Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Economische ontwikkeling

Het Centraal Planbureau heeft in de augustusraming 2020 van de Macro Economische Verkenning een kerngegevenstabel opgenomen die onze economisch situatie heel goed weergeeft:

We zien een economische groei van het Bbp naar een normaal percentage van 1,4%. De geringe stijging van de werkloosheid heeft vooral te maken met een aanhoudende stijging van het arbeidsaanbod. Kortom, positieve cijfers, waarbij de echt grote uitschieters in groei niet meer aanwezig zijn.
Een aantal ontwikkelingen is een risicofactor voor de economische stabiliteit. Het gaat dan om zaken als het Amerikaanse en Chinese handelsbeleid, de Brexit en de politiek instabielere situatie in Italië. Het is onduidelijk in welke mate deze zaken gevolgen hebben voor onze economie.

Financiële positie gemeenten

De rijksoverheid is de laatste jaren terughoudend geweest met het doen van uitgaven. Dit leidt tot een minder grote staatsschuld, maar ook tot minder financiële ruimte bij de lokale overheden. In combinatie met de veelheid aan extra taken, vooral in het sociaal domein, waaraan niet de benodigde financiële middelen zijn gekoppeld, leidt dit tot grote financiële problemen bij gemeenten. Zeer veel gemeenten zijn gedwongen om fors te bezuinigen en daarbij onaangename keuzes te maken. In onze gemeente krijgt het begrotingsjaar 2020 een positief begrotingsresultaat. Voor de jaren daarna is naar verwachting een ombuigingsproces noodzakelijk om tot sluitende begrotingen te komen.

Collegeactieprogramma

Het collegeactieprogramma is ambitieus. Dat blijkt uit de beschrijving van de zes ontwikkellijnen met de daaraan gekoppelde acties. Wij hebben goed geluisterd naar de nuancerende opmerkingen die zijn gemaakt tijdens de behandeling daarvan in de gemeenteraad. Dat betekent dat op onderdelen de ambitie wordt getemperd. De vraag is desondanks relevant of de financiële middelen toereikend zijn om deze ambitie ook waar te maken. Regionaal zijn taakstellingen opgelegd in de bedrijfsvoering en het Sociaal Domein. Deze maatregelen zullen merkbaar zijn in de dienstverlening. Wij weten dat de taakstellingen op het Sociaal Domein direct ingrijpen in het leven van mensen. Dit roept de vraag op of en in hoeverre wij lokaal flankerende maatregelen moeten nemen om de grootste gevolgen op te vangen. Zelfs ondanks deze ingrijpende maatregelen en taakstellingen lijkt een ombuigingsproces om de meerjarenperspectieven op orde te krijgen noodzakelijk. Dit vraagt om duidelijke keuzes. Wij gaan het gesprek met de samenleving aan (stakeholders en inwoners) over gevolgen van taakstellingen en over de voorzieningen en de gevolgen daarvan. In feite zijn de veranderende rollen van overheid en samenleving onderwerp van gesprek.
De uitdaging in deze begroting, maar vooral ook voor de jaren daarna, is een evenwichtige verdeling van de middelen te realiseren. Hierbij houden we ons aan de afgesproken financiële regels en uitgangspunten. Nieuwe wensen kunnen en mogen, maar we zetten staande middelen in om deze te bekostigen.

Door de gekozen systematiek van het volgen van de BBV-indeling krijgen de programma's niet afzonderlijk aandacht in de begroting. Onderdelen van programma's komen op veel plekken in de begroting voor. In de programmabeschrijvingen worden de verschillende maatregelen verzameld.

Sustainable Development Goals / Duurzame ontwikkelings doelstellingen

In het coalitieakkoord hebben we met elkaar afgesproken aandacht te schenken aan de duurzame ontwikkel doelen en deze te steunen. In deze begroting doen we dat door de scores van "Waar staat je gemeente?" op te nemen en bij iedere maatregel in de begroting te duiden onder welke doelstelling de maatregel kan vallen. Dit geeft in één oogopslag meer inzicht in waar de maatregel precies over gaat.

Indicatoren en streefwaarden

Uiteraard zijn de verplichte indicatoren opgenomen in de begroting 2020. Als het gaat om stuurinformatie gaat kwaliteit voor kwantiteit. Helaas zijn niet alle indicatoren geschikt als streefwaarde. Alleen wanneer gemeentelijk beleid het maatschappelijk effect en dus de indicator direct kan beïnvloeden is het opnemen hiervan zinvol. Wanneer relevant, zijn bij de maatregelen (o.a. bij taakveld Treasury, Openbaar groen en onderwijs en treasury en onderwijs) bijbehorende streefwaarden opgenomen. Verder wordt ingezet om streefwaarden zoveel mogelijk onderdeel uit te laten maken van beleidsplannen (Integraal beleidsplan Leefbaarheid en veiligheid 2018 - 2021 en/of Programmaplan Dienstverlening 2018 - 2020), nota's (Nota Reserves en voorzieningen), jaarprogramma’s (Jaarprogramma Milieutaken), subsidieafspraken (Sterk Papendrecht "Tellen en vertellen 2019") of gemeentelijke verordeningen. Ook in toekomstige beleidsplannen (o.a. Beleidsplan Sociaal domein) en/of uitvoeringsprogramma's (o.a. Agenda duurzaamheid) worden streefwaarden opgenomen, zoals die uit de onlangs gepresenteerde gemeentelijke duurzaamheidsindex. Waar mogelijk is bij taakvelden een link naar deze informatie opgenomen. Op deze wijze wordt het beter toetsbaar of doelstellingen worden gerealiseerd en wordt richting gegeven aan de ontwikkeling. Uitgangspunt is het gebruik van streefwaarden in komende begrotingen verder door te ontwikkelen.