spreiden. Het doel van deze norm is het voorkomen van een overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar. Om dat te bereiken mag het totaal aan renteherzieningen en aflossingen op grond van deze norm per jaar niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal.

Conform voorschrift van de Wet fido wordt het renterisico in de navolgende tabel voor de komende vier jaren bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar. Uit deze tabel blijkt dat de renterisiconorm van de gemeente Papendrecht voor 2019 circa € 17,7 miljoen bedraagt, zijnde 20% van het begrotingstotaal.

Uit deze opstelling blijkt dat de gemeente Papendrecht binnen de grenzen van de renterisiconorm opereert.

Kredietrisico’s
Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen en beleggingen) of uit verstrekte garanties.

Verstrekte geldleningen
De gemeente heeft per 1 januari 2019 voor een totaalbedrag van circa € 20,2 miljoen aan leningen verstrekt. Dit kan als volgt worden gespecificeerd naar risicocategorie:



De hierboven per ultimo vermelde bedragen betreffen:

- Semi-overheidsinstellingen: Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn)
- Overige toegestane instellingen volgens Treasurystatuut:

  • Rivas (€ 8,9 miljoen)
  • Fabriek Slobbengors CV (€ 1,5 miljoen)
  • Hoofdkantoor Slobbengors CV (€ 8,4 miljoen)
  • Kinderboerderij (€ 60.000)
  • Intens BV (€ 139.000).

Verleende garanties
De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd naar risicogroep:



Schatkistbankieren
Bij het gemeentelijk saldobeheer dienen de nieuwe voorschriften rond Schatkistbankieren in acht te worden genomen. Onder deze regeling dienen gemeenten tijdelijk overtollige geldmiddelen, rekening houdend met een drempelbedrag, bij het Ministerie van Financiën te stallen. Het drempelbedrag voor de gemeente Papendrecht voor 2019 kan als volgt worden berekend:

Wanneer de gemeente het drempelbedrag overschrijdt dient het meerdere afgestort te worden in ’s Rijks Schatkist. Over dit saldo wordt op dit moment geen rente vergoed.

 

4. Lokale heffingen

4. Lokale heffingen

Terug naar navigatie - 4. Lokale heffingen

Inleiding

Lokale heffingen kunnen we onderscheiden in gebonden en ongebonden heffingen. Gebonden wil zeggen dat de besteding gerelateerd is aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Dit zijn retributies (bijvoorbeeld leges, marktgeld) of bestemmingsheffingen (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing, rioolheffing). Deze heffingen worden verantwoord op de desbetreffende gemeentelijke programma’s en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Ongebonden lokale heffingen zijn zogenaamde zuivere belastingen. De opbrengsten hieruit kunnen door de gemeenteraad vrijelijk binnen het werkterrein van de gemeente worden ingezet. Het gaat hierbij om de onroerende-zaakbelastingen (OZB), toeristenbelasting en precariobelasting. Deze heffingen zijn niet verbonden aan een inhoudelijk programma en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen.

Deze paragraaf heeft betrekking op beide heffingen. In het vervolg gaan wij achtereenvolgens in op:

  • Ontwikkelingen en rijksbeleid
  • Overzicht opbrengst gemeentelijke heffingen
  • Heffingen woonlasten (lokale lastendruk)
  • Overige lokale heffingen
  • Kwijtscheldingen

Ontwikkelingen en rijksbeleid

Verruiming gemeentelijk belastinggebied
Al enige tijd wordt in deze paragraaf lokale heffingen in zowel de begroting als jaarrekening aandacht besteed aan de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied. Ook nu wordt weer een laatste stand van zaken gegeven.

Gemeenten krijgen zo'n 16% van hun inkomsten door het heffen van belastingen. Een kleine 70% van de inkomsten krijgen gemeenten van het Rijk. Al vele jaren bepleit de VNG, maar ook andere instellingen zoals Raad voor de financiële verhoudingen en de Raad van State, een uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied. Deze uitbreiding houdt in dat gemeenten meer inkomsten uit de eigen belastingheffing krijgen en tegelijkertijd minder uitkeringen van het Rijk ontvangen. Het gevolg hiervan zal zijn dat er meer verschillen tussen gemeenten ontstaan doordat de verschillende gemeenteraden lokaal andere afwegingen maken tussen inkomsten en uitgaven.

Per saldo hoeft een uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied niet tot stijging van de belastingdruk te leiden. Door de vermindering van de uitkeringen van het Rijk aan gemeenten heeft het Rijk minder uitgaven en kunnen de rijksbelastingen omlaag. De uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied zal wel leiden tot verschuiving van belastingdruk tussen individuele burgers en bedrijven. Gemeenten heffen de belastingen immers naar andere maatstaven dan het Rijk doet en de tarieven zullen per gemeente verschillen.

In het meest recente regeerakkoord (oktober 2017) is niets opgenomen over een uitbreiding van het lokaal belastinggebied. Op 14 februari 2018 ondertekenden het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen echter een Interbestuurlijk Programma (IBP) met bijbehorende gezamenlijke agenda.

Over de fiscale thema’s zijn daarbij de volgende procesafspraken gemaakt:

  • Decentrale belastingstelsels hebben regulier onderhoud nodig om in goede staat te blijven en toekomstbestendig te zijn. Rijk en medeoverheden gaan aan dit onderhoud werken en verkennen daarnaast de mogelijkheden die decentrale belastingstelsels bieden om de realisatie van gezamenlijke ambities te faciliteren.
  • We spreken af om eventuele knelpunten in de fiscale regelgeving, op het niveau van zowel de rijksoverheid als de medeoverheden, te inventariseren die belangrijke doelstellingen van Rijk en medeoverheden in de weg staan (bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en de circulaire economie). En of er oplossingen kunnen worden geboden, met inachtneming van bestaande wet- en regelgeving.

Hiermee staat de deur naar uitbreiding van het lokale belastinggebied toch weer op een kier.

Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten (x € 1.000)
Onderstaande tabel geeft een overzicht, ingedeeld naar algemene dekkingsmiddelen en gebonden heffingen, met de geraamde opbrengst voor 2019 en 2018, evenals de verantwoorde opbrengsten over 2017. Wij merken op dat de verschillen tussen 2019 ten opzichte van 2018 geen indicatie geven van de stijging of daling van de tarieven, maar van de totale opbrengst. Factoren zoals ontwikkelingen in de WOZ-waarde en areaaluitbreiding spelen hierbij een belangrijke rol.



Heffingen woonlasten (lokale lastendruk)

Tot de lokale woonlasten worden gerekend de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze heffingen bepalen het leeuwendeel van de gemeentelijke opbrengsten en bepalen daarmee ook grotendeels de lokale lastendruk. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van gemiddelde WOZ-waarde (= de basis voor het berekenen van de OZB-aanslag) en de woonlasten voor meerpersoonshuis¬houdens in euro’s weergegeven over de laatste vier jaren. Hier zijn voor de afvalstoffen- en de rioolheffing de voor dat jaar geldende tarieven opgenomen. De gemiddelde woonlast OZB is berekend door de gemiddelde WOZ-waarde te vermenigvuldigen met het geldende tariefpercentage. In de kolom 2019 zijn de gevolgen van de belastingvoorstellen verwerkt.



Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde woonlasten in Papendrecht in 2019 met 4,5% zullen stijgen ten opzichte van het jaar ervoor.
Hieronder treft u per heffing een toelichting aan.

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
De onroerende-zaakbelastingen (OZB) genereren veruit het grootste deel van de gemeentelijke belastingopbrengst. De OZB bestaat uit drie verschillende belastingen: een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. De opbrengst vloeit naar de algemene middelen van de gemeente. De raad bepaalt met het vaststellen van de begroting de totale opbrengst van deze heffing.

Om onevenredige stijging van de collectieve lastendruk te voorkomen heeft het Rijk een beperking ingesteld op de stijging van de OZB-tarieven: de macronorm. Deze norm houdt in dat de opbrengst van de OZB van alle gemeenten samen niet meer mag stijgen dan de reële trendmatige groei van het bruto binnenlands product plus de prijsontwikkeling. Voor 2019 is dit 4%.

Onderstaande tabel bevat de macronorm voor 2019:


De macronorm is al langer onderwerp van discussie. In het Bestuurlijk overleg financiële verhouding van 23 mei jl. is afgesproken om een vervolgonderzoek in te stellen naar de invulling van het alternatief voor de macronorm ozb (benchmarking).

De heffingsgrondslag is de totale WOZ-waarde van de onroerende zaken, oftewel de WOZ-capaciteit. Deze wordt vastgesteld volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor 2019 gelden de WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2018. Door de geraamde opbrengst te delen door de WOZ-capaciteit ontstaat het tarief en daarmee het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen. De OZB wordt berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. De WOZ-waardeontwikkeling van peildatum 1 januari 2018 naar 1 januari 2019 is voor woningen berekend op gemiddeld 7,5% en voor niet-woningen op gemiddeld 1,8%. Rekening houdend met de gewenste (meer)opbrengst en de waardeontwikkeling leidt dit voor 2019 tot de volgende tarieven. Om de ontwikkeling van de tarieven te laten zien zijn ook de tarieven over eerdere jaren opgenomen.


Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing wordt geheven ter dekking van de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Wettelijk uitgangspunt is dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten terzake. In Papendrecht gebeurt dit kostendekkend. Dit blijkt uit onderstaande berekening.



Rioolheffing
Met ingang van 2010 is het rioolrecht ex artikel 229 van de Gemeentewet vervangen door de rioolheffing ex artikel 228a van diezelfde wet. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Hiermee hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om naast de kosten van zorgplicht voor het afvalwater ook de kosten van de zorg voor het hemel- en grondwater te verhalen via de rioolheffing. Wettelijk uitgangspunt is dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten terzake. Welke kosten via de rioolheffing worden verhaald dient met het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) te zijn vastgesteld.
In papendrecht gebeurt dit kostendekkend. Dit blijkt uit onderstaande berekening.



Vergelijking andere gemeenten
Vergelijking van woonlasten kan worden gemaakt met de Drechtstedengemeenten. Deze is gebaseerd op de actuele gegevens van de Digitale Atlas van de lokale lasten 2018 op www.coelo.nl en geeft de woonlasten van een meerpersoonshuishouden weer. De woonlasten in 2018 in Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld Giessendam, Hendrik Ido Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht laten zich samenvatten in onderstaand schema (x € 1).



Overige lokale heffingen

- Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven over voorwerpen op, onder of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Het is een zuivere belasting waarvan de opbrengst naar de algemene middelen van de gemeente gaat.

De opbrengst is sterk afhankelijk van wisselende activiteiten in de openbare ruimte, zoals het hebben van terrassen, reclameborden, uitstallingen, bouwmaterialen, kabels en leidingen, etc.De tarieven worden niet verhoogd.

1 juli 2017 is wetgeving in werking is getreden die bepaald dat gemeenten geen precariobelasting meer kunnen heffen over netwerken van nutsbedrijven. Er is wel een overgangsregeling. Gemeenten die op 10 februari 2016 een tarief hadden voor nutsnetwerken kunnen tot 2022 precariobelasting hiervan blijven heffen. Hierbij geldt wel dat die gemeenten over de resterende jaren maximaal het tarief in rekening kunnen brengen dat gold op 10 februari 2016.

- BIZ (Bedrijven InvesteringsZones) Gemeenten hadden op grond van een experimentenwet tot 1 januari 2012 een nieuw instrument om tegemoet te komen aan wensen van ondernemers in een bepaald gebied/zone (BI-zone). Zij konden de gemeente verzoeken om een belasting in te voeren ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de desbetreffende zone. Deze belasting wordt ook wel BIZ of BIZ-bijdrage of BIZ-heffing genoemd. De geheven belasting wordt middels een subsidie uitgekeerd aan een daartoe opgerichte BIZ-stichting.
Inmiddels is de experimentenwet omgezet in een permanente wet, namelijk de Wet op de bedrijveninvesteringszones (Wet BIZ). Dit betekent dat er mogelijkheden zijn tot nieuwe initiatieven voor nieuwe of verlenging van bestaande BIZzen.

Papendrecht kent sinds 2018 deze heffing voor Centrum Papendrecht. Het doel van deze BIZ is om de concurrentiekracht van het winkelgebied te vergroten.

Deze bijdrage wordt geheven van eigenaren en gebruikers van onroerende zaken in het centrum, zijnde de niet-woningen. Gebruikers van de panden betalen een vast bedrag, eigenaren betalen een percentage van de WOZ-waarde.

- Kostendekkendheid leges



Kwijtschelding
Als een belastingplichtige als gevolg van financiële omstandigheden niet in staat is een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan 90% van de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken, dat deze inkomensgrens wordt verruimd naar 100% van de bijstandsnorm. Onze gemeente hanteert de zogeheten 100%-norm, wat betekent dat inwoners met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Er vindt ook een vermogenstoets plaats.

Een groot deel van de kwijtscheldingen wordt geautomatiseerd getoetst. Het doel hiervan is om zo de administratieve lasten voor de burger te verminderen.

Naar verwachting wordt in 2019 voor de volgende bedragen kwijtschelding verleend:

5. Grondbeleid

5. Grondbeleid

Terug naar navigatie - 5. Grondbeleid

Algemeen

Het grondbeleid van de gemeente Papendrecht is ondersteunend aan het ruimtelijk beleid zoals dat onder andere in de Structuurvisie, Dijkvisie, Visie op het Groen- Blauwe Netwerk en diverse andere regionale en lokale sectorale visies wordt benoemd. Formeel kent Papendrecht een actief grondbeleid om de doelstellingen uit deze visies te realiseren. In de praktijk is sturing via grond in Papendrecht beperkt. Vrijwel de gehele gemeente is namelijk volgebouwd en er is nog slechts één, relatief kleine, uitleglocatie in ontwikkeling. De gemeente heeft, in vergelijking met andere gemeenten, relatief weinig grond in eigendom en er wordt nauwelijks actief aangekocht. Een randvoorwaarde bij het grondbeleid is namelijk, dat er geen onaanvaardbaar maatschappelijk en/of economisch risico gelopen wordt. In praktijk wordt hierdoor met verwerving terughoudend omgegaan.

Het voornemen was het Grondbeleid in 2018 te actualiseren de afronding zal in 2019 plaatsvinden.

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in Papendrecht gaat het niet meer om (grote) uitleggebieden maar om herontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied. Dat betekent automatisch dat er veel meer spelers zijn met een grotere diversiteit aan belangen. Ontwikkelingen zijn daardoor complexer, vragen meer (ambtelijke) inzet en de uitkomsten zijn minder zeker. Het gebruik van 'anterieure overeenkomsten', waarmee op voorhand kosten verhaald kunnen worden op particuliere initiatiefnemers, neemt toe.

De woningmarkt kenmerkt zich momenteel als een sterke vraagmarkt, waarbij een risico bestaat op (abrupte) terugval. Dit neemt niet weg dat de belangstelling bij ontwikkelaars, beleggers en aannemers om in Papendrecht te bouwen vooralsnog groot is. Er zijn echter nauwelijks locaties beschikbaar waar dit op relatief korte termijn en gemakkelijk kan. Wel zijn initiatieven voor binnenstedelijke herontwikkeling ingediend. Deze trend zal zich vermoedelijk voortzetten. Het betreft ideeën voor kleine aantallen woningen. Zelf lokt de gemeente projecten uit door voor locaties schetsen te maken voor mogelijke ontwikkelingen. Vaak gaat het om locaties waar de gemeente zelf grond of verouderd vastgoed in eigendom heeft en waar alleen in samenwerking met naastliggende eigenaren resultaat geboekt kan worden.

De beperkte hoeveelheid grond in eigendom maakt dat de financiële risico's in omvang beperkt zijn. Deze financiële risico’s in grondexploitaties zijn bij de twee lopende complexen Centrum en het Land van Matena aanwezig.

Werkwijze
De afgelopen jaren zijn de taken bij het voeren van de grondexploitatie over meerdere personen verdeeld. De uitvoering en zijn control van elkaar gescheiden. Voor alle projecten worden aparte 'dossiers' opgesteld, waarin alle relevante financiële gegevens, taxaties, ramingen en onderliggende contracten verzameld zijn. Deze werkwijze zal in 2019 verder doorgezet worden.

Afronding projecten
In 2019 is de situatie dat aan 2 grondexploitatieprojecten gewerkt wordt; Land van Matena en het Centrum. De laatst genoemde is in de eindfase en kan volgens de inzichten van het meerjarenperspectief in 2019 afgerond en afgesloten worden. Omdat het complex Land van Matena winstgevend is zal na 2019 het grondbedrijf waarschijnlijk vennootschap belasting plichtig zijn. Het gevolg hiervan is dat minder netto winst uit het complex opgehaald kan worden.
Het meerjarenperspectief geeft aan dat vanaf 2023 vooralsnog geen grondexploitatie complexen in uitvoering zijn.

Meerjarenperspectief Grondexploitaties
De exploitatieberekeningen worden jaarlijks bij de jaarstukken herzien. Enerzijds wordt daarbij teruggeblikt op de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven ten opzichte van de ramingen, anderzijds wordt vooruitgekeken. Door middel van (her)taxaties worden de ingeschatte opbrengsten opnieuw gewaardeerd en de ramingen voor de nog uit te voeren werkzaamheden worden geactualiseerd. Zo nodig worden de fasering en de looptijd van het project aangepast en de parameters voor rente en inflatie opnieuw beoordeeld. Voor de berekening van de financieringslasten wordt uitgegaan van een rentepercentage van 0% bij een positieve boekwaarde (inkomsten groter dan de uitgaven) en 1,9% bij een negatieve boekwaarde (uitgaven groter dan inkomsten). De geraamde kosten voor latere jaren zijn gecorrigeerd met 2% inflatie.

Niet in exploitatie genomen gronden
Strategische grondaankopen zijn opgenomen bij de materiële vaste activa

In exploitatie genomen gronden
Voor complexen waar een tekort wordt verwacht, wordt een voorziening gevormd. In onderstaande tabel is een prognose van het totaal in exploitatie genomen gronden opgenomen. Het totaal verwachtte resultaat bedraagt, conform verwachting, € 24,2 miljoen negatief. Tegenover dit geprognosticeerde negatieve resultaat staan voorzieningen om dit op te vangen.

Verloop van het totaal van in exploitatie genomen gronden zoals opgenomen in het MPG 18


Winstneming
Winsten op grondexploitaties worden tussentijds genomen of bij afsluiting van een complex. Dit is, afhankelijk van de grootte van het complex, per deelgebied of voor het hele complex. Bij winstneming wordt het behaalde resultaat verrekend met de risicoreserve grondexploitaties. Winstneming geschied volgens de voorschriften van het BBV volgens de poc (naar rato van realisatie) methode.

Risicoreserve grondexploitatie
De Risicoreserve grondexploitaties vormt het weerstandsvermogen voor grondexploitaties en is bedoeld om financiële risico’s op te kunnen vangen en tekorten op lopende grondexploitaties af te dekken. Komt de risicoreserve boven of onder het gewenste niveau, dan zal dit in lijn met het gemeentelijk beleid worden geëgaliseerd.

Risicobepaling grondexploitaties
In lijn met de nota grondbeleid worden risico’s in de grondexploitatie per complex geïnventariseerd. Van deze risico’s wordt een inschatting gemaakt hoe groot de kans is dat een bepaald risico zich voordoet. Uitgangspunt bij het bijstellen van exploitatieberekening is, dat risico’s waarvan de kans dat het zich voordoet groter dan of gelijk is aan 50% volledig worden verwerkt in de exploitatieopzet van betreffend complex. Risico’s worden situationeel beoordeeld, en afhankelijk van het ingeschatte risico, voorzien van een wegingsfactor. Voor deze wegingsfactor wordt 10%, 20%, 30% en 40% gehanteerd. Het totaal gewogen risico (risicobedrag x kans) is berekend op € 2,3 miljoen.

Meerjarenbegroting 2018 – 2022
Budgetten van de grondexploitatie zijn onderdeel van de gemeentebegroting. In onderstaande tabel uit het MPG 18 is een specificatie opgenomen per kostensoort van de verwacht uitgaven en inkomsten.

Actualisatie van de begrotingscijfers vindt steeds plaats bij herziening van het MPG als onderdeel van het jaarrekening proces.

 

6. Verbonden Partijen

6. Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - 6. Verbonden Partijen

leiding

De uitvoering van een aantal gemeentelijke taken is overgedragen aan verbonden partijen. De gemeente ervaart een duidelijke meerwaarde van samenwerking met deze partijen. Met behoud van eigen karakter en identiteit zal continuering van regionale samenwerking plaatsvinden. Hoewel de gemeente de taken niet meer zelf uitvoert, blijft zij hiervoor wel verantwoordelijk.

Uitgangspunt is dat verbonden partijen een bijdrage leveren aan het gemeentelijk beleid. Waar verbonden partijen betrokken zijn bij de uitvoering van de speerpunten uit het collegeakkoord wordt hier extra op toegezien. Uiteraard wordt hierbij wel gekeken naar de mate van invloed. Waar de gemeente relatief weinig invloed heeft wordt minder gestuurd. Hierdoor kan de (ambtelijke) capaciteit gerichter worden ingezet op verbonden partijen waar invloed groter is. De gewenste sturing per verbonden partij is geïnventariseerd en in deze paragraaf opgenomen.

Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Het financiële belang bestaat uit de middelen die aan de verbonden partij beschikbaar zijn gesteld en die niet verhaalbaar zijn bij een faillissement van de verbonden partij, dan wel uit een bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Het bestuurlijk belang verwijst naar hetzij de zeggenschap uit hoofde van vertegenwoordiging in bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. Hieronder wordt een opsomming gegeven van dergelijke samenwerkingsverbanden:

Gemeenschappelijke regelingen

1. GR Drechtsteden
2. GR Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid
3. GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
4. GR Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid
5. GR Sociale werkvoorziening Drechtwerk
6. GR Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede
7. GR Gevudo

Vennootschappen en Coöperaties

8. Eneco groep NV
9. Stedin groep NV
10. Bank Nederlandse Gemeenten NV
11. Oasen NV
12. Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden
13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV
14. Recreatie en Cultuur holding BV

Deze paragraaf geeft inzicht in de betrokkenheid van de gemeente Papendrecht bij door verbonden partijen uit te voeren taken en processen. Vanwege de vaak aanmerkelijke bestuurlijke en financiële belangen blijft inzicht in en effectieve sturing op deze verbonden partijen gewenst. Voor de beleidsmatige ontwikkelingen wordt verwezen naar de betreffende programma’s.

Risicoprofiel
Per verbonden partij wordt volgens de stoplichtenmethode in beeld gebracht welke risico's de gemeente loopt in haar financiële, informatieverstrekkende en bestuurlijke relatie met de verbonden partij. Ook algemene omstandigheden, bijvoorbeeld ‘jonge’ regeling, worden meegewogen. De wijze van risicobepaling is gebaseerd op basis van de Nota Verbonden Partijen 2017. Indien het bestuurlijk en/of financieel risico beperkt is, is het stoplicht groen. Kunnen enkele opmerkingen gemaakt worden, kleurt het stoplicht oranje. Mocht de relatie met de verbonden partij risicovol zijn dan is het stoplicht rood. De risico's van de verbonden partijen zijn (nader) toegelicht in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Mate van sturing
Door de verschillende risicoprofielen te koppelen aan de gewenste mate van sturing ontstaat het sturingsarrangement voor een verbonden partij.

Passieve sturing (laag tot gemiddeld risicoprofiel)
Wanneer sprake is van een laag tot gemiddeld risicoprofiel is passieve sturing voldoende. Hierbij worden agenda's en (tussentijdse) rapportages ambtelijk gevolgd. Bestuurlijke advisering vindt alleen plaatst in geval van calamiteiten of wanneer dit wettelijk is voorgeschreven. Uiteraard wordt, zowel het ambtelijk als het bestuurlijk netwerk wel onderhouden. De raad en het college worden binnen de reguliere P&C cyclus geïnformeerd.

Actieve sturing (gemiddeld tot hoog risicoprofiel)
Wanneer sprake is van een gemiddeld tot hoog risicoprofiel, is actieve sturing gewenst. Hierbij worden, zowel ambtelijk als bestuurlijk, ontwikkelingen bij partijen, nauwlettend gevolgd. Inzet hierbij is tijdig signaleren en bijsturen. Hierbij zal ook nadrukkelijk gekeken worden of uitbreiding van (formele) gemeentelijke invloed mogelijk is of juist afbouw van de samenwerking gewenst is. Indien nodig wordt de raad tussentijds geïnformeerd.

Maatwerk sturing (gemiddeld risicoprofiel)
Wanneer sprake is van een gemiddeld risicoprofiel, zal een keuze gemaakt worden tussen actieve of passieve sturing. Hierbij zal vooral de actualiteit een belangrijke rol spelen. Neemt het politieke vertrouwen in het bestuur toe? Hoe verloopt het informele contact? Is de invloed uit te breiden? Hoe ontwikkelt de schuldpositie? Wat is het geprognosticeerd jaarresultaat?

In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen. De tabel geeft ook inzicht in de overige verbonden partijen en het in het boekjaar ontvangen dividend.


Gezien de diversiteit van de verschillende onderdelen binnen de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) is in tabel 2 een nadere detaillering van de bijdrage per dienst weergegeven.

 1.

 Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden

 

Vestigingsplaats

 

 

Dordrecht/Sliedrecht

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

 

 

Onderdelen

 

 

 

  • Bureau Drechtsteden, Servicecentrum Drechtsteden/ (SCD)/Ingenieurs- bureau Drechtsteden, Sociale Dienst Drechtsteden (SDD): Dordrecht;
  • Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD)/Onderzoekcentrum Drechtsteden: Sliedrecht

 

 

Doel

 

  1. Drechtsteden heeft tot doel, binnen de kaders als genoemd in en voortvloeiend uit deze regeling, draagvlak te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling van het gebied.
  2. Ter verwezenlijking van de in het vorige lid genoemde doelstelling behartigt Drechtsteden, met inachtneming van de autonomie van de deelnemende gemeenten, de gemeenschappelijke regionale belangen op de volgende terreinen:
    1. Economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme)
    2. Fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen, publieke infrastructuur, beheer basisregistraties en verkeersveiligheid)
    3. Sociaal (sociale zekerheid en -ontwikkeling, sociale werkvoorziening, kennisinfrastructuur, sport en cultuur)
    4. Bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid
    5. Staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering
    6. Sociaal-geografisch onderzoek
    7. De uitvoering van de belastingheffing en -invordering.
  3. Naast de in het tweede lid genoemde belangen heeft Drechtsteden als doelstelling zorg te dragen voor:
    1. de efficiënte en effectieve heffing en invordering van belastingen, voor de heffing en invordering waarvan de gemeenteraden van de gemeenten belastingverordeningen en kwijtscheldingsregels hebben vastgesteld, elk voor zover het hun gebied betreft
    2. de uitvoering van de WOZ waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden, elk voor zover het hun gebied betreft

 

Openbaar belang

 

Het in algemene zin behartigen van regionale belangen op het terrein van:

economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme), fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen en publieke infrastructuur), sociaal (sociale zekerheid en - ontwikkeling, sociale werkvoorziening, kennisinfrastructuur, sport en cultuur), bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid, staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering, sociaal-geografisch onderzoek, uitvoering van de belastingheffing en -invordering.

 

Financieel belang

 

De gemeente betaalt jaarlijks afhankelijk van het onderdeel en de activiteit een bijdrage. Verwezen wordt naar de tabellen 1 en 2 bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 

 

Bestuurlijk belang

 

 

Vertegenwoordiging door wethouder P.L. Paans in het Drechtstedenbestuur. Daarnaast heeft elke fractie van de gemeenteraad een lid aangewezen, die namens de gemeente Papendrecht zitting heeft in de Drechtraad.

 

Deelnemende partijen

Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.

 

 

Kerncijfers

 

 

 

 

 

Jaarresultaat 2017

€ 1.842.000

 

 

 

 

31-12-2017

31-12-2016

 

 

Eigen vermogen

€   1 .902.000

€    7.045.000

 

 

Vreemd vermogen

€ 50.427.000

€ 72.540.000

 

 

Begrotingsresultaat 2019

€ 0

na bestemming

€           84.000

voor bestemming

 

 

Eigen vermogen

€ 1.000.000

ultimo 2019

 

 

Vreemd vermogen

€ 51.000.000

ultimo 2019

 

 

 

 

 

Relatie met programma

 

 

0. Bestuur en Ondersteuning

2. Verkeer, vervoer en waterstaat

3. Economie

6. Sociaal Domein

7. Volksgezondheid en milieu

8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

 

Achtergrondinformatie

 

 

In de eerste helft van 2018 is de 'Visie op intergemeentelijke samen-werking' uit 2012 geactualiseerd. Deze herijkte visie op samenwerking is een belangrijk basisdocument voor de gemeente in het regionale traject 'Toekomst regionale samenwerking'. Dit traject is een vervolg op het door Dordrecht geïnitieerde (Berenschot) onderzoek 'Verstandig versterken' uit het voorjaar van 2018. Een voorbereidingscommissie 'Toekomst regionale samenwerking', bestaande uit burgemeesters en wethouders en onder leiding van de heer W. Deetman, bereidt voorstellen voor ten aanzien van de regionale samenwerking op de schaal van de Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid.  

Vanaf 2019 wijzigt het abonnementstarief eigen bijdrage WMO. De effecten hiervan zijn nog niet in te schatten. Daarnaast vormt de ontwikkeling kosten bewindvoering en de eventuele beéindiging van de solidariteitsafspraken WMO begeleiding/dagbesteding een financieel risico.

 

Kleur stoplicht

 

 

Oranje

 

 

Sturingsarrangement

 

Website

 

 

Actief

 

www.drechtsteden.nl

(vergaderstukken van de Drechtraad zijn op de site raadpleegbaar).

 

 

 

2.

Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid

 

Vestigingsplaats

 

 

Dordrecht

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

 

Onderdelen

 

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Holland Zuid (GGD), Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS), Serviceorganisatie Jeugd, Regionale Ambulancevoorziening.

 

Doel

 

 

Het samenwerkingsverband heeft tot taak, vanuit het beginsel van verlengd lokaal bestuur, en met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, een bijdrage te leveren aan het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten, teneinde een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling in het gebied te bevorderen. De behartiging van belangen geschiedt door het bepalen van de hoofdlijnen van gewenste ontwikkelingen door middel van sturing, ordening, integratie en in voorkomende gevallen uitvoering ter zake van de taakvelden publieke gezondheid, onderwijs en jeugd.

 

Openbaar belang

 

 

Het in algemene zin behartigen van belangen op het terrein van volksgezondheid, jeugd, onderwijs en welzijn.

 

Financieel belang

 

Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 - Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 

Bestuurlijk belang

 

Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur door wethouder P.L. Paans.

 

Deelnemende partijen

 

Alblasserdam, Binnenmaas*, Cromstrijen*, Dordrecht, Giessenlanden***, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk*, Leerdam**, Molenwaard***, Oud-Beijerland*, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen*, Zederik** en Zwijndrecht.

* met ingang van 2019 fuseren tot gemeente Hoeksche Waard

** met ingang van 2019 uittreding gemeenten Leerdam en Zederik

*** met ingang van 2019 fuseren tot gemeente Molenlanden

 

Kerncijfers

Jaarresultaat 2017

€ 130.000

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€    3.298.000

€    4.963.000

Vreemd vermogen

€ 85.441.000

€ 83.240.000

Begrotingsresultaat 2019

€ 0

na bestemming

€ 0

voor bestemming

Eigen vermogen

€    3.299.000

ultimo 2019

Vreemd vermogen

€ 83.013.000

ultimo 2019

 

 

Relatie met programma

 

 

4. Onderwijs

6. Sociaal Domein

7. Volksgezondheid en milieu

 

Achtergrondinformatie

 

Het aanvullend tekort 2018 van € 4,7 miljoen bovenop de € 5,4 miljoen bij de SOJ op het terrein van jeugdhulp is voor het overgrote deel veroorzaakt door de gedaalde rijksbijdragen en de gestegen vraag naar jeugdhulp. In het meerjarenperspectief van de SOJ is een doorkijk gegeven voor de komende jaren, zowel als het gaat om de financiële ontwikkelingen als de benodigde transformatie.

 

Financiële risico's vormen de eventuele beëindiging van de solidariteits-afspraken en de haalbaarheid van de veronderstelde kostendaling in de regionale zorgmarkt zoals opgenomen in het bestaande meerjarenper-spectief Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid.

In 2019 treden de gemeenten Zederik en Leerdam uit de GR en volgt een fusie van een aantal andere gemeenten binnen de regeling.

 

Kleur stoplicht

 

Rood

 

Sturingsarrangement

 

Website

 

Actief

 

www.dienstgezondheidjeugd.nl

 

  3.

Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

Vestigingsplaats

 

 

Dordrecht

 

 

Rechtsvorm

 

 

Gemeenschappelijke regeling

 

 

Doel

 

 

De regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de deelnemers bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten.

 

 

Openbaar belang

 

 

Veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en leefbaarheid.

 

 

Financieel belang

 

 

Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 - Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 

Bestuurlijk belang

 

Gemeente wordt in het algemeen bestuur door wethouder A.M.J.M. Janssen vertegenwoordigd.

 

Deelnemende partijen

 

Alblasserdam, Binnenmaas*, Cromstrijen*, Dordrecht, Giessenlanden***, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk*, Leerdam**, Molenwaard***, Oud-Beijerland*, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen*, Zederik**, Zwijndrecht en de provincie Zuid-Holland.

*     met ingang van 2019 fuseren tot gemeente Hoeksche Waard

**   met ingang van 2019 uittreding gemeenten Leerdam en Zederik

*** met ingang van 2019 fuseren tot gemeente Molenlanden

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2017

€ 1.022.000

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€ 2.873.000

€ 3.125.000

Vreemd vermogen

€ 9.907.000

€ 4.906.000

Begrotingsresultaat 2019

€ 0

na bestemming

€ 5.338.000

voor bestemming

Eigen vermogen

€ 7.364.000

ultimo 2019

Vreemd vermogen

€ 5.000.000

ultimo 2019

 

 

Relatie met programma

 

 

 

2. Verkeer, vervoer en waterstaat

 

Achtergrondinformatie

Vanuit opdrachtgeverschap vindt actieve sturing plaats op het uitvoeringsprogramma van de Omgevingsdienst, waarin de lokale prioriteiten en aandachtspunten van handhaving worden opgenomen.  

 

Kleur stoplicht

 

 

Groen

Sturingsarrangement

 

Website

 

Passief

 

www.ozhz.nl

 

 4.

 Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

 

Vestigingsplaats

 

 

Dordrecht

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

Onderdelen

 

  •  Regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid: Dordrecht.
  •  Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR).
  •  Regionale Ambulance Voorziening Zuid-Holland Zuid (RAV) (BV): Zwijndrecht.

Doel

 

Het openbaar lichaam heeft tot doel de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding.

Openbaar belang

 

Het in algemene zin behartigen van belangen op het terrein van: regionale brandweer, centrale post ambulancevervoer, geneeskundige hulpverlening, openbare orde en veiligheid.

Financieel belang gemeente

 

De gemeente betaalt jaarlijks afhankelijk van onderdeel en activiteit een bijdrage. Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 - Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

Bestuurlijk belang

 

Het Algemeen Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Burgemeester A.J. Moerkerke vertegenwoordigt de gemeente in het algemeen bestuur.

 

Deelnemende partijen

 

Alblasserdam, Binnenmaas*, Cromstrijen*, Dordrecht, Giessenlanden***, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk*, Leerdam**, Molenwaard***, Oud-Beijerland*, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen*, Zederik** en Zwijndrecht.

 

 

 

Kerncijfers

* met ingang van 2019 fuseren tot gemeente Hoeksche Waard

** met ingang van 2019 uittreding gemeenten Leerdam en Zederik

*** met ingang van 2019 fuseren tot gemeente Molenlanden

 

Jaarresultaat 2017

               € 3.046.000

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€    7.285.000

€    7.288.000

Vreemd vermogen

€ 63.875.000

€ 66.887.000

Begrotingsresultaat 2019

€ 115.000

na bestemming

€ 30.000

voor bestemming

Eigen vermogen

€    2.687.000

ultimo 2019

Vreemd vermogen

€ 78.483.000

ultimo 2019

 

 

Relatie met programma

 

 

1. Veiligheid

Achtergrondinformatie

 

Vanaf 2019 geldt een nieuwe kostenverdeelsystematiek die als doelstelling heeft het realiseren van een voor alle gemeenten transparante en uniforme wijze van kostentoedeling. In 2019 treden de gemeenten Zederik en Leerdam uit de GR en volgt een fusie van een aantal andere gemeenten binnen de regeling.

 Kleur stoplicht

 

Oranje

 

Sturingsarrangement

Website

Actief

www.vrzhz.nl

 

 

5.

 Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk

 

Vestigingsplaats 

 

Dordrecht

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

 

Doel 

Het openbaar lichaam behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van de sociale werkvoorziening en geeft in opdracht van de gemeenten uitvoering aan de in de wet en in deze regeling genoemde taken.

Openbaar belang

 

Mogelijk maken dat mensen met een arbeidshandicap kunnen werken naar vermogen.

 

Financieel belang

 

Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1. De algemene bijdrage per gemeente wordt bepaald op basis van het aantal geplaatste werknemers, afkomstig uit de betreffende gemeente, op 1 januari van het boekjaar.

 

Bestuurlijk belang

 

Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur door wethouder P.L. Paans.

 

Deelnemende partijen

 

Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2017

€ 784.000

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€    1.193.000

€    1.224.000

Vreemd vermogen

€ 30.711.000

€ 32.212.000

Begrotingsresultaat 2019

€ 0

na bestemming

€ 0

voor bestemming

Eigen vermogen

€        944.000

ultimo 2019

Vreemd vermogen

€ 28.776.000

ultimo 2019

 

 

Relatie met programma

 

 

6. Sociaal Domein

 

Achtergrondinformatie

 

Grotendeels door niet vanuit Drechtwerk beïnvloedbare factoren (stijgende salariskosten/afname rijksubsidie) zijn de tekorten opgelopen. Drechtwerk heeft actie ondernomen door deelname aan een landelijke lobby en het opstellen van een actieplan om het beïnvloedbare tekort terug te brengen. Drechtwerk heeft de gemeenten over de voortgang geïnformeerd. De tekorten hebben een structureel karakter.

Drechtwerk heeft geen weerstandsvermogen, mede vanuit het perspectief, dat de deelnemende gemeenten als eigenaren risicodragend zijn.

 

Kleur stoplicht

Rood

 Sturingsarrangement

 

Website

 

Actief

 

www.drechtwerk.nl

 

 

 6.

 Gemeenschappelijke Regeling Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede

 

Vestigingsplaats

 

 

Hardinxveld-Giessendam

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

Doel

 

Doel is het behartigen van de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de gemeenten op het gebied van het beheren en in stand houden van de openbare verlichting van de gemeenten.

 

Openbaar belang

 

Het beheren en in stand houden van de openbare verlichting.

 

Financieel belang

 

Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar tabel 1 - Bijdragen gemeenschappelijke regelingen. De gemeentelijke bijdrage bestaat uit een bedrag dat wordt berekend op basis van het aantal lichtobjecten, dat zich op het grondgebied van de gemeente bevindt.

 

Bestuurlijk belang

 

Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur door wethouder C. de Ruiter.

 

Deelnemende partijen

 

Giessenlanden**, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam*, Molenwaard**, Papendrecht, Krimpenerwaard, Vianen* en Zederik*.

* met ingang van 2019 fuseren tot gemeente Vijfheerenlanden

** met ingang van 2019 fuseren tot gemeente Molenlanden

 

Kerncijfers

Jaarresultaat 2017

€ 7.000

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€ 142.000

€ 166.000

Vreemd vermogen

€ 210.000

€    86.000

Begrotingsresultaat 2019

€      5.000

na bestemming

€       5.000

voor bestemming

Eigen vermogen

€ 147.000

ultimo 2019

Vreemd vermogen

€    85.000

ultimo 2019

 

 

Relatie met programma

 

 

2. Verkeer, vervoer en waterstaat

 

Achtergrondinformatie

-

 Kleur stoplicht

 

Sturingsarrangement

 

Groen

 

Passief

 

Website

www.bureau-ovl.nl

 

 

 7.

 Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerking Dordrecht en omstreken (Gevudo)

 

Vestigingsplaats

 

Dordrecht

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

Doel

Gevudo bezit 529 aandelen van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland te Alkmaar (HVC) en behartigt en coördineert de belangen van de deelnemende gemeenten richting HVC.

 

Openbaar belang

 

Afvalinzameling, - verwerking en straatreiniging.

 

Financieel belang

 

Gevudo is aandeelhouder in de HVC met 529 aandelen op een totaal van 2.914 (18,15%).

 

Gevudo heeft met ingang van 2015 haar gemeenschappelijke regeling aangepast, zij is nu een 'houdstermaatschappij': zij voert geen operationele taken meer uit.

 

Bestuurlijk belang

 

Gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder A.M.J.M. Janssen.

 

Deelnemende partijen

 

Alblasserdam, Dordrecht, Giessenlanden**, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam*, Molenwaard**, Papendrecht, Sliedrecht, Zederik* en Zwijndrecht.

* met ingang van 2019 fusie tot gemeente Vijfheerenlanden

** met ingang van 2019 fuseren tot gemeente Molenlanden

 

Kerncijfers

Jaarresultaat 2017

€ 0

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€     30.000

€    30.000

Vreemd vermogen

€ 509.000

€ 529.000

Begrotingsresultaat 2019

€ 0

na resultaat

€ 0

voor resultaat

Eigen vermogen

€ 30.000

ultimo 2019

Vreemd vermogen

€ 0

ultimo 2019

 

Relatie met programma

 

0. Bestuur en Ondersteuning

7. Volksgezondheid en Milieu

 

Achtergrondinformatie

 

-

 

Kleur stoplicht

 

Groen

 

Sturingsarrangement

 

Website

Passief

 

N.v.t.

 

 

 8.

 Eneco Groep

 Vestigingsplaats

Rotterdam

 

Rechtsvorm

Naamloze Vennootschap

 

Doel 

Doel is het op een betrouwbare, veilige en maatschappelijk verantwoorde wijze produceren en leveren van energie, warmte/ koude en gassen en daaraan gerelateerde producten aan particuliere en zakelijke klanten en samenwerking en deelneming in andere rechtspersonen.

 Openbaar belang

Energievoorziening

 Financieel belang  

De gemeente is voor 0,68% aandeelhouder. Voor het dividend wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 Bestuurlijk belang 

De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder P.L. Paans vertegenwoordigd.

 Deelnemende partijen

http://www.eneco.com/nl/organisatie/aandeelhouders/

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2017

€ 127.000.000

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€ 2.866.000.000

€ 3.118.000.000

Vreemd vermogen

€ 2.790.000.000

€ 1.955.000.000

 

 Relatie met programma

0. Bestuur en ondersteuning

 

Achtergrondinformatie

 

In 2017 en 2018 is door de aandeelhouderscommissie (AHC) onderzocht of de gemeenten het aandelenbelang willen houden of af bouwen. 90% heeft aangegeven af te willen bouwen, waaronder de gemeente Papendrecht. Uitgegaan wordt dat met de verkoopopbrengst minimaal leningen kunnen worden afgelost die het wegvallen van het jaarlijks begrote dividend van € 270.000 kunnen opvangen, waardoor het begrotingstechnisch gezien (minimaal) budgetneutraal kan worden gerealiseerd.

 Kleur stoplicht

 Sturingsarrangement

Oranje

Actief

 

Website

www.eneco.com/nl

 

 

 9.

 Stedin Groep

 Vestigingsplaats

Rotterdam

 Rechtsvorm 

Naamloze Vennootschap

Doel 

Stedin Groep zorgt voor een energienet in met name de Randstad aan particuliere en zakelijke klanten.

 Openbaar belang 

Energievoorziening

Financieel belang

De gemeente is voor 0,68% aandeelhouder. Voor het dividend wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 

Bestuurlijk belang

 

De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder P.L. Paans vertegenwoordigd.

 

Deelnemende partijen

 

https://www.stedin.net/over-stedin/over-stedin-groep/aandeelhouders

 

Kerncijfers

Jaarresultaat 2017

€ 465.000.000

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€ 2.082.000.000

€ 4.806.000.000

Vreemd vermogen

€ 4.469.000.000

€ 4.990.000.000

 

Relatie met programma

 

0. Bestuur en ondersteuning

Achtergrondinformatie

Per 1 februari 2017 is Eneco Groep gesplitst in een energiebedrijf (Eneco Groep) en een netwerkbedrijf (Stedin Groep).

In de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) is aangegeven dat gemeenten hun aandeel niet mogen vervreemden.

Kleur stoplicht 

Sturingsarrangement

Groen

Passief

Website

https://www.stedin.net/

 

 10.

 Bank Nederlandse Gemeenten NV

 Vestigingsplaats

Den Haag

 Rechtsvorm

Naamloze Vennootschap

 Doelstelling

Kredietverlening aan de publieke sector

Openbaar belang

 

De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

 Financieel belang

 

De gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 6.318 aandelen. Het totaal aantal geplaatste aandelen bedraagt 55.690.720 aandelen.

 Bestuurlijk belang

 

De gemeente wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AVA) vertegenwoordigd door wethouder P.L. Paans.

 

Deelnemende partijen

 

De BNG bank is een structuurvennootschap. Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2017

€ 393.000.000

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€       4.953.000.000

€       4.486.000.000

Vreemd vermogen

€ 135.072.000.000

€ 149.514.000.000

 

 Relatie met programma 

0. Bestuur en ondersteuning

Achtergrondinformatie 

-

Kleur stoplicht

Groen

 Sturingsarrangement

 Website

 

passief

www.bng.nl

 

 

 11.

 Oasen NV

 

Vestigingsplaats

 

Gouda

 

Rechtsvorm

 

Naamloze Vennootschap

 

Doel

 

Leveren van helder en betrouwbaar drinkwater

 

Openbaar belang

 

Drinkwatervoorziening

 

Financieel belang

 

 

De gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 29 van de 748 aandelen (3,9%). De aandelen hebben een nominale waarde van € 455 per aandeel. Er zijn 748 aandelen geplaatst bij de gemeenten in het verzorgingsgebied van Oasen NV. Dit komt ongeveer neer op ongeveer 1 aandeel per 1.000 inwoners. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) bestaat uit vertegenwoordigers van aandeelhoudende gemeenten.

 

Bestuurlijk belang

 

 

De gemeente wordt vertegenwoordigd in de aandeelhoudersvergadering door wethouder A.M.J.M. Janssen 

 

Deelnemende partijen

 

http://www.oasen.nl/over-oasen/Paginas/aandeelhouders-artikel.aspx

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2017

€ 6.583.000

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

€ 103.668.000

€    97.085.000

Vreemd vermogen

€ 162.538.000

€ 152.765.000

 

 Relatie met programma

0. Bestuur en ondersteuning

 Achtergrondinformatie

-

 Kleur stoplicht

Groen

 Sturingsarrangement

 Website

 

Passief

www.oasen.nl

 

 

12.

Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden

 Vestigingsplaats 

Dordrecht

Rechtsvorm

 

Binnen de ROM-D groep participeert gemeente Papendrecht direct in de:

·              naamloze vennootschap ROM-D holding (ROM-D Holding NV);

·              commanditaire vennootschap ROM-D Dordtse Kil III (ROM-D Dordtse Kill III CV).

 

Doel

 

Versterken en uitbouwen regionale economie.

 

Openbaar belang

 

Versterken en uitbouwen van de regionale economie door: uitgifte van kavels, ontwikkeling van bedrijventerreinen, revitalisering van bestaande bedrijventerreinen en promotie van de regio Drechtsteden, als vestigingslocatie voor bedrijven.

 

Financieel belang

 

De gemeente Papendrecht heeft een kapitaalinbreng in

- ROM-D Holding van € 150.000. 

- ROM-D Dordtse Kil III € 194.000.

Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal: € 344.000. Deze inbreng bestaat uit aandelen in ROM-D Holding, respectievelijk deelname in het commanditair kapitaal van ROM-D Dordtse Kil III. De gemeente heeft binnen de ROM-D Holding N.V. een aandeel van 3% en in de ROM-D Kil III een aandeel van 2%.

Bestuurlijk belang

 

De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder P.L. Paans vertegenwoordigd.

 

Deelnemende partijen

 

Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht, de Provincie Zuid-Holland, de BNG en Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam.

 

Kerncijfers

ROM-D NV

Jaarresultaat 2016

€ 390.000

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 4.153.000

€ 3.763.000

Vreemd vermogen

€ 2.154.000

€ 4.552.000

 

ROM-D CV

Jaarresultaat 2016

€ 2.122.000

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€    8.960.000

€    6.838.000

Vreemd vermogen

€ 12.874.000

€ 12.386.000

 

Relatie met programma

 

 

0. Bestuur en ondersteuning

8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

 

Achtergrondinformatie

 

Besluitvorming over de inbreng van projecten en aanwending van middelen wordt overgelaten aan de ROM-D Capital Beheer B.V. waarbij de finale besluitvorming steeds door de AVA van de ROM-D binnen de kaders van het acquisitie-jaarplan plaatsvindt.

 

Kleur stoplicht

 

Groen

 

Sturingsarrangement

 Website

 

Passief

www.rom-d.nl

 

 13.

 Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV

Vestigingsplaats

Papendrecht

Rechtsvorm

 

Besloten vennootschap

 

Doel

 

Deelnemen in een besloten vennootschap die participeert als beherend vennootschap in een commanditaire vennootschap ter exploitatie van een fabriek gelegen op het terrein Slobbengors.

Openbaar belang

 

Borging werkgelegenheid.

 

Financieel belang

 

Gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 100% van de aandelen. Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal € 18.000.

 

Bestuurlijk belang

 

De gemeente wordt vertegenwoordigd door wethouder P.L. Paans.

 

Deelnemende partijen

Papendrecht

Kerncijfers

Jaarresultaat 2016

-/- € 2.000

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 12.000 

€ 13.000

Vreemd vermogen

€ 10.000

€ 12.000

 

Relatie met programma

 

0. Bestuur en ondersteuning

3. Economie

 

Achtergrondinformatie

 

-

 

Kleur stoplicht

 

Sturingsarrangement

 

Groen

 

Passief

 

Website

 

 -

 

 14.

 Recreatie en Cultuur holding B.V.

 Vestigingsplaats

Papendrecht

Rechtsvorm 

Besloten vennootschap

Doel 

Deelnemen in een besloten vennootschap die de exploitatie van de Theater De Willem en de binnensportaccommodaties verzorgt.

Openbaar belang 

Cultuur en Sport.

Financieel belang 

Gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 100% van de aandelen. Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal € 450.000.

Bestuurlijk belang 

De gemeente wordt vertegenwoordigd door wethouder C. de Ruiter.

Deelnemende partijen

Papendrecht

Kerncijfers

Jaarresultaat 2017

nvt

 

 

31-12-2017

31-12-2016

Eigen vermogen

nvt

nvt

Vreemd vermogen

nvt

nvt

 

Relatie met programma

5. Sport, Cultuur en recreatie

Achtergrondinformatie 

Deze holding is in 2018 opgericht en exploiteert het theater en de binnensport van Papendrecht. Gezien het opstart jaar wordt deze BV actief gevolgd.

Kleur stoplicht 

Oranje

Sturingsarrangement 

Website 

Maatwerk

-

 

7. Bedrijfsvoering

7. Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - 7. Bedrijfsvoering

Ontwikkeling Organisatie

Het thema 'Ruimte' is gekozen als overkoepelend thema en beeldmerk voor de doorontwikkeling van de organisatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de subthema's 'Ruimte voor talent', 'Ruimte voor ontwikkeling', 'Ruimte om te leren' en 'Ruimte voor buiten'. Met dit thema geven we ruimte aan de ontwikkeling van talenten van medewerkers, de ontwikkeling van de organisatie en het leren van en met elkaar binnen de lerende organisatie. Van groot belang is 'buiten', de samenleving, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven, die we de ruimte willen geven om zelf of gezamenlijk maatschappelijke opgaven te realiseren. Met inspiratiesessies informeren en inspireren we medewerkers actief over actuele thema's en vraagstukken.

De gemeentelijke organisatie ontwikkelt zich in 2019 verder. Afdelingsgrenzen zijn ondergeschikt en er wordt meer in teams en opgavegericht gewerkt. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is verantwoordelijk voor de strategische ondersteuning van het college en voor de integrale concern brede aansturing. Het managementteam is gezamenlijk verantwoordelijk voor de integrale aansturing van de organisatie en geeft leiding aan de teamleiders, heeft een strategische adviesrol aan het college van B&W en de portefeuillehouders en is ambtelijk opdrachtgever van de programma’s. Het managementteam neemt concern brede besluiten o.a. ten aanzien van de bedrijfsvoering. Het managementteam is gezamenlijk verantwoordelijk voor de organisatieontwikkeling.

We zetten concrete stappen in de organisatieontwikkeling op basis van een goede analyse van de kwantitatieve en kwalitatieve bezetting van onze organisatie. Op basis van deze analyse wordt helder welke ambities op welke moment kunnen worden opgepakt en wat daarvoor nodig is.

Ontwikkeling HRM

Regionale aanpak: Goed werkgeverschap
Vanuit 'Goed werkgeverschap' is regionaal een aantal thema's benoemd die de komende tijd nadere uitwerking krijgen. Afhankelijk van behoefte en prioriteitstelling kunnen de organisaties in de Drechtsteden zelf bepalen in welke mate en op welk moment een thema wordt uitgewerkt. Vanuit die thema's zijn de volgende opdrachten gedefinieerd:
- Belonings- en functiegebouw
- Employee branding en arbeidsmarktcommunicatie
- Faciliteren uitwisseling personeel & mobiliteit
- Keuzevrijheid ICT Devices

Flexibiliteit
Bij flexibiliteit gaat het ook om het aanpassingsvermogen van de organisatie met betrekking tot de opdrachten die mede vanuit de samenleving van ons worden gevraagd. Bij de verdeling van werkzaamheden zal gekeken worden naar capaciteiten en competenties van medewerkers en wordt er meer gewerkt vanuit rollen en steeds minder vanuit een 'vaste' functie.
De organisatie kan niet zonder inhuur van specifieke deskundigheid en extra capaciteit om alle taken op het gewenste moment uit te voeren. Om toekomstbestendig te zijn is wel een passend evenwicht van de capaciteitsinzet van eigen medewerkers en externe inhuur van belang.

Personeel
De samenleving is in beweging, er komt veel af op de gemeenten. De wijze van samenwerken, de uitvoering van de Omgevingswet, de dienstverlening en de ontwikkeling van de openbare ruimte zijn onderwerpen die de agenda voor de komende jaren mede gaan bepalen. Van burgers wordt gevraagd actief mee te denken en te doen. Dit vraagt van de gemeentelijke organisaties een externe oriëntatie.

Medewerkers zullen steeds meer de samenwerking moeten zoeken met de samenleving, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Daarnaast verlangen burgers ook kwaliteit van beleid en dienstverlening. Dit alles vraagt van medewerkers een andere inzetbaarheid, andere competenties, een andere manier van werken. Voor werken in een interactieve omgeving, zowel richting burgers als binnen de samenwerkingsverbanden, is een gemotiveerd, deskundig en flexibel ambtelijk apparaat nodig. Vakkennis blijft vereist maar het effectief inspelen op wat leeft in de samenleving en het effectief kunnen overbrengen op welke wijze daaraan uitvoering wordt gegeven, wordt steeds belangrijker.

Als werkgever willen we een spiegel zijn van wat van een participatiemaatschappij wordt verwacht. Dit betekent dat ook in het HRM-beleid flexibiliteit, verantwoordelijkheid, ruimte maar ook respect en integer handelen belangrijke waarden zijn. Dit moet leiden tot zelfstandige, goed gekwalificeerde en tevreden medewerkers die flexibel en duurzaam inzetbaar zijn.

Duurzame inzetbaarheid
Met duurzame inzetbaarheid wordt beoogd dat medewerkers voldoende in staat zijn hun werkzaamheden af te stemmen en aan te passen op de ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie. Daarnaast en in lijn daarmee zal er ruimte moeten zijn voor het tegemoetkomen aan wensen op het gebied van (loopbaan)ontwikkeling en moet er sprake zijn van een goede balans tussen werk, privé en zorg. Het is aan de medewerker zelf om de regie te nemen met een faciliterende rol voor de werkgever.

De verhoging van de AOW-leeftijd betekent dat medewerkers langer zullen doorwerken. Ook daar ligt een opgave om voor die medewerkers het langer doorwerken op een goede en gezonde wijze mogelijk te maken. Gekozen is om waar nodig met medewerkers in aanloop naar de pensioengerechtigde leeftijd hier maatwerkafspraken over te maken. Dit is gefaciliteerd door het beschikbaar stellen van een budget voor Duurzame inzetbaarheid. Naast deze (rechtspositionele) maatwerkafspraken worden ook faciliteiten aangeboden om te zorgen dat alle medewerkers duurzame inzetbaar blijven.

Arbeidsmarkt
Sprake is van een sterk vergrijzende personeelsopbouw, landelijk maar ook binnen de Drechtsteden en Papendrecht. Dit uit zich ook in lange dienstverbanden en veel medewerkers die al in hun eindschaal zitten. Er is weinig uitstroom en daarmee is ook de instroom laag.

Er wordt gezocht naar arrangementen, om met name de instroom van jongeren mogelijk te maken. Binnenkort start het derde regionaal traineeprogramma dat een overlap kent met het huidige programma en tot 2020 ruimte biedt aan jong afgestudeerden. De gemeentelijke organisatie zal voor die jongeren een boeiende en uitdagende werkomgeving moeten zijn.

Inzet is om ons de komende periode sterker te profileren op de arbeidsmarkt als aantrekkelijke werkgever, juist ook voor jongere werkzoekenden. Gekozen wordt voor een (aanvullend) 'eigen gezicht' als gemeente Papendrecht met minder nadruk op een werving als gemeenschappelijk werkgever Drechtsteden. Daardoor wordt onze eigen identiteit beter tot uitdrukking gebracht en is het mogelijk om de aantrekkelijke kanten van het werken voor Papendrecht te benutten.

Werkgevers hebben in het Sociaal Akkoord afgesproken om in 2025 125.000 banen te realiseren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op regioniveau wordt hieraan uitvoering gegeven. Papendrecht heeft ook een eigen ambitie uitgesproken en daarvoor budget beschikbaar. Aan die ambitie wordt in 2019 verdere invulling gegeven.

Arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen
Met ingang van 1 januari 2020 wordt met de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren het private arbeidsrecht voor overheidspersoneel van toepassing. Deze wijziging heeft invloed op de wijze van vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van medewerkers, de medezeggenschapsstructuur, de bezwaar- en beroepsprocedure en de wijze van indienstneming en beëindiging van dienstverbanden. Een grote operatie die naast veel besluitvorming en administratieve vastlegging een goede communicatie vraagt richting leidinggevenden en medewerkers. Gekozen wordt voor een regionale aanpak.

Bezwaarschriften, klachten en Wob
De afgelopen jaren is de inzet van mediationvaardigheden bij afhandeling van bezwaarschriften en klachten gemeengoed geworden. Toch blijft altijd een deel over dat op formele wijze wordt afgedaan. Bij de Wob verzoeken is de loskoppeling van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen en het feit dat de rechter nu vaker 'misbruik van recht' heeft beslist bij misbruikers van de Wob merkbaar, het aantal (oneigenlijke) Wob verzoeken is de afgelopen periode sterk verminderd. De verwachting is dat er een verschuiving zal plaatsvinden naar verzoeken op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (voorheen WBP).

Integriteit
De gemeente is wettelijk verplicht tot het voeren van een integriteitbeleid. Reeds in 2015 is een totaalpakket aan regionale integriteitregelingen vastgesteld. Hiermee is een basis gelegd voor het voeren van een gemeenschappelijk integriteitbeleid binnen de organisaties in het netwerk op grond van gedeelde normen en waarden. Gemeenten Papendrecht voert integriteitbeleid met aandacht voor zowel de ambtelijke organisatie als politieke organen. Alle medewerkers hebben de afgelopen periode de training morele oordeelsvorming gevolgd en binnenkort zal ook het college en de gemeenteraad de training volgen. Voor 2019 staat het onderhouden van het moreel beraad op de agenda, daarmee wordt meer bewustwording gecreëerd van mogelijke dilemma's en wordt moresprudentie gemaakt: het duiden van grijs naar zwart of wit: 'zo doen we dat hier'.

Vertrouwenspersoon
Inmiddels zijn drie (gecertificeerde)vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen en integriteit benoemd voor de gemeente Papendrecht. In navolging van het regionale integriteitbeleid wordt hier ook ingezet op regionale samenwerking. De vertrouwenspersonen hebben zitting in een intervisiegroep in de regio en kunnen elkaar in bijzondere gevallen ook vervangen.

Juridische kwaliteitszorg

Algemeen
De verdere digitalisering van de dienstverlening (o.a. de modernisering van elektronisch bestuurlijk verkeer, de digitale bekendmaking van vergunningen, etc ) en het verder ontwikkelen van datagestuurd werken zal in 2019 hoog op de agenda staan. Ook de verdergaande implementatie van de Algemene verordening gegevensbescherming (waaronder informatieveiligheid) zal in 2019 veel inzet vragen. Het register van verwerkingen (de processen) is gevuld en er dienen nog privacy risico analyses uitgevoerd te worden op de kwetsbare processen, waarna zo nodig maatregelen getroffen worden. Verder dienen er diverse verwerkersovereenkomsten te worden gesloten, protocollen te worden opgesteld en vraagt het onderwerp van onderlinge gegevensuitwisselingen tussen o.a. gemeenschappelijke regelingen de nodige aandacht. In 2019 wordt ook gewerkt aan optimalisering van Contractbeheer en –management. Dit wordt samen met het SCD opgepakt. Ook vergt het dossier Chemours de nodige inzet van het taakveld, o.a. betreffende de aansprakelijkstelling van het bedrijf, die de gemeente heeft doen uitgaan.

Informatieveiligheid
Het college heeft in 2018 het informatiebeleidsplan Papendrecht goedgekeurd. In 2019 zal de focus liggen op de implementatie van het plan. De bewustwordingscampagne informatieveiligheid zal een verder vervolg krijgen onder andere in de week van de informatieveiligheid, privacy en integriteit.

Risico gestuurd werken in samenwerkingsverband(denk ook aan sourcing) en een nieuwe inrichting van ENSIA zal in 2019 de aandacht vragen van de gemeentelijke organisatie.

De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) 1.0 is in 2018 aangeboden om in de diverse overheidslagen de bestuurlijke besluitvorming in te gaan. De aanleiding voor de nieuwe baseline komt voort uit de verandering van de ISO. Het feit dat de BIO een gezamenlijke baseline is, voorkomt dat alle overheidslagen voor zichzelf een nieuwe baseline moeten opstellen. De verwachting is dat na de besluitvormende gremia de BIO al in 2018 zal worden aangenomen. Het nieuwe normenkader zal ingaan op 1-1-2019. In 2020 zal daadwerkelijk moeten worden gewerkt en worden verantwoord volgens de BIO.

De BIO verschilt op een aantal punten van de BIG. De grootste verschillen zijn:

1. Minder maatregelen (bijna 60% minder)
2. Maatregelen zijn altijd verplicht
3. Meer risicomanagement (het begint met een QuickScan, de QIS)
4. 3 Basisbeveiligingniveaus (BBN)
5. Selectie van ontbrekende maatregelen vooraf
6. Toewijzing van maatregelen op eindverantwoordelijke
7. Een baselinetoets die nu QIS heet en die rekening houdt met die 3 niveaus

De grootste verandering zullen zijn

- ENSIA zal compleet opnieuw moeten worden ingericht;
- Wijze van impactanalyses verandert hetgeen ook gevolgen kan hebben voor de al gemaakte impactanalyses.
- Aanpassingen in de werkprocessen, de producten en archivering voor de audit.

Planning en control
Het streven is de informatie die in de P&C producten is opgenomen transparanter te maken. Dit jaar is de begroting ingericht volgens de taakvelden van de BBV, zoals ook het coalitieakkoord is ingericht. Voordelen daarvan zijn vergelijkbaarheid met andere gemeenten, duidelijkheid over bestuurlijke autorisaties en uniformiteit in de informatievoorziening. De begroting is ook voor het eerst volledig AVG bestendig doordat, met uitzondering van het opstartscherm van de app, alleen iconen zijn opgenomen. Ook daar is aansluiting gezocht bij het coalitieakkoord.