Paragrafen

1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In deze paragraaf wordt beschreven hoe wij omgaan met risico's en hoe groot deze moet zijn om deze kunnen vangen. Weerstandsvermogen geeft aan of het vermogen van de gemeente Papendrecht toereikend is om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat het beleid moet worden aangepast.

Het weerstandsvermogen bestaat uit een incidenteel en een structureel deel. Het incidentele deel is vermogen om onverwachte incidentele tegenvallers op te vangen, het structurele deel om onverwachte tegenvallers structureel.

 

Het weerstandsvermogen wordt berekend door gecalculeerde risico's in mindering te brengen op de vrij besteedbare middelen en/of reserves en het begrotingsresultaat van het lopende jaar. Het weerstandsvermogen op termijn wordt berekend door gecalculeerde risico's in mindering te brengen op de vrij besteedbare middelen en/of reserves en het begrotingsresultaat op termijn. Het weerstandsvermogen geeft het volgende beeld:

  

 Structureel weerstandsvermogen

Het structureel weerstandsvermogen is bestemd voor tegenvallers als gevolg van autonome ontwikkelingen en calamiteiten waarvoor geen budget aanwezig is. Het is toegestaan om gedurende een aantal jaren een bestemmingsreserve in te zetten. Structurele tegenvallers dienen uiteindelijk structureel uit het begrotingsresultaat te worden gefinancierd. Het structureel weerstandsvermogen van de gemeente Papendrecht is:

 

 

Toelichting:

 

  1. Budget onvoorziene uitgaven

    Voor onvoorziene uitgaven is jaarlijks € 100.000 beschikbaar.

     

  2. Onbenutte belastingcapaciteit

    Gemeenten mogen gezamenlijk de opbrengsten van de onroerende zaakbelasting (OZB) in 2018 met maximaal 3,1% verhogen. Deze macronorm is ingesteld om grote lokale lastenstijgingen te voorkomen. In de Programmabegroting 2018 van Papendrecht is de totale OZB-omvang aangepast met 1,6% inflatie. De onbenutte belastingcapaciteit (het gat tussen de 1,6% en 3,1%) is structureel € 86.000. Om de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB op termijn te bepalen is gebruik gemaakt van de berekeningswijze OZB-tarief van het rijk voor toelating tot artikel 12. Daarmee wordt de maximale verhoging berekend, voordat de artikel 12 status van toepassing kan worden. Op termijn is sprake van een onbenutte belastingcapaciteit van € 2.000.000. Overige belastingen zijn in principe 100% kostendekkend.

     

  3. Rente-effect aanwending van alle reserves

    De gemeente Papendrecht heeft ultimo 2021 voor € 36,2 miljoen aan reserves. Het aanwenden van reserves heeft een ongunstig effect op het renteresultaat. Bij aanwending neemt de financieringsbehoefte toe en stijgen de rentelasten, dit kan leiden tot een nadeel van € 0,5 miljoen.

     

    Incidenteel weerstandsvermogen

    De stand van de reserves per 1-1-2018 is € 31,8 miljoen. Hiervan is € 26,5 miljoen vrij besteedbaar. Dit betreft de algemene risico reserve, de vrije reserve, de algemene reserve frictie personeel, de algemene bedrijfsreserve en specifieke risico reserves. Het risico wordt gecalculeerd op € 12,5 miljoen. Het incidenteel weerstandsvermogen komt uit op € 13,9 miljoen (voor de berekening zie tabel).

     

     

    Toelichting van de risico's

     

    Risico’s grondexploitatie

    De risico’s van de grondexploitaties zijn bij de jaarrekening 2016 geactualiseerd. Voor de beheersing van het risico op de grondexploitaties wordt een reserve aangehouden ter grootte van het financiële risico.

     

    Risico's Noordoevers transformatie zone

    De Risicoreserve Noordoevers wordt in lijn met besluitvorming aangehouden op het maximum risico. Hiermee zijn de risico’s bij de grondexploitatie afgedekt.

     

    Risico's erfpachtgronden

    De fabriekslocatie van Fokker aan de industrieweg wordt door de gemeente in erfpacht uitgegeven. Om het risico op waardedaling op te vangen wordt een deel van de erfpachtcanon gereserveerd.

     

    Risico's deelnemingen

    De gemeente loopt bij de deelneming en verstrekte lening aan de Fabriek Slobbengors CV en bij de verstrekte lening aan Rivas een financieringsrisico. De risico-aandelen in de rentevergoeding worden ter afdekking van dit risico gestort in de risicoreserve deelnemingen.

     

    Risico's frictie personeel

    Dit betreft het risico op deze frictiekosten bij (re)organisaties als gevolg van lokale en regionale ontwikkelingen. De gemeente is aangaande ww-verplichtingen eigen risicodrager. Daarnaast brengt de begeleiding van medewerkers van werk naar werk ook kosten met zich mee.

     

    Risico's verbonden partijen sociaal domein

    Dit betreft het risico dat de gemeente loopt op het sociaal domein. Dit betreft met name de risico's op de verbonden partijen SDD, de Soj, DG&J en Drechtwerk. Verbonden partijen hebben, omdat de gemeenten dienen als achtervang, zelf beperkt weerstandvermogen. Gemeenten zullen voor het overige deel in het lokale weerstandsvermogen middelen moeten reserveren. Voor bepaling van het gemeentelijke risico is uitgegaan van de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing uit de Jaarstukken en/of de begroting 2018 van deze verbonden partijen, deze risico's zijn vermeld in onderstaand overzicht. Hierbij is uitgegaan dat de risico's na twee jaar binnen de normale bedrijfsvoering van de verbonden partijen opgevangen kunnen worden. Voor de uitvoering van de decentralisaties is het uitgangspunt dat de desbetreffende taken worden uitgevoerd voor het geld dat er vanuit het Rijk voor beschikbaar is.

     

     

     

    Risico’s overige verbonden partijen

    Dit betreft het risico dat de gemeente loopt op alle publieke verbonden partijen die niet zijn gelieerd aan het sociaal domein. Doordat gemeenten dienen als achtervang hebben verbonden partijen zelf beperkt weerstandvermogen. Gemeenten zullen voor het overige deel in het lokale weerstandsvermogen middelen moeten reserveren. Voor bepaling van het gemeentelijke risico’s is uitgegaan van de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing uit de jaarstukken en begroting van deze verbonden partijen. Deze risico's zijn vermeld in onderstaand overzicht. Hierbij is uitgegaan dat de risico's na twee jaar binnen de normale bedrijfsvoering van de verbonden partijen opgevangen kunnen worden.

     

     

     

    Risico's afgegeven gemeentegaranties

    De gemeente staat voor in totaal € 64,6 miljoen garant (peildatum 1-1-2018). Hiervan heeft € 54,5 miljoen betrekking op de achtervangpositie in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (indirecte borgstelling). Gezien de zekerheidsstructuur van dat fonds is hieraan een relatief laag risico verbonden. De directe borgstellingen (exclusief de borgstelling voor de gemeenschappelijke regelingen) is € 10,1 miljoen. Ook hier zijn voldoende zekerheden gesteld, waardoor het risico beperkt is.

     

    Risico's overig

    Dit betreft onder andere negatieve bijstelling van het gemeentefonds, schadeclaims, hogere inflatie en wijziging in (fiscale)wetgeving.

     

     

    Beoordeling weerstandscapaciteit

    Voor de beoordeling van de weerstandscapaciteit gaat het om een beoordeling van de relatie tussen het beschikbare weerstandsvermogen en het, aan de risico's gerelateerde, benodigde weerstandsvermogen. Voor de hoogte en samenstelling van het weerstandsvermogen zijn geen landelijke normen en richtlijnen vastgesteld. De normen voor het weerstandsvermogen worden door de raad vastgesteld. Een gangbare norm is het hanteren van een beoogde weerstandsratio (= weerstandsvermogen gedeeld door risico’s) van tussen de 1 en 1,5. Met een weerstandsratio van 2 of hoger is het weerstandsvermogen goed tot uitstekend te noemen. Uitgangspunt is om voor risico's, waarvoor geen specifieke reserve is gevormd uit te gaan van een ratio van 1,5 met een ondergrens van 1,0. Voor risico's waar wel een specifieke reserve voor is gevormd is een ratio van 1,0 voldoende. De gemeentelijke weerstandsratio voor algemene risico's bedraagt 2,4. In onderstaande tabel is de berekening opgenomen.

     

     

    Gewenste omvang Algemene risico reserve

    De algemene risico reserve moet uitsluitend gezien worden als weerstandsvermogen. Uitgaande van de ratio van 1,5 en een algemeen risico van € 3,6 miljoen komt de gewenste omvang van de algemene reserve uit op € 5,4 miljoen.

     

    De stand van de Algemene risico reserve bedraagt per 1-1-2018 € 7,2 miljoen en is (meer dan) toereikend om de risico's af te dekken. Het surplus wordt aan de vrije reserve toegevoegd bij de jaarrekening.

     

    Conclusies

  • Voor concrete risico’s zijn specifieke reserves benoemd en is de omvang inzichtelijk.
  • Het incidentele weerstandsvermogen is om eenmalige tegenvallers te financieren. Met een omvang van € 26,5 miljoen per 1-1-2018 en in samenhang met de huidige risico’s van € 12,5 miljoen is het weerstandsvermogen toereikend.
  • Voor algemene risico´s bedraagt de weerstandsratio 4,8.

     

     

    Financiële kengetallen

    De kengetallen geven zicht op de financiële positie van de gemeente en bieden de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken. Daarmee dragen deze kengetallen bij aan de controlerende en kaderstellende taak van de gemeenteraad.

     

     

     

     

    Netto schuldquote

    Met de netto schuldquote worden de totale schulden afgezet tegen het totaal aan baten van de gemeente. In de VNG-uitgave "Houdbare Gemeentefinanciën" is aangegeven dat wanneer de schuld lager is dan de gemeentelijke jaaromzet (<100%) dit als voldoende kan worden beschouwd. Tussen de 100% en 130% is matig, meer dan 130% is onvoldoende.

     

    Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

    Van alle leningen is € 21,7 miljoen doorgesluisd. De verstrekte leningen betreffen o.a. de leningen aan Rivas en Fokker. Hiervoor wordt een rentevergoeding ontvangen.

     

    Solvabiliteitsratio

    De solvabiliteitsratio laat zien welk deel van het bezit van de gemeente wordt bekostigd met eigen vermogen. In de VNG-uitgave "Houdbare Gemeentefinanciën" is aangegeven dat gemiddeld de solvabiliteitsratio zich begeeft tussen de 30% en 70%. Bij een solvabiliteitsratio tussen 20% en 30% is het matig en bij een percentage van <20% heeft een gemeente zijn bezit te zwaar belast met schuld.

     

    Kengetal grondexploitatie

    Met het aandeel grondexploitaties wordt aangeven hoe de boekwaarde van de in exploitatie genomen gronden zich verhoudt tot de totale baten van de gemeente. De norm is maximaal 25%, meer dan 35% is onvoldoende.

     

    Structurele exploitatieruimte

    Het financiële kengetal structurele begrotingsruimte geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte is binnen de vastgestelde begroting is en geeft daarmee aan of de gemeente in staat is structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. De artikel 12 norm is 0,5%, de structurele ruimte is matig als deze tussen de 0,0% en 0,5% ligt.

     

    Belastingcapaciteit

    De belastingcapaciteit laat zien hoe de woonlasten zich verhouden ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. Meer dan 110% is matig, meer dan 130% onvoldoende.

     

    Bevindingen

  • De netto schuld quote is toegenomen vanwege investeringen en aangetrokken en ook weer doorverstrekte leningen. De netto schuld quote gecorrigeerd voor alle versterkte leningen is minder onvoldoende maar ook hoger dan de door de VNG geadviseerde norm.
  • De solvabiliteitsratio blijft onvoldoende. Het eigen vermogen is absoluut gezien meer dan voldoende, maar door de vele activa en daarmee hoog balanstotaal, en financiering door vreemd vermogen is de solvabiliteitsratio laag. Dit is te verklaren gezien het hoge voorzieningenniveau binnen Papendrecht en de recente investeringen hierin. Verder heeft de gemeente veel economische activiteiten (parkeren, sportcentrum en theater) in eigen beheer. Het financieren hiervan met vreemd vermogen is niet ongebruikelijk.
  • Het aandeel van de grondexploitatie neemt de komende jaren af. Met het beëindigen van de projecten zal dit op termijn verder dalen.
  • De structurele exploitatieruimte laat een substantieel overschot zien. Tot en met 2016 is met bedragen gewerkt, vanaf 2017 nemen wij hiervoor het landelijke kengetal: een percentage.
  • De belastingcapaciteit is in 2017 gedaald, wat veroorzaakt wordt door de daling van het tarief voor rioolheffing.

2. Onderhoud kapitaalgoederen

2. Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - 2. Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

In deze paragraaf wordt aangegeven hoe omgegaan wordt met gemeentelijke kapitaalgoederen in 2018. De gemeente heeft op haar grondgebied kapitaalgoederen in de vorm van wegen, civiele constructies, riolering, openbare verlichting, water, groen, speelruimten en gebouwen. Deze kapitaalgoederen zijn van belang voor het zo goed mogelijk functioneren van onze gemeente op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, verkeer en vervoer en recreatie. De gemeente Papendrecht wil haar kapitaalgoederen goed onderhouden en in een goede staat houden. Deze paragraaf geeft inzicht in de wijze van onderhoud & vervanging en de financiële lasten daarvan.

 

Het onderhoud en beheer van de kapitaalgoederen is zoveel mogelijk vastgelegd in het Uitvoeringsplan IBOR, de individuele beleids-/beheerplannen en/of meerjaren onderhoudsplannen. In de komende periode is een toenemende aandacht voor implementatie van de energietransitie, klimaatadaptatie en duurzaamheid.

 

De BBV schrijft voor dat vervangingswerken met maatschappelijk nut geactiveerd moeten worden. Dit betekent dat de infrastructurele werken (reconstructies, asfaltwegen, civiele kunstwerken) met investeringskredieten gefinancierd worden.

 

Kerncijfers Papendrecht

Verharding                   1.840.000         m2       76% elementen, 21% asfalt en 3% overige verharding

Groen                          2.038.000         m2       Incl. sportvelden, begraafplaats en Waterschap

Water                              528.000         m2       Incl. Waterschap

 

Het beheerareaal omvat verder:

Riolering (vrijverval riolering)

155

km

Gemalen

83

stuks

Bomen (incl. Waterschap en derden)

14.500

stuks

Beschoeiing en oevers

74

km

Lichtmasten

6.275

stuks

Speeltoestellen (incl. scholen)

680

stuks

Bruggen

194

stuks

Damwanden en walmuren

2.250

m1

Geluidsschermen

3.850

m1

Gebouwen

35

stuks

Verkeersregelinstallaties

5

stuks

Waterbuspontons

3

stuks

 

 


 

Beheervisie

 

De openbare ruimte wordt door middel van integraal beheer en onderhoud in stand gehouden. Belangrijk hierbij is dat klein onderhoud, groot onderhoud en vervanging in onderlinge samenhang worden uitgevoerd. Dit proces is, aan de hand van de levenscyclus van de weg, onderstaand in beeld gebracht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 1: Onderhoudscyclus

 

Beheer wordt kort gedefinieerd als alle maatregelen waarmee de openbare ruimte in stand wordt gehouden. Naast het uitvoeren van fysieke onderhoudsmaatregelen, betekent dit ook sturing geven (beleidsontwikkeling, optimaliseren van de bedrijfsvoering, etc.). Bij het fysieke onderhoud onderscheiden we verzorging (van de openbare ruimte) en het technisch onderhoud van de objecten. Voorbeelden van de technische verzorging zijn bijvoorbeeld de bestrijding van onkruid, het verwijderen van zwerfvuil en graffiti. Het technisch onderhoud omvat het onderhouden van de objecten door middel onderhoudsmaatregelen, bijvoorbeeld het herstraten van wegen, vervangen van brugdekdelen, etc. Belangrijk hierbij is dat zowel het klein onderhoud als het planmatig groot onderhoud en tijdige vervanging bijdragen aan een voldoende technische staat.

 

 

Beleidskaders

 

Algemeen

Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.

Het Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 gaat over het beheer en de kwaliteit van de openbare ruimte en de hierbij horende inzet van financiële middelen. Het uitvoeringsplan biedt het kader voor integraal beheer en samenwerking en leidt tot samenhangende planvorming, logische en efficiënte uitvoering en een financieel beheersbaar geheel. Het uitvoeringsplan IBOR is een soort “paraplu” die over de vakgebieden riolering / water, wegen, openbaar groen, openbare verlichting, civiele kunstwerken, baggeren vijvers & watergangen, baggeren havens en speelruimte is “uitgevouwen”.

 

Riolering

Beleidskader

-           Gemeentelijk Rioleringsplan Papendrecht (GRP) 2014-2018.

-           Stedelijk Waterplan 2007-2016.

-           Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.

-           Maatschappelijk nut investeringen Reconstructies 2018-2022.

 

De Wet milieubeheer bepaalt dat gemeenten verplicht zijn een geldig verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) te hebben. Dit geldt voor zowel de riolering als voor rioolgemalen. Een verbreed vGRP wil hierbij zeggen dat de gemeente naast een zorgplicht voor afvalwater ook de zorgplicht heeft voor hemelwater en grondwater. Naast deze zorgplichten zijn de kosten van de activiteiten en de gevolgen voor de rioolheffing op korte en lange termijn in beeld gebracht. Het vGRP is in 2014 vastgesteld. In 2018 wordt een nieuw vGRP aan het College aangeboden.

 

De riolering is leidend in vervangingsprojecten, waarbij bij de vakdisciplines wegen en groen nadrukkelijk wordt gestuurd naar dit integrale vervangingsmoment.

De klimaatverandering heeft volgens de verwachtingen grote gevolgen voor het leefmilieu op de korte en langere termijn. Een belangrijk gevolg waarmee gemeenten op korte termijn te maken kunnen krijgen is het optreden van extreme neerslag, waarbij in relatief korte tijd veel neerslag valt. Veel rioolstelsels en andere afwateringssystemen zijn niet berekend op deze extremen waardoor er wateroverlast kan ontstaan. Vanwege de klimaatveranderingen en bijbehorende wateroverlast wordt bij integrale vervangingsprojecten klimaatadaptieve maatregelen uitgewerkt en toegepast. Een structurele aanpak voor het omgaan met klimaatverandering is opgenomen in de strategie, waarbij de toepassing beleidsmatig is vormgegeven. In 2017 is deze strategienota opgesteld. In 2018 wordt de strategie voor het omgaan met klimaatverandering breder geïmplementeerd in de organisatie.

 

Samenwerking in de waterketen

Landelijk hebben diverse partijen besloten de onderlinge samenwerking in de waterketen te versterken met als doel "het stimuleren van een meer doelmatige, transparante waterketen". Het waterschap Rivierenland heeft, samen met negen gemeenten in de polder Alblasserwaard- Vijfheerenlanden waaronder de drie Drechtsteden gemeenten Hardinxveld-Giessendam, Papendrecht en Sliedrecht, de samenwerkingsovereenkomst “Samenwerken in de waterketen” ondertekend. Gemeenten stemmen met elkaar af om te onderzoeken waar kostenbesparing binnen de riolering mogelijk is. Vooral op het gebied van “samenwerking zoeken” op beleid- / beheersmatige aspecten zijn voordelen te halen.

 

In 2013 is de samenwerkingsovereenkomst “Gemeenschappelijke Afvalwaterketen Alblasserwaard Vijfheerenlanden” ondertekend. Een belangrijk uitgangspunt voor Papendrecht is, dat deze samenwerking bestaat uit een netwerkorganisatie. Dit vanwege de zelfstandigheid van de gemeente, waarbij samengewerkt wordt waar efficiëntievoordelen te behalen zijn. De kern van de samenwerkingsovereenkomst is een jaarprogramma voor de samenwerkingsactiviteiten en projecten. Het jaarprogramma wordt ter instemming aangeboden aan de colleges van burgemeester en wethouders en het dagelijks bestuur van het Waterschap.

 

Binnen deze samenwerking wordt met twee ontwikkellijnen gewerkt en per ontwikkellijn zijn bestuurlijk relevante thema’s benoemd:

  1. Ontwikkellijn VANDAAG (uitvoering) met thema’s : Inkoop, Samenwerking, Kosten efficiëntie en Kwalteitsbevordering
  2. Ontwikkellijn MORGEN (toekomstgerichte beleidsmatige activiteiten) met thema’s : Omgevingswet, Klimaatadaptatie, Duurzaamheid.

     

     

    Wegen

    Beleidskader

    -           Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021.

    -           Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.

    -           BBV Investeringen Asfaltwegen 2018-2022.

     

    In 2017 is het Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021 vastgesteld. Het Civiel Technisch Beheerplan volgt uit de kaders vanuit het Uitvoeringsplan IBOR en omvat naast de wegen, ook de onderdelen civiele kunstwerken, openbare verlichting, baggeren havens, de VRI's en het straatmeubilair. Hierdoor wordt integraliteit bereikt tussen de verschillende onderdelen (zoals de aansturing in de uitvoering). Het beheerplan maakt inzichtelijk hoe, waar, wanneer en tegen welke kosten de verschillende civiel technische beheeronderdelen in Papendrecht worden beheerd en onderhouden om de kwaliteit en functie in stand te houden. Daarnaast is het uitgangspunt om de leefomgeving voor de inwoners van Papendrecht aantrekkelijk te houden of te verbeteren. Voor het onderhoud aan de wegen vindt hierin intensieve afstemming plaats met het Gemeentelijk Rioleringsplan en het Groenbeheerplan 2018-2021.

     

    De leidraad voor het inrichten van wegen zijn de principes van Duurzaam Veilig. De technische kwaliteit van de wegen wordt gebaseerd op de landelijke erkende CROW – systematiek. Een onderdeel van het Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021 is de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR).  Deze LIOR geeft aan op welke gestandaardiseerde wijze in Papendrecht invulling gegeven wordt aan werkvoorbereiding, uitvoering en onderhoud van de openbare ruimte.

     

     

    Groen

    Beleidskader

    -           Groenbeleidsplan 2015-2024.

    -           Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.

    -           Groenbeheerplan 2018-2021

     

    Het Groenbeleidsplan 2015- 2024 vormt samen met de visie uit het Groenblauwe netwerk het kompas voor het beheer, onderhoud en de investeringen in het groen en blauw binnen de gemeente Papendrecht. Het Groenbeleidsplan borgt de kwaliteiten van het groen in de hoofdstructuren en voegt structuren op wijkniveau hieraan toe. Dit geeft richting aan de toekomstige ontwikkelingen op deze structuur. Hiermee borgt en bevordert het Groenbeleidsplan het groene karakter en de groene beleving van Papendrecht. Tevens vormt het Groenbeleidsplan een noodzakelijke schakel tussen de meer abstracte beleidskaders en de op uitvoering en beheer gerichte plannen. Speerpunten uit het Groenbeleidsplan zijn: participatie, stadslandbouw en ecologie.

     

    In 2017 is het Groenbeheerplan 2018-2021 vastgesteld. In 2018 vindt de implementatie van het beheerplan plaats. Dit beheerplan volgt uit de kaders vanuit het Uitvoeringsplan IBOR en het Groenbeleidsplan. In het Beheerplan Groen wordt omschreven hoe en waar het onderhoud en vervanging van het groen wordt uitgevoerd. Daarnaast wordt in het Beheerplan Groen omschreven hoe omgegaan wordt met participatie (zoals de sociale moestuin), omvorming van groen, het aanbrengen van natuurlijker groen & beheer, het specifieke beheer van de parken en het beeldgericht werken van de buitendienst. Tevens vindt in het Beheerplan Groen uitwerking plaats van de kansen zoals deze omschreven staan in het Groenbeleidsplan. Bij vaststelling van het Groenbeheerplan 2018-2021 is het Groenplan 2013-2017 vervallen.

     

    Voor het groen is in het Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020 gekozen voor kostenbesparende maatregelen, waardoor minder budget benodigd is. In het groen is gekozen voor meer differentiatie, zoals het omvormen van groen (in minder onderhoudsintensief groen) of het kiezen voor meer natuurlijk groen (waar het kan en meer gecultiveerd groen waar de situatie erom vraagt). Hierdoor blijft dit kwaliteitsaspect op niveau.

     

    In 2017 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de Bomenverordening 2013, Groene Kaart en het Handboek Groen. Uit de evaluatie bleek dat o.a. voor de aanwijzing van beschermde bomen, het toepassen ontheffingscriteria, herplant, communicatie en het digitaliseren van de Groene Kaart verbetering nodig was. De Bomenverordening is in 2017 door de gemeenteraad vastgesteld wat heeft geresulteerd in de Bomenverordening 2017, een aangepaste Groene Kaart en een vernieuwd Handboek Groen.

     

     

    Openbare verlichting

    Beleidskader

    -           Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) 2015-2020.

    -           Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021.

     

    De openbare verlichting vervult een belangrijke functie op het gebied van sociale veiligheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. De kwaliteit van de openbare verlichting moet dus op orde zijn. Bij vervanging en nieuwbouwprojecten wordt, daar waar mogelijk en effectief, LED- verlichting binnen de landelijke richtlijnen aangebracht. De Richtlijn voor Openbare Verlichting (ROVL-2011) is hierin het richtsnoer.

     

    Het aanbrengen van LED-verlichting hebben een aantal voordelen. LED verlichting is goedkoper in onderhoud, lampvervanging wordt steeds minder door langere levensduur van de lichtbron (15-20 jaar ipv 2 tot 5 jaar). Daarnaast levert het aanbrengen van LED-verlichting een lager energieverbruik door lagere vermogens van de lichtbronnen.

     

    Openbare verlichting is een onderdeel van het Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021. In het beheerplan is gelijktijdig de technische notitie openbare verlichting opgesteld. Deze notitie gaat dieper in op het gebied van de verlichtingstechniek en LED (en daarmee energiebesparing), en aansluit aan met de kaders van de Uitvoeringsplan IBOR 2015-2020. Daarnaast geeft deze notitie het inzicht en richting voor de openbare verlichting in Papendrecht.

     

    Samenwerking bij openbare verlichting

    De gemeente Papendrecht heeft samen met negen andere gemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden een Gemeenschappelijke Regeling (met een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur ingericht voor het dagelijks beheer, databeheer en directievoering / toezicht op het onderhoudsbestek voor de openbare verlichting. Werkzaamheden uit het onderhoudsbestek wordt door één gespecialiseerde aannemer het onderhoud aan de gezamenlijke openbare verlichting uitgevoerd. Het groot onderhoud, vervanging en beheer binnen de gemeente wordt door Papendrecht aangestuurd en begeleid.

     

     

    Civiele constructies

    Beleidskader

    -           Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.

    -           Civiel Technisch Beheerplan 2017-2021.

    -           BBV Investeringen Civiele Kunstwerken 2018-2022.

     

    Civiele kunstwerken, zoals bruggen, vis- en loopsteigers, tunnels, viaducten, geluidsschermen en damwanden, zijn belangrijke elementen binnen de openbare ruimte. Het zijn onvermijdelijke verbindingen in de hoofd- en verkeersstructuren in de wijken, verbindingen in grote waterstructuren, afschermende constructies, recreatieve elementen in de wijken. Naast functionaliteit is constructieve veiligheid een belangrijk aspect bij het beheer en onderhoud van de civiele kunstwerken.

     

    Speelruimten

    Beleidskader

    -           Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.

    -           Uitvoeringsprogramma speelruimtebeleid Papendrecht 2011-2016.

     

    In de nota zijn de jaarlijkse beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan de speelvoorzieningen geïnventariseerd en begroot. Een passend beleid voor speelplaatsen is nodig, waarbij speeltoestellen die niet effectief zijn worden verwijderd. Daarnaast wordt de kwaliteit van bestaande speellocaties voor de wijk in samenspraak met de wijkpartners opnieuw beoordeeld en wordt waar mogelijk meer geclusterd. Uitgangspunt is een goede kwaliteit van speeltoestellen. In de 1e concernnota 2017 is aangegeven dat vooruitlopend op herijking van het huidige speelruimtebeleid een nieuwe meerjarenplanning wordt opgesteld. Deze gegevens vormen de basis van een nieuw speelruimte beleid in 2018.

     

     

    Baggeren

    Beleidskader

    -           Uitvoeringsplan Integraal Beheer Openbare Ruimte 2015-2020.

    -           Beheer- en Onderhoudsplan vijvers en watergangen 2015-2026.

    -           Voorziening baggeren vijvers en watergangen 2018-2027.

    -           Voorziening baggeren havens 2018-2027.

     

    Het is van belang dat watergangen niet te veel en niet te weinig water bevatten. Om wateroverlast te voorkomen is het noodzakelijk voldoende ruimte te hebben om regenwater op te vangen en langzaam af te voeren. Door te baggeren worden de watergangen op diepte gehouden, zodat het water niet te snel opwarmt of droog komt te staan. Het beheer- en onderhoudsplan vijvers en watergangen 2015-2026 (baggeren) geeft inzicht in de huidige situatie van de waterbodems en de beschoeiingen en de aanpak voor de toekomst. De resultaten uit het beheerplan zijn opgenomen in het uitvoeringsplan IBOR.

     

    Gemeente Papendrecht heeft in 2017 het streefbeelden waterplan opgesteld, samen met het Waterschap Rivierenland. Het doel van de notitie streefbeelden waterplan is het bevorderen van de flora & fauna in en rond de watergangen in de gemeente en het verbeteren/beschermen van waterkwaliteit.

     

    Parkeergarages

    Beleidskader

    -           Voorzieningen Parkeergarages

    -           Notitie Parkeerbeleid

    -           Nota Hoofdlijnen Parkeerbeleid Centrum 2013

     

    In het Centrumgebied van Papendrecht vindt een regulering van het parkeren plaats om de leefbaarheid in het Centrum te ondersteunen. Papendrecht exploiteert voor het kort parkeren twee parkeergarages (De Meent en Overtoom). In de nota ‘Hoofdlijnen Parkeerbeleid Centrum 2013’ is het gemeentelijke beleid beschreven. Voor de parkeergarages zijn de tarieven en de kaders voor beheer en exploitatie vastgelegd. De notitie Parkeerbeleid is in 2016 opgesteld en is een aanvulling op dit beleid, waarmee beoogd wordt het gebruik van de parkeergarage te bevorderen.

     

    Gebouwen

    Binnen de gemeente Papendrecht zijn 35 panden beschikbaar voor maatschappelijke doeleinden en sportactiviteiten. Ook worden vier woningen - die in eigendom van onze gemeente zijn - verhuurd. Per pand en woning wordt jaarlijks een exploitatiebegroting bijgesteld als onderdeel van de gemeentelijke begroting. Een van de uitgangspunten van het gebouwenbeheer is om minimaal kostendekkend te verhuren. Bij het opstellen van de jaarrekening vindt een analyse van het jaarresultaat van de panden en woningen plaats.

     

    Daarnaast is voor alle panden een geactualiseerde 10-jarige onderhoudsplanning (MOP) opgesteld. Voor vervangingsinvesteringen worden afzonderlijke kredieten aangevraagd.

     

    Regionale samenwerking

    In de regio Drechtsteden vindt door Papendrecht samenwerking en kennisuitwisseling plaats. Voor de openbare ruimte gaat het hierbij op zowel uitvoeringniveau (o.a. samenwerking met uitvoeringbestekken) tot op beheersmatig niveau, zoals de implementatie van een gezamenlijk beheersysteem. Op operationeel/ inhoudelijk niveau wordt samengewerkt op inhoud door gezamenlijk uitvoeringsbestekken voor te bereiden, aan te besteden en uit te laten voeren. Voorbeelden hiervan zijn het bestek asfaltonderhoud, weginspecties, grasmaaien, boomonderhoud, leveren bomen en beplanting, gezamenlijk onderzoek, beheersysteem en samenwerking met betrekking tot de flora & fauna.

     

    Ook in de regio Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden wordt intensief samengewerkt. Zowel op het gebied van riolering en zuivering (GAAV, een samenwerking van negen gemeenten en het Waterschap) als op het gebied van openbare verlichting (BOVL, een samenwerking van tien gemeenten).

     

    Openbare verlichting

    De gemeenten in de Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden werken samen op het gebied van openbare verlichting. Het Bureau Openbare Verlichting (BOVL) verzorgt het gezamenlijke beheersysteem voor de gemeenten, begeleid de aannemer in het onderhoud en storingen.

     

     

 

 

 

Activiteiten in 2018

 

 

Jaarschijf 2018

 

Projecten / groot onderhoud

Uit

 

Relinen riolering  

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

80.000,-

 
 
 

P.J. Troelstrastraat, Wiardi Beckmanstraat: Vervanging van de riolering, verharding en groen op basis van kwaliteit en leeftijd (in 2018, financiële 2e deel).

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

846.000,-

 
 

Schoorweg, Henri Dunantsingel: Vervanging van de riolering, verharding en groen op basis van kwaliteit en leeftijd (financiële 2e deel in 2018).

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

500.000,-

 
 

Pontonniersweg (combi met asfalt/riolering): Vervanging asfaltconstructie, omvormen deel asfalt i.v.m. overgang naar Eilandstraat, vervanging riolering op basis van capaciteit.

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies en asfaltwegen)

Reconstructie:

305.000,-

Asfaltwegen:

405.000,-

 
 
 

Wipmolen e.o.: Vervanging van de riolering, verharding en groen op basis van kwaliteit.

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

120.000,-

 
 

Willem Kloosstraat e.o. (financiële 2e deel in 2019): Vervanging van de riolering, verharding en groen op basis van kwaliteit en leeftijd

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

679.000,-

 
 
 

Jan Steenlaan; Vervanging asfaltdeklaag

Maatschappelijk nut Investering (asfaltwegen)

130.000,-

 
 

B.K weg rotonde-Ketelweg: Vervanging asfaltdeklaag

Maatschappelijk nut Investering (asfaltwegen)

195.000,-

 

Groot onderhoud elementenverharding conform weginspectie 2017. Klein groot onderhoud Groen. Daarnaast enkele functionele aanpassingen en wegen/verkeerprojecten

Begroting 2018

395.000,-

 
 
 

Baggeren vijvers en watergangen delen van wijk 10 (noord)

Voorziening baggeren vijvers en watergangen

150.000,-

 

Programma vervanging civiele kunstwerken 2018 (12 bruggen)

Maatschappelijk nut Investering (civiele kunstwerken)

326.000,-

 

Planmatige vervanging openbare verlichting in o.a. Veerdam, Westeind, Noordhoek. Vervanging armaturen/lampen in LED verlichting

Begroting 2018

75.000,-

 
 

 

 

 

Activiteiten 2019 en 2020

Om uitvoering in 2019 en 2020 mogelijk te maken, wordt de werkvoorbereiding van de onderstaande projecten in 2018 opgestart.

In 2018 wordt een nieuw Gemeentelijk Rioleringplan (2019- 2023) opgesteld. Hierdoor is het mogelijk dat de jaarschijven 2019 en 2020 op onderdelen worden aangepast.

 

 

Jaarschijf 2019

Projecten / groot onderhoud

Uit

Willem Kloosstraat e.o. (financiële 2e deel in 2019): Algehele vervanging van de riolering, verharding en groen op basis van kwaliteit en leeftijd

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

 1.340.000,-

Oudaenstraat e.o. (financiële 2e deel in 2020)

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

 920.000,-

Eksterstraat

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

 390.000,-

P.C. Hooftlaan, vervangen deklaag rijbaan

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 90.000,-

Veerweg/Wieklaan, vervangen 2 asfaltlagen rotonde

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 30.000,-

Vrijheer van Esslaan (incl rotonde Veerweg), vervangen deklaag rijbaan

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 160.000,-

Rembrandtlaan, vervangen deklaag rijbaan

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 90.000,-

Park Wilgendonk, reconstructie voetpaden

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 40.000,-

Westkil (zuidzijde), vervanging deklaag rijbaan

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 80.000,-

Sportpark Slobbengors, vervanging deklaag voetpad

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 50.000,-

Fietspad N3 (thv Zernikkelaan), vervanging deklaag fietspad

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 65.000,-

Programma vervanging civiele kunstwerken 2019 (vervanging 1 brug en gedeeltelijke vervanging VRI BK weg/Westkil)

Maatschappelijk nut Investering (civiele kunstwerken)

 252.000,-

inspectie en onderhoud 5 jaarscyclus

Voorziening Pontons waterbus

 50.000,-

Baggeren vijvers en watergangendelen van wijk 2 en 3

Voorziening baggeren vijvers en watergangen

 180.000,-

Groot onderhoud elementenverharding conform weginspectie 2018. Klein groot onderhoud Groen. Daarnaast enkele functionele aanpassingen en wegen/verkeerprojecten

Begroting 2019

 395.000,-

Planmatige vervanging openbare verlichting in o.a. Oosteind, Veerdam, Visschersbuurt. Vervanging armaturen/lampen in LED verlichting.

Begroting 2019

 75.000,-

 


 

 

Jaarschijf 2020

Projecten / groot onderhoud

Uit

Spinbolmolen (afhankelijk van deelname nutsbedrijven)

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

 350.000,-

Da Costastraat

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

 1.070.000,-

Oudaenstraat e.o. (financiële 2e deel in 2020)

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

 190.000,-

 

Boomgaardstraat e.o. (afstemming RO)

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

960.000,-

Relinen riolering

Maatschappelijk nut Investering (reconstructies)

 60.000,-

Eikenlaan, vervangen deklaag rijbaan

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 180.000,-

Noordhoek (0-100m vanaf BKweg), vervangen deklaag rijbaan

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 30.000,-

Veerweg, vervangen deklaag rijbaan

Maatschappelijk nut Investering (asfalt)

 195.000,-

Programma vervanging civiele kunstwerken 2020. Grootschalige vervanging onderdelen geluidsscherm, vervanging bruggen, gedeeltelijke vervanging op basis van inspectie

Maatschappelijk nut Investering (civiele kunstwerken)

 718.000,-

Baggeren vijvers en watergangen delen van wijk 7 en delen van 10 (zuid- west)

Voorziening baggeren vijvers en watergangen

 150.000,-

Groot onderhoud elementenverharding conform weginspectie 2019. Klein groot onderhoud Groen. Daarnaast enkele functionele aanpassingen en wegen/verkeerprojecten

Begroting 2020

 395.000,-

Planmatige vervanging openbare verlichting in o.a. Kerkbuurt, Margriethof, Zernikelaan. Vervanging armaturen/lampen in LED verlichting

Begroting 2020

 75.000,-

 

 

 

 

 

 

3. Financiering

3. Financiering

Terug naar navigatie - 3. Financiering

De financieringsfunctie van de gemeente Papendrecht dient uitsluitend de publieke taak. Het prudente beleid valt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Centraal in deze wet staan transparantie en risicobeheersing. Om inzicht te geven in de wijze waarop de gemeente dit doet en beeld te geven van de stand van zaken wordt in deze paragraaf ingegaan op het risicobeheer (met name rente- en kredietrisico), de financierings- en schuldpositie, het kasbeheer en de informatievoorziening.

 

Algemeen

Het Financieringsstatuut vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van het liquiditeitstekort of –overschot, wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken of uitgezet (vnl. Schatkist). Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal benut wordt en zoveel mogelijk kort vermogen wordt aangetrokken. Benadrukt wordt dat de financieringsfunctie van de gemeente Papendrecht uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido).

 

Binnen de financiële functie van de gemeente is het van belang om onderscheid te maken tussen de treasury- en de controlfunctie. Treasury zorgt voor de beschikbaarheid van geldmiddelen; de controlfunctie is belast met het toezicht en de bewaking van de aanwending ervan. Vanuit deze rollen is de focus bij treasury gericht op feitelijke in- en uitgaande kasstromen, terwijl de controlfunctie veelal redeneert in termen van baten en lasten. In deze paragraaf staan voornamelijk de feitelijke kas- en financieringsstromen centraal.

 

Rente ontwikkelingen

De rente op de geld- en kapitaalmarkten geven nog steeds lage niveaus aan. De rente van 1-maandskasgeldleningen is vanaf 2015 negatief en ook voor 2018 wordt (nog) geen substantiële stijging tot boven de 0% verwacht. Wel is de verwachting dat de ECB het in maart 2016 gestarte opkoopprogramma in 2018 zal afbouwen. Dit zal naar verwachting tot een stijging van de geldmarkttarieven leiden tot ongeveer het nul niveau.

De rente op de kapitaalmarktrente lijkt de in 2016 bereikte bodem definitief verlaten te hebben. Bewoog de 10-jarige staatsleningen zich medio 2016 nog op niveaus van ong. 0,30%, ten tijde van het opstellen van deze financieringsparagraaf is deze rente opgelopen tot ongeveer 0,80%.

De marktverwachting is dat de kapitaalmarktrente voor 2018 nog verder zal stijgen.

Het afgelopen jaar heeft de renteontwikkeling het volgende beeld laten zien:

 

 

 

In onderstaande tabel wordt de renteverwachting van een aantal grootbanken voor het komend jaar weergegeven.

 

Tabel 1 Rentevisie

 

 

Bij het verstrekken van langjarige financiering berekenen banken liquiditeitsopslagen bovenop de in voorgaande tabellen genoemde IRS-niveaus. Voor bijvoorbeeld een 10-jaars lening bedraagt deze opslag momenteel circa 0,30% (30 basispunten).

 

Renterisico’s

Renterisico’s kunnen vanuit Wet fido-optiek worden bezien op de korte en op de langere termijn.

 

Renterisico op korte schuld: de kasgeldlimiet

Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd <1 jaar) mag financieren: 8,5% van het begrotingstotaal. Voor het jaar 2018 bedraagt de kasgeldlimiet € 6,8 miljoen.

 

 

De gemeente Papendrecht verwacht in 2018 binnen de kasgeldlimiet te opereren.

 

Renterisico op langlopende schuld: de renterisiconorm

De toekomstige financieringsbehoefte van de gemeente wordt gebaseerd op de liquiditeitenplanning, die periodiek wordt geactualiseerd.

 

Uit de meest recente liquiditeitenplanning komt naar voren dat de gemeente, om binnen de kasgeldlimiet te blijven, genoodzaakt is om in 2018, 2019 en 2020 jaarlijks een lange financiering aan te trekken van € 5 miljoen. In de begroting is rekening gehouden met het aantrekken van langlopende aflossingsvrije leningen met een looptijd van tien jaar. Mocht tot afbouwen van het aandelenbelang in Eneco worden besloten, dan komt de financieringsbehoefte naar verwachting geheel te vervallen.

 

In onderstaand overzicht wordt het geraamde verloop van de leningen over de jaren 2018-2021 weergegeven.

 

 

De Wet fido definieert vaste schuld als opgenomen geldleningen met een rente typische looptijd groter of gelijk aan 1 jaar. Met de renterisiconorm biedt de Wet fido een richtsnoer om renteaanpassingen van financieringen en beleggingen goed in de tijd te spreiden. Het doel van deze norm is het voorkomen van een overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar. Om dat te bereiken mag het totaal aan renteherzieningen en aflossingen op grond van deze norm per jaar niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal.

 

Conform voorschrift van de Wet fido wordt het renterisico in de navolgende tabel voor de komende vier jaren bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar. Uit deze tabel blijkt dat de renterisiconorm van de gemeente Papendrecht voor 2018 € 16,1 miljoen bedraagt, zijnde 20% van het begrotingstotaal.

 

 

Uit deze opstelling blijkt dat de gemeente Papendrecht binnen de grenzen van de renterisiconorm opereert.

 

Kredietrisico’s

Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen en beleggingen) of uit verstrekte garanties.

 

Verstrekte geldleningen

De gemeente heeft per 1 januari 2018 voor een totaalbedrag van circa € 11,2 miljoen aan leningen verstrekt. Dit kan als volgt worden gespecificeerd naar risicocategorie:

 

 

Het hierboven bij semi-overheidsinstellingen vermelde bedrag betreft het saldo bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). Het andere bedrag betreft leningen aan Rivas (€ 9,5 miljoen), Fabriek Slobbengors CV (€ 1,6 miljoen), Fokker (€ 8,8 miljoen) en Intens BV (€ 150.000).


 

Verleende garanties

De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd naar risicogroep:

 

 

Schatkistbankieren

Bij het gemeentelijk saldobeheer dienen de nieuwe voorschriften rond Schatkistbankieren in acht te worden genomen. Onder deze regeling dienen gemeenten tijdelijk overtollige geldmiddelen, rekening houdend met een drempelbedrag, bij het Ministerie van Financiën te stallen. Het drempelbedrag voor de gemeente Papendrecht voor 2018 kan als volgt worden berekend:

 

 

Wanneer de gemeente het drempelbedrag overschrijdt dient het meerdere afgestort te worden in ’s Rijks Schatkist. Over dit saldo wordt op dit moment geen rente vergoed.

 

4. Lokale heffingen

4. Lokale heffingen

Terug naar navigatie - 4. Lokale heffingen

Ontwikkelingen en rijksbeleid

 

    1. OZB-opbrengst

      De maximale jaarlijkse stijging van de onroerende-zaakbelastingen wordt begrensd door de macronorm, een afspraak over de maximale stijging van de landelijke ozb-opbrengst. Deze macronorm wordt overigens niet per afzonderlijke gemeente gehandhaafd. Overschrijding van deze norm op landelijk niveau kan wel leiden tot aanwijzingen. Volgens cijfers van onderzoeksinstituut COELO stijgt de totale landelijke OZB-opbrengst in 2017 met € 67 miljoen, een stijging van 1,69%. De macronorm voor 2017 is 1,97%. Dat betekent dat de stijging in 2017 binnen de macronorm blijft.

       

      Onderstaande tabel bevat de macronorm voor 2018:

 

Percentage

Bedrag (x € mln)

Macronorm 2018 over € 4.022 miljoen (OZB-opbrengst 2017)

3,1%1

124,682

 

 

1 Dit percentage is opgebouwd uit 1,5% reële trendmatige groei van het BBP en 1,6% prijsontwikkeling Nationale Bestedingen (op basis van het Centraal Economisch Plan 2017).

 

    1. Precariobelasting op kabels, buizen en leidingen van nutsbedrijven

      Er bestond al lange tijd onduidelijkheid over het afschaffen van precariobelasting op kabels, buizen en leidingen van nutsbedrijven. 1 juli 2017 is wetgeving in werking getreden die bepaalt dat gemeenten geen precariobelasting meer kunnen heffen over netwerken van nutsbedrijven.

      Er is wel een overgangsregeling. Gemeenten die op 10 februari 2016 een tarief hadden voor nutsnetwerken kunnen tot en met 2021 precariobelasting hiervan blijven heffen. Hierbij geldt wel dat die gemeenten maximaal het tarief in rekening kunnen brengen dat gold op 10 februari 2016.

       

    2. Kostendekkendheid heffingen

      In 2016 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) aangepast. Met ingang van de begroting 2017 dient inzichtelijk te worden gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd. In 2018 zal hier verder uitvoering aan worden gegeven.

       

    3. Verruiming gemeentelijk belastinggebied

      In 2015 zijn verschillende studies gepubliceerd, o.a. door het Centraal Planbureau (CPB), de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) en - in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) - de commissie Financiële ruimte voor gemeenten (commissie Rinnooy Kan) over de inrichting en vormgeving van het gemeentelijk belastinggebied. In al deze studies wordt, vanuit verschillende invalshoeken, gepleit voor een verschuiving van € 4 miljard van rijksbelastingen (loon- en inkomstenbelasting) naar gemeentebelastingen.

      Eind 2015 zegde het kabinet toe om voor de zomer van 2016 met voorstellen te komen voor een hervorming/uitbreiding van het lokale belastinggebied. Per brief van 24 juni 2016 heeft het kabinet bouwstenen gepresenteerd hoe zo'n hervorming vormgegeven zou kunnen worden.
      De gepresenteerde bouwstenen hebben in de afgelopen regeerperiode niet tot besluitvorming geleid. Aan het nieuwe kabinet wordt overgelaten om te besluiten over de invulling van de hervorming van het gemeentelijk belastinggebied.

       

 

 

Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten (x € 1.000)

Onderstaande tabel geeft een overzicht, ingedeeld naar algemene dekkingsmiddelen en gebonden heffingen, met de geraamde opbrengst voor 2018 en 2017, evenals de  verantwoorde opbrengsten over 2016. Wij merken op dat de verschillen tussen 2018 ten opzichte van 2017 geen indicatie geven van de stijging of daling van de tarieven, maar van de totale opbrengst. Factoren zoals ontwikkelingen in de verschillende WOZ-waarden en areaaluitbreiding spelen hierbij een belangrijke rol.

 

 

 

 

Heffingen woonlasten (lokale lastendruk)

 

Tot de lokale woonlasten worden gerekend de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze heffingen bepalen het leeuwendeel van de gemeentelijke opbrengsten en bepalen daarmee ook grotendeels de lokale lastendruk.

 

In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van gemiddelde WOZ-waarde (= de basis voor het berekenen van de OZB-aanslag) en de woonlasten voor meerpersoonshuis­houdens in euro’s weergegeven over de laatste vier jaren. Hier zijn voor de afvalstoffen- en de rioolheffing de voor dat jaar geldende tarieven opgenomen. De gemiddelde woonlast OZB is berekend door de gemiddelde WOZ-waarde te vermenigvuldigen met het geldende tariefpercentage. In de kolom 2018 zijn de gevolgen van de belastingvoorstellen verwerkt.

 

 

Bij de berekening van de woonlasten voor 2018 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd.

Onroerende-zaakbelastingen                 + 1,6%

Afvalstoffenheffing                              + 0,8%

Rioolheffing                                         + 1,5%

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde woonlasten in Papendrecht in 2018 met 1,3 % zullen stijgen ten opzichte van het jaar ervoor.

 

Hieronder treft u per heffing een toelichting aan.

 

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

De onroerende-zaakbelastingen (OZB) genereren veruit het grootste deel van de gemeentelijke belastingopbrengst. De OZB bestaat uit drie verschillende belastingen: een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. De opbrengst vloeit naar de algemene middelen van de gemeente. De raad bepaalt met het vaststellen van de begroting de totale opbrengst van deze heffing. De heffingsgrondslag is de totale WOZ-waarde van de onroerende zaken, oftewel de WOZ-capaciteit. Deze wordt vastgesteld volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor 2018 gelden de WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2017. Door de geraamde opbrengst te delen door de WOZ-capaciteit ontstaat het tarief en daarmee het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen.

De OZB wordt berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak.

 

De WOZ-waardeontwikkeling van peildatum 1 januari 2016 naar 1 januari 2017 is voor woningen vastgesteld op 5% en voor niet-woningen -1 %. Rekening houdend met de gewenste (meer)opbrengst en de waardeontwikkeling leidt dit voor 2018 tot de volgende tarieven. Om de ontwikkeling van de tarieven te laten zien zijn ook de tarieven over eerdere jaren opgenomen.

 

 Afvalstoffenheffing

Afvalstoffenheffing wordt geheven ter dekking van de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Wettelijk uitgangspunt is dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten voor inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval. Uit onderstaande berekening blijkt dat dit kostendekkend gebeurt.

 

 

Bij de berekening van het afvaltarief is rekening gehouden met lagere doorbelasting van loon- en overheadkosten van € 178.000. Hierdoor is het tarief lager vastgesteld, zijn hierdoor lagere afvalopbrengsten en is er geen sprake van kostendekkendheid van 100%.

 

De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1):

  

 

Rioolheffing

Met ingang van 2010 is het rioolrecht ex artikel 229 van de Gemeentewet vervangen door de rioolheffing ex artikel 228a van diezelfde wet. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Hiermee hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om naast de kosten van zorgplicht voor het afvalwater ook de kosten van de zorg voor het hemel- en grondwater te verhalen via de rioolheffing. Tot 2010 konden alleen de kosten van aanleg en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel via het rioolrecht worden verhaald. Welke kosten via de nieuwe rioolheffing worden verhaald dient met het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) te zijn vastgesteld.

 

Uit onderstaande berekening blijkt dat dit kostendekkend gebeurt:

  

De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1):

 

 

Papendrecht heft van eigenaren van panden een vast bedrag per jaar. Hierbij is de situatie per 1 januari bepalend.

 

 

Vergelijking andere gemeenten

 

Om inzicht te krijgen in het algemene verloop van de hoogte van de woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) is het goed een vergelijking met andere gemeenten te maken. Ook het landelijk gemiddelde is hierin opgenomen.

 

Vergelijking van woonlasten kan worden gemaakt met de Drechtstedengemeenten. Deze is gebaseerd op de actuele gegevens van de Digitale Atlas van de lokale lasten 2017 op www.coelo.nl en geeft de woonlasten van een meerpersoonshuishouden weer. De woonlasten in 2017 in Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht laten zich samenvatten in onderstaand schema (x € 1).

 

 

Overige lokale heffingen

  • Precariobelasting

    Gemeente Papendrecht heft Precariobelasting van kabels en leidingen. Het is een zuivere belasting waarvan de opbrengst naar de algemene middelen van de gemeente gaat.

    De opbrengst is sterk afhankelijk van wisselende activiteiten in de openbare ruimte, zoals het hebben van terrassen, reclameborden, uitstallingen, bouwmaterialen, kabels en leidingen, etc.

     

    Zoals onder 'Ontwikkelingen en rijksbeleid' is opgemerkt is het met ingang van 2022 niet meer mogelijk om van nutsnetwerken te heffen. Gedurende de overgangstermijn mogen die tarieven niet verhoogd worden en gelden de tarieven zoals ze golden op 10 februari 2016.

     

     

  • Toeristenbelasting
  • Lijkbezorgingsrechten

     

     

  • Leges

     

     

     

  • Parkeerbelastingen
  • Kadegelden
  • Marktgeld

     

    Kwijtschelding

    Als een belastingplichtige als gevolg van financiële omstandigheden niet in staat is een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan 90% van de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken, dat deze inkomensgrens wordt verruimd naar 100% van de bijstandsnorm. Onze gemeente hanteert de zogeheten 100%-norm, wat betekent dat inwoners met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Er vindt ook een vermogenstoets plaats.

    Een groot deel van de kwijtscheldingen wordt geautomatiseerd getoetst. Het doel hiervan is om zo de administratieve lasten voor de burger te verminderen en de afhandeltermijn te verkorten.

     

    Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. Er kan in Papendrecht alleen kwijtschelding worden verleend voor afvalstoffenheffing.

     

 

 

5. Grondbeleid

5. Grondbeleid

Terug naar navigatie - 5. Grondbeleid

Algemeen

Het grondbeleid van de gemeente Papendrecht is ondersteunend aan het ruimtelijk beleid zoals dat onder andere in de Structuurvisie, Dijkvisie, Visie op het Groen- Blauwe Netwerk en diverse andere regionale en lokale sectorale visies wordt benoemd. De gemeente hanteert een alerte en waakzame houding in haar grondbeleid om de doelstellingen uit deze visies te realiseren. In de praktijk is sturing via grond in Papendrecht beperkt. Vrijwel de gehele gemeente is namelijk volgebouwd. De gemeente heeft, in vergelijking met andere gemeenten, relatief weinig grond in eigendom en er wordt nauwelijks actief aangekocht. Een randvoorwaarde bij het grondbeleid is namelijk, dat er geen onaanvaardbaar maatschappelijk en/of economisch risico gelopen wordt. Gezien de beperkte grondportefeuille is dat risico beperkt.

 

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in Papendrecht gaat het niet meer om (grote) uitleggebieden maar om herontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied. Dat betekent automatisch dat er veel meer spelers zijn met een grotere diversiteit aan belangen. Ontwikkelingen zijn daardoor complexer, vragen meer (ambtelijke) inzet en de uitkomsten zijn minder zeker. Het gebruik van 'anterieure overeenkomsten', waarmee op voorhand kosten verhaald kunnen worden op particuliere initiatiefnemers, neemt toe.

 

De verwachting is, dat de verbetering in de woningmarkt komende periode verder doorzet. De belangstelling bij ontwikkelaars, beleggers en aannemers om in Papendrecht te bouwen verbetert mee. Er zijn echter nauwelijks locaties beschikbaar waar dit gemakkelijk kan. Wel zijn initiatieven voor binnenstedelijke herontwikkeling ingediend. Deze trend zal zich vermoedelijk vorrtzetten. Het betreft ideeën voor kleine aantallen woningen. Zelf lokt de gemeente projecten uit door voor locaties schetsen te maken voor mogelijke ontwikkelingen. Vaak gaat het om locaties waar de gemeente zelf grond of verouderd vastgoed in eigendom heeft en waar alleen in samenwerking met naastliggende eigenaren resultaat geboekt kan worden.

 

De beperkte hoeveelheid grond in eigendom maakt dat de financiële risico's in omvang beperkt zijn. Deze financiële risico’s in grondexploitaties zijn voornamelijk bij de lopende complexen Centrum en het Land van Matena aanwezig.

 

Werkwijze

Voortdurend wordt gewerkt aan het verbeteren van de werkwijze aan de grondexploitatieprojecten.  De afgelopen jaren zijn de taken bij het voeren van de grondexploitatie over meerdere personen verdeeld. Ook zijn uitvoering en control verder van elkaar gescheiden en is verdere professionalisering doorgevoerd. Voor alle projecten worden aparte 'dossiers' opgesteld, waarin alle relevante financiële gegevens, taxaties, ramingen en onderliggende contracten verzameld zijn. Deze werkwijze zal in 2018 verder geoptimaliseerd worden.

 

Afronding projecten

We naderen in 2018 de situatie dat aan 3 projecten gewerkt wordt; Land van Matena, Centrum en de woningbouwlocatie bij het Sportcentrum. De laatst genoemde is in de eindfase en kan in 2018 binnen afzienbare tijd afgerond en afgesloten worden.

 

Meerjarenperspectief Grondexploitaties

De exploitatieberekeningen worden jaarlijks bij de jaarstukken herzien. Enerzijds wordt daarbij teruggeblikt op de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven ten opzichte van de ramingen, anderzijds wordt vooruitgekeken. Door middel van (her)taxaties worden de ingeschatte opbrengsten opnieuw gewaardeerd en de ramingen voor de nog uit te voeren werkzaamheden worden geactualiseerd. Zo nodig worden de fasering en de looptijd van het project aangepast en de parameters voor rente en inflatie opnieuw beoordeeld. Voor de berekening van de financieringslasten wordt uitgegaan van een rentepercentage van 1,9%. De geraamde kosten voor latere jaren zijn gecorrigeerd met 2% inflatie.

 

In maart 2016 is de notitie Grondexploitaties 2016 van de Commissie BBV verschenen. Hierin wordt de impact door  de vernieuwing van het BBV op grondexploitaties toegelicht. Met de vernieuwing van het BBV is aansluiting gezocht bij de fiscale regels van de VPB en de omgevingswet. De belangrijkste wijzigingen betreffen de beperking van de looptijd van grondexploitaties, het vervallen van niet in exploitatie genomen gronden, de rentetoerekening en de toe te rekenen kosten welke aan moeten sluiten op de kostensoortenlijst van het Bro. Het gevolg hiervan is onder andere, dat gevormde verliesvoorzieningen niet meer als onderdeel van de grondexploitatie gepresenteerd mogen worden.

In 2016 zijn alle grondexploitaties nagelopen en zijn indien nodig aangepast aan deze nieuwe regelgeving.

 

Niet in exploitatie genomen gronden

Strategische grondaankopen zijn opgenomen bij de materiële vaste activa

 

In exploitatie genomen gronden

Voor complexen waar een tekort wordt verwacht, wordt een voorziening gevormd. In onderstaande tabel is een prognose van het totaal in exploitatie genomen gronden opgenomen. Het totaal verwachtte resultaat bedraagt, conform verwachting, € 24,3 miljoen negatief. Tegenover dit geprognosticeerde negatieve resultaat staan voorzieningen om dit op te vangen.

 

Verloop van het totaal van in exploitatie genomen gronden zoals opgenomen in het MPG 17

 

 

Boekwaarde

Totaal

Totaal

Verwacht

 

Omschrijving

1-1-2017 (1)

verwachte

verwachte

resultaat

Toelichting

 

 

uitgaven (2)

inkomsten (3)

(1+2+3)

 

in exploitatie genomen gronden

37.962.761

19.078.119

32.679.832

24.361.049

Nadelig

 

Winstneming

Winsten op grondexploitaties worden tussentijds genomen of bij afsluiting van een complex. Dit is, afhankelijk van de grootte van het complex, per deelgebied of voor het hele complex. Bij winstneming wordt het behaalde resultaat verrekend met de risicoreserve grondexploitaties. Winstneming geschied volgens de voorschriften van het BBV.

 

Risicoreserve grondexploitatie

De Risicoreserve grondexploitaties vormt het weerstandsvermogen voor grondexploitaties en is bedoeld om financiële risico’s op te kunnen vangen en tekorten op lopende grondexploitaties af te dekken. Komt de risicoreserve boven of onder het gewenste niveau, dan zal dit in lijn met het gemeentelijk beleid worden geëgaliseerd.

 

Risicobepaling grondexploitaties

In lijn met de nota grondbeleid worden risico’s in de grondexploitatie per complex geïnventariseerd. Van deze risico’s wordt een inschatting gemaakt hoe groot de kans is dat een bepaald risico zich voordoet. Uitgangspunt bij het bijstellen van exploitatieberekening is, dat risico’s waarvan de kans dat het zich voordoet groter dan of gelijk is aan 50% volledig worden verwerkt in de exploitatieopzet van betreffend complex. Risico’s worden situationeel beoordeeld, en afhankelijk van het ingeschatte risico, voorzien van een wegingsfactor. Voor deze wegingsfactor wordt 10%, 20%, 30% en 40% gehanteerd. Het totale risico binnen de grondexploitaties is berekend op ruim € 15,7 miljoen. Het totaal gewogen risico (risicobedrag x kans) is berekend op € 2,7 miljoen.

  

Meerjarenbegroting 2018 – 2021

Budgetten van de grondexploitatie zijn onderdeel van de gemeentebegroting. In onderstaande tabel uit het MPG 17 is een specificatie opgenomen per kostensoort van de verwacht uitgaven en inkomsten.

Actualisatie van de begrotingscijfers vindt steeds plaats bij herziening van het MPG als onderdeel van het jaarrekening proces.

 

 

6. Verbonden Partijen

6. Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - 6. Verbonden Partijen

Inleiding

De uitvoering van een aantal gemeentelijke taken is overgedragen aan verbonden partijen. De gemeente ervaart een duidelijke meerwaarde van samenwerking met deze partijen. Met behoud van eigen karakter en identiteit zal continuering van regionale samenwerking plaatsvinden. Hoewel de gemeente de taken niet meer zelf uitvoert, blijft zij hiervoor wel verantwoordelijk.

 

Uitgangspunt is dat verbonden partijen een bijdrage leveren aan het gemeentelijk beleid. Waar verbonden partijen betrokken zijn bij de uitvoering van de speerpunten uit het collegeakkoord wordt hier extra op toegezien. Uiteraard wordt hierbij wel gekeken naar de mate van invloed. Waar de gemeente relatief weinig invloed heeft wordt minder gestuurd. Hierdoor kan de (ambtelijke) capaciteit gerichter worden ingezet op verbonden partijen waar invloed groter is. In 2017 wordt een nota verbonden partijen aan u voorgelegd, waarin de inzet per verbonden partij wordt geduid.

 

Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Het financiële belang bestaat uit de middelen die aan de verbonden partij beschikbaar zijn gesteld en die niet verhaalbaar zijn bij een faillissement van de verbonden partij, dan wel uit een bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Het bestuurlijk belang verwijst naar hetzij de zeggenschap uit hoofde van vertegenwoordiging in bestuur, hetzij uit hoofde van stemrecht. Hieronder wordt een opsomming gegeven van dergelijke samenwerkingsverbanden:

 

Gemeenschappelijke regelingen

   

1

GR Drechtsteden

2

GR Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid

3

GR Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

4

GR Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

5

GR Sociale Werkvoorziening Drechtwerk

6

GR Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede (OVL)

7

GR Gevudo

   

Vennootschappen en Coöperaties

   

8

Eneco groep NV

9

Stedin groep NV

10

Bank Nederlandse Gemeenten NV

11

Oasen NV

12

Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden

13

Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV

14

Recreatie en Cultuur Holding BV

 

 

 

Deze paragraaf geeft inzicht in de betrokkenheid van de gemeente Papendrecht bij door verbonden partijen uit te voeren taken en processen. Vanwege de vaak aanmerkelijke bestuurlijke en financiële belangen blijft inzicht in en effectieve sturing op deze verbonden partijen gewenst. Voor de beleidsmatige ontwikkelingen wordt verwezen naar de betreffende programma’s.

 

Zoals gebruikelijk wordt per verbonden partij volgens de stoplichtenmethode in beeld gebracht welke risico's de gemeente loopt in haar financiële, informatieverstrekkende en bestuurlijke relatie met de verbonden partij. Ook algemene omstandigheden, bijvoorbeeld ‘jonge’ regeling, worden meegewogen. Indien er geen opmerking over het risico is, is het stoplicht groen. Kunnen enkele opmerkingen gemaakt worden, kleurt het stoplicht oranje. Mocht de relatie met de verbonden partij risicovol zijn dan is het stoplicht rood. De risico's van de verbonden partijen zijn nader toegelicht in de paragraaf Weerstandsvermogen.

 

De kleur van de GR Drechtsteden, GR Dienst Gezondheid & Jeugd, de Veiligheidsregio en Drechtwerk is oranje. De afgelopen jaren hebben bij de dienst Gezondheid & Jeugd in het teken gestaan van het op orde brengen van de financiën van de dienst. Er is inmiddels sprake van een sluitend financieel meerjarenperspectief en er is ook een meerjarenbeleidsplan voor de dienst vastgesteld. De kleuren van het stoplicht van de resterende verbonden partijen zijn ten opzichte van de voorgaande rapportage ongewijzigd gebleven

 

Taakstellingen van Verbonden partijen mogen alleen worden meegerekend als deze door de betreffende Verbonden partij concreet zijn ingevuld.

 

Hieronder is een overzicht opgenomen van de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen 2018, inclusief de cijfers 2017. In de tabel wordt ook inzicht verschaft in de overige verbonden partijen.

 

 

Gezien de omvang en de diversiteit van de verschillende onderdelen binnen de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) is een nadere detaillering van de bijdrage per dienst weergegeven.

 

 

 

* Gewijzigde begroting 2017

 

 

 

 

1.

 

Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden

 

Vestigingsplaats

 

Dordrecht/Sliedrecht/Zwijndrecht

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

 

Onderdelen

 

 

 

·      Bureau Drechtsteden, Servicecentrum Drechtsteden (SCD), Sociale Dienst Drechtsteden (SDD), Ingenieursbureau Drechtsteden (IBD);

·      Gemeentelijke Belastingdienst Drechtsteden (GBD); Sliedrecht

·      Onderzoekscentrum Drechtsteden (OCD): Zwijndrecht.

 

Doel

1.  Drechtsteden heeft tot doel, binnen de kaders als genoemd in en voortvloeiend uit deze regeling, draagvlak te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling van het gebied.

2.  Ter verwezenlijking van de in het vorige lid genoemde doelstelling behartigt Drechtsteden, met inachtneming van de autonomie van de deelnemende gemeenten, de gemeenschappelijke regionale belangen op de volgende terreinen:

a.     Economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme)

b.    Fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen, publieke infrastructuur, beheer basisregistraties en verkeersveiligheid)

c.     Sociaal (sociale zekerheid en -ontwikkeling, sociale werkvoorziening, kennisinfrastructuur, sport en cultuur)

d.    Bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid

e.     Staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering

f.     Sociaal-geografisch onderzoek

g.    De uitvoering van de belastingheffing en -invordering.

3.  Naast de in het tweede lid genoemde belangen heeft Drechtsteden als doelstelling zorg te dragen voor:

a.     de efficiënte en effectieve heffing en invordering van belastingen, voor de heffing en invordering waarvan de gemeenteraden van de gemeenten belastingverordeningen en kwijtscheldingsregels hebben vastgesteld, elk voor zover het hun gebied betreft

b.    de uitvoering van de WOZ waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden, elk voor zover het hun gebied betreft

 

Openbaar belang

 

Het in algemene zin behartigen van regionale belangen op het terrein van:

economie en bereikbaarheid (economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme), fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen en publieke infrastructuur), sociaal (sociale zekerheid en - ontwikkeling, sociale werkvoorziening, kennisinfrastructuur, sport en cultuur), bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid, staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering, sociaal-geografisch onderzoek, uitvoering van de belastingheffing en -invordering.

 

Financieel belang

 

De gemeente betaalt jaarlijks afhankelijk van het onderdeel en de activiteit een bijdrage. Verwezen wordt naar de in de inleiding opgenomen bijdragen gemeenschappelijke regelingen en de onderverdeling binnen de GRD.

 

Bestuurlijk belang

 

 

Vertegenwoordiging door wethouder A.J. van Eekelen in het Drechtstedenbestuur. Daarnaast heeft elke fractie van de gemeenteraad een lid, die namens de gemeente zitting heeft in de Drechtraad.

 

Deelnemende partijen

Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papenrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht (vanaf 1-1-2018 Hardinxveld-Giessendam).

 

Kerncijfers

 

 

 

 

 

Jaarresultaat 2016

€ 3.367.000

 

 

 

 

31-12-2016

31-12-2015

 

 

Eigen vermogen

€ 7.045.000

€ 6.183.000

 

 

Vreemd vermogen

€ 72.540.000

€ 85.251.000

 

 

Begrotingsresultaat 2018

-/- € 250.000

(voor bestemming)

€ 0

(na bestemming)

 

 

 

 

Relatie met programma

 

0. Bestuur en ondersteuning

2. Verkeer, vervoer en waterstaat

3. Economie

6. Sociaal domein

8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

 

Achtergrondinformatie

 

 

 

Het Drechtstedenbestuur heeft in juni 2017 de Groeiagenda 2030 gepresenteerd. Deze ambitie is de basis voor een uitvoeringsprogramma. Het is een gezamenlijk programma, waarin regio, gemeenten, bedrijven en instellingen ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid betrokken is. De provincie heeft bereidheid uitgesproken investeringsgeld vrij te maken voor onze regio. In 2018 zal de uitwerking verder gestalte krijgen.

Nieuwe cao ontwikkelingen in de sector verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) geven een opwaartse druk van de lonen van huishoudelijke hulpen. Daarnaast geeft mogelijke uitbreiding van het pakket HO+ vanwege de toegenomen complexiteit van deze groep cliënten een toenemende last op de exploitatie. Effecten voor de gemeenten zijn in dit stadium nog niet te duiden.

 

Kleur stoplicht

 

 

Oranje. De kleur oranje is gerelateerd aan de financiële bijdrage van € 22 miljoen met een aandeel van 80% voor het sociaal domein. Verwezen wordt ook naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

 

Website

 

www.drechtsteden.nl

(vergaderstukken van de Drechtraad zijn op de site raadpleegbaar).

             

 

 

2.

 

Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid

 

Vestigingsplaats

 

Dordrecht

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

 

Onderdelen

 

 

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Holland Zuid (GGD), Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS), Serviceorganisatie Jeugd, Regionale Ambulancevoorziening.

 

Doel

 

 

Het samenwerkingsverband heeft tot taak, vanuit het beginsel van verlengd lokaal bestuur, en met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, een bijdrage te leveren aan het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten, teneinde een evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling in het gebied te bevorderen.

De behartiging van belangen geschiedt door het bepalen van de hoofdlijnen van gewenste ontwikkelingen door middel van sturing, ordening, integratie en in voorkomende gevallen uitvoering ter zake van de taakvelden publieke gezondheid, onderwijs en jeugd.

 

 

Openbaar belang

 

Het in algemene zin behartigen van belangen op het terrein van volksgezondheid, jeugd, onderwijs en welzijn.

 

Financieel belang

 

 

Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 

Bestuurlijk belang

 

Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur door wethouder J. R. Reuwer-Verheij.

 

Deelnemende partijen

 

 

Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht.

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2016

€ 767.000

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 4.963.000

€ 4.694.000

Vreemd vermogen

€ 83.240.000

€ 29.287.000

Begrotingsresultaat 2018

€ 0

(voor bestemming)

€ 0

(na bestemming)

 

 

Relatie met programma

 

 

4. Onderwijs

6. Sociaal domein

7. Volksgezondheid en milieu

 

Achtergrondinformatie

 

In 2015 is met het dekkingsplan de basis gelegd voor het herstellen van het vertrouwen in de Dienst Gezondheid en Jeugd. Het Meerjarenbeleidsplan geeft richting aan de inhoudelijke taakinvulling en ambities van de dienst. DG&J bereidt zich voor op de nieuwe wet Ambulancezorg.

 

Ten aanzien van de RAV (Regionale Ambulancevoorziening) staat de herpositionering op stapel, waar nadrukkelijk een coöperatieve samenwerking wordt gezocht met het Traumacentrum van het Erasmus medisch Centrum (EMC) en het Albert Schweitzerziekenhuis (ASZ) om de uitdagingen van de komende jaren binnen de witte kolom van de regio het hoofd te kunnen bieden.

 

De Serviceorganisatie Jeugd blijft geconfronteerd worden met een grote druk op de regionale zorgmarkt. Enerzijds is dit het gevolg van daling van het Rijks budget (laatste 5% jaar van in totaal 15% in drie jaar, 2015-2017), anderzijds het gevolg van een groeiende zorgvraag voor jeugdigen. De Serviceorganisatie heeft opdracht gekregen een meerjarenperspectief 2018-2021 op te stellen (AB DG&J november 2017) met daarbij zo nodig een voorstel voor een begrotingswijziging voor 2018.

 

Per 1 januari 2018 vindt positionering van Veilig Thuis binnen de GR plaats.

 

Kleur stoplicht

 

 

 

 

Oranje. De kleur oranje is voornamelijk gerelateerd aan de Service Organisatie Jeugd en komt met name voort uit de transformatieopgave binnen het sociaal domein en de huidige tekorten op het jeugdbudget.

Website

 

www.dienstgezondheidjeugd.nl

 

 

 

 

 

3.

 

Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

Vestigingsplaats

 

Dordrecht

 

Rechtsvorm

 

 

Gemeenschappelijke regeling

Doel

 

De regeling wordt getroffen ter ondersteuning van de deelnemers bij de uitvoering van hun taken op het gebied van het omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder, alsmede de taken op het terrein van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten.

 

Openbaar belang

 

Veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en leefbaarheid.

 

Financieel belang

 

 

Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 

Bestuurlijk belang

 

 

Gemeente wordt in het algemeen bestuur door wethouder C. Koppenol vertegenwoordigd. Op voordracht van de colleges van de gemeenten Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht vertegenwoordigt de heer A. Kraijo wethouder uit Alblasserdam de Drechtsteden in het dagelijks bestuur.

 

Deelnemende partijen

 

 

 

 

Kerncijfers

 

Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik, Zwijndrecht en de provincie Zuid-Holland.

 

Jaarresultaat 2016

€ 1.734.000

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

3.125.000

1.905.000

Vreemd vermogen

4.907.000

5.985.000

Begrotingsresultaat 2018

€ 0

(voor bestemming)

€ 0

(na bestemming)

 

 

Relatie met programma

 

7. Volksgezondheid en milieu

 

Achtergrondinformatie

De begroting 2018 van OZHZ is structureel in evenwicht. Voor zowel 2017 als vooralsnog ook voor 2018 heeft OZHZ geen indexering toegepast - de nullijn gehanteerd - voor de inwonerbijdrage, de tarieven en de opdrachtbudgetten. De vraag of OZHZ een nullijn kan realiseren in 2018 (en daarna) is namelijk sterk afhankelijk van het verloop van de hierna genoemde exogene ontwikkelingen, en de mate waarin het voor de dienst mogelijk is daarop goed en tijdig te anticiperen in de zin van het nemen van passende beheersmaatregelen.

 

Er is echter wel sprake van een aantal veelal (exogene) majeure ontwikkelingen met financiële consequenties. Voorbeelden zijn mogelijke gemeentelijke herindelingen in de regio, de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, de overgang van provinciale Brzo-taken naar de DCMR Milieudienst Rijnmond en de invoering van de Omgevingswet. OZHZ monitort deze ontwikkelingen nauwlettend en brengt daarbij zo goed mogelijk de financiële effecten en beheersmaatregelen in beeld. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt daarom uitgebreid ingegaan op mogelijke impact, kans en beheersmaatregelen vanwege deze ontwikkelingen.

 

 

Kleur stoplicht

 

Groen

 

Website

 

 

www.ozhz.nl

 

 

 

 

4.

 

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

 

Vestigingsplaats

 

Dordrecht

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

 

Onderdelen

 

 

·      Regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid: Dordrecht.

·      Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR).

 

Doel

 

 

Het openbaar lichaam heeft tot doel de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen met behoud van lokale verankering bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding.

 

Openbaar belang

 

 

Het in algemene zin behartigen van belangen op het terrein van: regionale brandweer, centrale post ambulancevervoer, geneeskundige hulpverlening, openbare orde en veiligheid.

 

Financieel belang gemeente

 

 

De gemeente betaalt jaarlijks afhankelijk van onderdeel en activiteit een bijdrage. Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 

Bestuurlijk belang

 

 

Het Algemeen Bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. Burgemeester A.J. Moerkerke vertegenwoordigt de gemeente in het algemeen bestuur.

 

Deelnemende partijen

 

Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht.

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2016

€ 2.733.000

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 7.288.000

€ 6.083.000

Vreemd vermogen

€ 66.887.000

€ 68.694.000

Begrotingsresultaat 2018

-/-€ 80.000

(voor bestemming)

€ 0

(na bestemming)

 

 

Relatie met programma

 

1. Veiligheid

 

Achtergrondinformatie

 

 

De Veiligheidsregio heeft veel aandacht voor de doorontwikkeling van de organisatie. Daarnaast ligt de focus op de bezuinigingsopgave om deze op een zo verantwoorde en efficiënte wijze vorm te geven.

In 2017 is het project voor een nieuwe kostenverdeelsystematiek opgestart. Doelstelling is het realiseren van een voor alle gemeenten transparante en uniforme wijze van kostentoedeling. De gemeente Papendrecht is nadeelgemeente. Verdere uitwerking hiervan inclusief aanpassing van de gemeenschappelijke regeling vindt in de komende periode plaats. In de begroting is met het verwachte nadeel rekening gehouden,.

 

Kleur stoplicht

 

Oranje. Met name de opgaven van het project Vernieuwde brandweerzorg en een nieuwe verdeelsystematiek kleurt deze verbonden partij oranje.

 

Website

 

 

www.vrzhz.nl

(vergaderstukken van het algemeen bestuur zijn op de site raadpleegbaar).

 

 

 



 

5.

 

Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk

 

Vestigingsplaats

 

Dordrecht

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

 

Doel

 

Het openbaar lichaam behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van de sociale werkvoorziening en geeft in opdracht van de gemeenten uitvoering aan de in de wet en in deze regeling genoemde taken.

 

Openbaar belang

 

Mogelijk maken dat mensen met een arbeidshandicap kunnen werken naar vermogen.

 

Financieel belang

 

 

Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

De algemene bijdrage per gemeente wordt bepaald op basis van het aantal geplaatste werknemers, afkomstig uit de betreffende gemeente, op 1 januari van het boekjaar.

 

Bestuurlijk belang

 

 

Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur door wethouder J.R. Reuwer-Verheij.

 

Deelnemende partijen

 

Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2016

€ 695.000

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 1.224.000

€ 2.580.000

Vreemd vermogen

€ 32.421.000

€ 39.879.000

Begrotingsresultaat 2018

€ 0

(voor bestemming)

€ 0

(na bestemming)

 

Relatie met programma

6. Sociaal domein

 

Achtergrondinformatie

 

 

Grotendeels door niet vanuit Drechtwerk beïnvloedbare factoren (stijgende salariskosten/afname rijksubsidie) lopen de tekorten op. Drechtwerk onderneemt actie met een deelname landelijke lobby en actieplan om beïnvloedbare tekort terug te brengen. Drechtwerk zal over de voortgang de gemeenten informeren. De ingeslagen weg met het volledig buiten de GR plaatsen van alle werkzaamheden wordt herijkt.

 

Kleur stoplicht

 

Oranje. De kleur oranje is met name gerelateerd aan de ontwikkelingen en impact van niet door Drechtwerk beïnvloedbare factoren (stijgende salariskosten, afname rijkssubsidie).

 

 

Website

 

www.drechtwerk.nl

 

 

 

6.

 

Gemeenschappelijke Regeling Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede

 

Vestigingsplaats

 

Hardinxveld-Giessendam

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

 

Doel

 

 

Doel is het behartigen van de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de gemeenten op het gebied van het uitvoeren van het regulier onderhoud en het in stand houden van de openbare verlichting van de gemeenten

 

Openbaar belang

 

Het uitvoeren en  in stand houden van de openbare verlichting, en aansturing/begeleiding van de onderhoudsaannemer.

 

Financieel belang

 

Voor de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

De gemeentelijke bijdrage bestaat uit een bedrag dat wordt berekend op basis van het aantal lichtobjecten, dat zich op het grondgebied van de gemeente bevindt.

 

Bestuurlijk belang

 

 

Vertegenwoordiging in het algemeen bestuur en dagelijks bestuur door wethouder C. Koppenol.

 

Deelnemende partijen

 

 

Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam, Molenwaard, Papendrecht, Krimpenerwaard, Vianen en Zederik

 

Kerncijfers

Jaarresultaat 2016

€ 52.761

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 166.000

€ 140.000

Vreemd vermogen

€ 86.000

€ 60.000

Begrotingsresultaat 2018

€ 0

 

 

 

Relatie met programma

 

 

2. Verkeer, vervoer en waterstaat

Achtergrondinformatie

-

 

Kleur stoplicht

 

Groen

 

Website

 

www.bureau-ovl.nl

 

 

 

7.

 

Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerking Dordrecht en omstreken (Gevudo)

 

Vestigingsplaats

 

Dordrecht

 

Rechtsvorm

 

Gemeenschappelijke regeling

 

Doel

 

Gevudo bezit 529 aandelen van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland te Alkmaar (HVC) en behartigt en coördineert de belangen van de deelnemende gemeenten richting HVC.

 

Openbaar belang

 

 

Afvalinzameling, - verwerking en straatreiniging.

 

Financieel belang

 

Gevudo is aandeelhouder in de HVC met 529 aandelen op een totaal van 2.914 (18,15%).  Gevudo heeft met ingang van 2015 haar gemeenschappelijke regeling aangepast, zij is nu een 'houdstermaatschappij': zij voert geen operationele taken meer uit.

 

Bestuurlijk belang

 

 

Gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder C. Koppenol.

 

Deelnemende partijen

 

 

Alblasserdam, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam, Molenwaard, Papendrecht, Sliedrecht, Zederik en Zwijndrecht.

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2016

€ 0

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 30.000

€ 62.000

Vreemd vermogen

€ 529.000

€ 503.000

Begrotingsresultaat 2018

€ 0

 

 

 

Relatie met programma

 

0. Bestuur en ondersteuning

7. Volksgezondheid en milieu

 

Achtergrondinformatie

 

-

 

Kleur stoplicht

 

Groen

 

Website

N.v.t.

 

 

 

8.

 

Eneco Groep

 

Vestigingsplaats

 

Rotterdam

 

Rechtsvorm

 

Naamloze Vennootschap

 

Doel

 

Doel is het op een betrouwbare, veilige en maatschappelijk verantwoorde wijze produceren en leveren van energie, warmte/ koude en gassen en daaraan gerelateerde producten aan particuliere en zakelijke klanten en samenwerking en deelneming in andere rechtspersonen.

 

Openbaar belang

 

Energievoorziening

 

Financieel belang

 

 

De gemeente is voor 0,68% aandeelhouder. Voor het dividend wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 

Bestuurlijk belang

 

 

De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder A.J. van Eekelen vertegenwoordigd.

 

Deelnemende partijen

 

http://www.eneco.com/nl/organisatie/aandeelhouders/

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2016

€ 87.000.000

 

 

01-02-2017

 

Eigen vermogen

€ 3.118.000.000

 

Vreemd vermogen

€ 473.000.000

 

 

 

Relatie met programma

 

0. Bestuur en ondersteuning

 

Achtergrondinformatie

 

Per 1 februari 2017 is Eneco Groep gesplitst in een energiebedrijf Eneco Groep en een netwerkbedrijf Stedin Groep. De aandeelhouderscommissie (AHC) is bezig te onderzoeken of de gemeenten het aandelenbelang willen houden of af willen stoten.

 

Kleur stoplicht

 

 

Groen

Website

www.eneco.com/nl

 

 

 

9.

 

Stedin Groep

 

Vestigingsplaats

 

Rotterdam

 

Rechtsvorm

 

 

Naamloze Vennootschap

Doel

 

Stedin Groep zorgt voor een energienet in met name de Randstad aan particuliere en zakelijke klanten.

 

Openbaar belang

 

 

Energievoorziening

Financieel belang

 

De gemeente is voor 0,68% aandeelhouder. Voor het dividend wordt verwezen naar het overzicht in de inleiding: Bijdragen gemeenschappelijke regelingen.

 

Bestuurlijk belang

 

De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder A.J. van Eekelen vertegenwoordigd.

 

Deelnemende partijen

 

https://www.stedin.net/over-stedin/over-stedin-groep/aandeelhouders

Kerncijfers

Jaarresultaat 2016

€ 105.000.000

 

 

1-2-2017

 

Eigen vermogen

€ 2.455.000.000

 

Vreemd vermogen

€ 3.118.000.000

 

 

 

Relatie met programma

 

 

0. Bestuur en ondersteuning

 

Achtergrondinformatie

Per 1 februari 2017 is Eneco Groep gesplitst in een energiebedrijf (Eneco Groep) en een netwerkbedrijf (Stedin Groep).

In de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) is aangegeven dat gemeenten hun aandeel niet mogen vervreemden.

Kleur stoplicht

Groen

 

Website

https://www.stedin.net/

 

 

 

10.

 

Bank Nederlandse Gemeenten NV

 

Vestigingsplaats

 

 

Den Haag

Rechtsvorm

Naamloze Vennootschap

 

Doelstelling

Kredietverlening aan de publieke sector

 

Openbaar belang

 

 

De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

 

Financieel belang

 

 

De gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 6.318 aandelen. Het totaal aantal geplaatste aandelen bedraagt 55.690.720 aandelen.

 

Bestuurlijk belang

 

 

De gemeente wordt in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AVA) vertegenwoordigd door wethouder A.J. van Eekelen.

 

Deelnemende partijen

 

 

De BNG bank is een structuurvennootschap. Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.

 

Kerncijfers

 

Jaarresultaat 2016

€ 369.000.000

 

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 4.486.000.000

€ 4.163.000.000

Vreemd vermogen

€ 149.514.000.000

€ 145.348.000.000

 

 

Relatie met programma

 

 

0. Bestuur en ondersteuning

 

Achtergrondinformatie

 

De bank werd eind 2015 door DNB aangemerkt als nationaal systeemrelevante bank. Daardoor dient de bank als aanvulling op het minimaal vereiste kapitaal een systeemrelevantiebuffer aan te houden van 1% van de naar risico gewogen activa. Deze extra buffer wordt gefaseerd ingevoerd over de komende 4 jaar. De bank voldoet nu al ruimschoots aan de hogere eis. De lastendruk als gevolg van Europees toezicht blijft toenemen.

 

Kleur stoplicht

Groen

 

Website

 

 

www.bng.nl

 

 

 

11.

 

Oasen NV

 

Vestigingsplaats

 

 

Gouda

Rechtsvorm

 

Naamloze Vennootschap

 

Doel

Leveren van helder en betrouwbaar drinkwater

 

Openbaar belang

 

Drinkwatervoorziening

 

Financieel belang

 

 

De gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 29 van de 748 aandelen (3,9%). De aandelen hebben een nominale waarde van € 455 per aandeel. Er zijn 748 aandelen geplaatst bij de gemeenten in het verzorgingsgebied van Oasen NV. Dit komt ongeveer neer op ongeveer 1 aandeel per 1.000 inwoners. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) bestaat uit vertegenwoordigers van aandeelhoudende gemeenten.

 

 

Bestuurlijk belang

 

De gemeente wordt vertegenwoordigd in de aandeelhoudersvergadering door wethouder M.C. Hoogland. 

 

Deelnemende partijen

 

 

http://www.oasen.nl/over-oasen/Paginas/aandeelhouders-artikel.aspx

 

Kerncijfers

Jaarresultaat 2016

€ 3.043.000

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 97.085.000

€ 94.042.000

Vreemd vermogen

€ 152.765.000

€ 143.661.000

 

 

Relatie met programma

 

 

0. Bestuur en ondersteuning

 

Achtergrondinformatie

 

-

Kleur stoplicht

Groen

 

Website

 

www.oasen.nl

 

 

 

12.

 

Regionale Ontwikkelmaatschappij Drechtsteden

 

Vestigingsplaats

 

Dordrecht

 

Rechtsvorm

 

 

Binnen de ROM-D groep participeert gemeente Papendrecht direct in de:

-          naamloze vennootschap ROM-D holding (ROM-D Holding NV);

-          commanditaire vennootschap ROM-D Dordtse Kil III (ROM-D Dordtse Kill III CV).

 

Doel

 

Versterken en uitbouwen regionale economie.

 

Openbaar belang

 

Economisch belang: Versterken en uitbouwen van de regionale economie door: uitgifte van kavels, ontwikkeling van bedrijventerreinen, revitalisering van bestaande bedrijventerreinen en promotie van de regio Drechtsteden.

 

Financieel belang

 

De gemeente heeft een kapitaalinbreng in

- ROM-D Holding van € 150.000. 

- ROM-D Dordtse Kil III € 194.000.

Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal: € 344.000. Deze inbreng bestaat uit aandelen in ROM-D Holding, respectievelijk deelname in het commanditair kapitaal van ROM-D Dordtse Kil III. De gemeente Papendrecht heeft binnen de ROM-D Holding NV een aandeel van 3% en in de ROM-D Dordtse Kil III een aandeel van 2%.

 

Bestuurlijk belang

 

 

De gemeente wordt in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) door wethouder A.J. van Eekelen vertegenwoordigd.

 

Deelnemende partijen

 

Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht, de Provincie Zuid-Holland, de BNG en Rotterdam.

 

Kerncijfers

 

ROM-D NV

Jaarresultaat 2016

€ 390.408

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

4.153.930

€ 3.763.522

Vreemd vermogen

2.154.007

€ 4.552.407

 

ROM-D CV

Jaarresultaat 2015

€ 2.121.731

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

€ 8.959.673

€ 6.837.942

Vreemd vermogen

€ 12.874.059

€ 12.386.113

 

 

Relatie met programma

 

 

0. Bestuur en ondersteuning

3. Economie

8. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing

 

Achtergrondinformatie

 

In 2017 zijn de statuten gewijzigd. Onderdeel van de staturenwijziging betreft een aanpassing van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden waardoor de huidige volmacht procedure verdwijnt en elke gemeente zich afzonderlijk laat vertegenwoordigen op de AVA's van de ROM-D.

Besluitvorming over de inbreng van projecten en aanwending van middelen wordt overgelaten aan de ROM-D Capital Beheer B.V. waarbij de finale besluitvorming steeds door de AVA van de ROM-D binnen de kaders van het acquisitie-jaarplan plaatsvindt.

 

Kleur stoplicht

 

Groen

 

Website

 

www.rom-d.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13.

 

Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer BV

 

Vestigingsplaats

 

Papendrecht

 

Rechtsvorm

 

Besloten vennootschap

 

Doel

 

 

Deelnemen in een besloten vennootschap die participeert als beherend vennootschap in een commanditaire vennootschap ter exploitatie van een fabriek gelegen op het terrein Slobbengors.

 

Openbaar belang

 

Borging werkgelegenheid.

 

Financieel belang

 

Gemeente Papendrecht is aandeelhouder van 100% van de aandelen. Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van in totaal € 18.000.

 

Bestuurlijk belang

 

De gemeente wordt vertegenwoordigd door wethouder A.J. van Eekelen.

 

Deelnemende partijen

Papendrecht

 

Kerncijfers

Jaarresultaat 2015

-/- € 4.000

 

 

31-12-2015

31-12-2014

Eigen vermogen

€ 18.000

€ 18.000

Vreemd vermogen

€ 12.000

€ 12.000

 

 

Relatie met programma

 

 

0. Bestuur en ondersteuning

 

Achtergrondinformatie

 

-

Kleur stoplicht

 

Groen

 

Website

 

-

 

 

14.

 

Recreatie en Cultuur holding BV

 

Vestigingsplaats

 

Papendrecht

 

Rechtsvorm

 

Besloten vennootschap

 

Doel

 

Deelnemen in een besloten vennootschap die de exploitatie van de Theater De Willem en de binnensportaccommodaties verzorgt

 

Openbaar belang

 

 

Borging voorzieningen op het gebied van sport en cultuur.

 

Financieel belang

 

Gemeente Papendrecht is per 1 januari 2018 aandeelhouder van 100% van de aandelen. Het financiële risico omvat de kapitaalinbreng van € 450.000.

 

Bestuurlijk belang

 

De gemeente wordt vertegenwoordigd door wethouder A.J. van Eekelen.

 

Deelnemende partijen

Papendrecht

 

Kerncijfers

Jaarresultaat 2016

n.v.t

 

 

31-12-2016

31-12-2015

Eigen vermogen

n.v.t

n.v.t

Vreemd vermogen

n.v.t

n.v.t

 

 

Relatie met programma

 

5. Sport, cultuur en recreatie

 

Achtergrondinformatie

 

Het betreft hier een deelneming die actief is per 1 januari 2018 en waarin primair de taken van de gemeentelijke teams Theater en binnensport  in worden ondergebracht.

 

Kleur stoplicht

Groen

 

Website

 

-

 

Opmerking: De begrotingsgegevens van de betreffende verbonden partijen zijn in de tabel opgenomen, voor zover bekend op het moment van opstellen van deze begroting.

 

7. Bedrijfsvoering

7. Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - 7. Bedrijfsvoering

Doorontwikkeling Organisatie

Vorig jaar is breed begonnen met alle ontwikkellijnen met aandacht voor:

  • Externe ontwikkelingen
  • Kwaliteit
  • Gedeelde verantwoordelijkheid
  • Rolverantwoordelijkheid
  • Lerende organisatie
  • Goed werkgeverschap

     

    In 2018 zal vooral op de ontwikkellijn lerende organisatie veel activiteit worden ontplooid. Het gaat dan om datagestuurd werken, duurzame inzetbaarheid, leren evalueren van projecten, gebruik van social media, het meer lean maken van processen en andere activiteiten die vooral ook gericht zijn op verandering van houding, gedrag en gebruik van hulpmiddelen (social media en data). We merken dat het nodig is om medewerkers blijvend te inspireren en actief te informeren over voor ons van belang zijnde ontwikkelingen. Om dat goed te ondersteunen zullen ook externe sprekers worden geïnviteerd. We proberen dat ook zoveel mogelijk te koppelen aan inhoudelijke ontwikkelingen.

     

    Flexibiliteit

    De wereld verandert. Ook wij als overheid veranderen door steeds meer producten en diensten digitaal toegankelijk te maken. De doelstellingen van de rijksoverheid zijn gericht op het digitaal afhandelen van alle zaken. Doordat we steeds meer samenwerken krijgen steeds meer samenwerkingspartners toegang tot digitale persoonlijke gegevens van burgers. We realiseren ons dat door de toename van de uitwisseling van persoonlijke gegevens informatieveiligheid en privacy steeds belangrijker worden. Er wordt steeds meer tijd- en plaatsonafhankelijk gewerkt. Onze organisatie heeft hiervoor veel mobile devices beschikbaar. Hierdoor zijn grotere risico's ontstaan ten aanzien van bescherming van mogelijk gevoelige gegevens tegen verlies of diefstal. De trend naar flexibeler werken vraagt om steeds betere beveiliging van gegevens. Denk aan veilig e-mailen en vertrouwelijke bestanden delen met externe partijen en het daarmee toenemend risico op datalekken.

     

    Bij flexibiliteit gaat het ook om het bevorderen van een passend evenwicht van de capaciteitsinzet van eigen medewerkers en externe inhuur. Vanuit de nieuwe Cao ligt de opdracht om de flexibele inzet van de eigen medewerkers te stimuleren. Dit kan ook door gebruik te maken van de samenwerking in de Drechtsteden.  Ook zal steeds vaker bij de verdeling van werkzaamheden gekeken worden naar capaciteiten en competenties van medewerkers en steeds minder de 'vaste' functie het uitgangspunt zijn.  

     

    Personeel

    De samenleving is in beweging, er komt veel af op de gemeenten. De wijze van samenwerken, de uitvoering van de Omgevingswet, de dienstverlening en de ontwikkeling van de openbare ruimte zijn onderwerpen die de agenda voor de komende jaren mede gaan bepalen. Van burgers wordt gevraagd actief mee te denken en te doen. Dit vraagt van de gemeentelijke organisaties een externe oriëntatie.  

    Medewerkers zullen steeds meer de samenwerking moeten zoeken in de regio maar ook met burgers, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Daarnaast verlangen burgers ook kwaliteit van beleid en dienstverlening. Dit alles vraagt van medewerkers een andere inzetbaarheid, andere competenties, een andere manier van werken. Voor dit werken in een interactieve omgeving, zowel richting burgers als binnen de samenwerkingsverbanden, is een gemotiveerd, deskundig en flexibel ambtelijk apparaat nodig. Vakkennis blijft vereist maar het effectief inspelen op wat leeft in de samenleving en het effectief kunnen overbrengen op welke wijze daaraan uitvoering wordt gegeven, wordt steeds belangrijker.

    Als werkgever willen we een spiegel zijn van wat van een participatiemaatschappij wordt verwacht. Dit betekent dat ook in het HRM-beleid flexibiliteit, verantwoordelijkheid, ruimte maar ook respect en integer handelen belangrijke waarden zijn. Dit moet leiden tot zelfstandige, goed gekwalificeerde en tevreden medewerkers die flexibel en duurzaam inzetbaar zijn. 

     

    Duurzame inzetbaarheid

    Met duurzame inzetbaarheid wordt beoogd dat medewerkers voldoende in staat zijn hun werkzaamheden  af te stemmen en aan te passen op de ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie. Daarnaast en in lijn daarmee zal er ruimte moeten zijn voor het tegemoetkomen aan wensen op het gebied van (loopbaan)ontwikkeling en moet er sprake zijn van een goede balans tussen werk, privé en zorg. Het is aan de medewerker zelf om de regie te nemen met een faciliterende rol voor de werkgever.

    De verhoging van de AOW-leeftijd betekent dat medewerkers langer zullen doorwerken. Ook daar ligt een opgave om voor die medewerkers het langer doorwerken op een goede en gezonde wijze mogelijk te maken.

     

    Duurzame inzetbaarheid vraagt ook aandacht voor de werkomstandigheden, zeker waar zichtbaar is dat het ziekteverzuim stijgt.

     

    Huisvesting

    In 2017 is de onze huisvesting in het centrum van Papendrecht weer in gebruik. Naast de verbetering van de werkomstandigheden, betekent dit dat we volgens een nieuw concept van flexwerken het gebouw gebruiken. Het gebouw biedt veel meer mogelijkheden om flexibeler gebruik te maken van de ruimten. Dit heeft voordelen op het vlak van samenwerken met derden, maar ook rondom thema's of projectopdrachten kan gemakkelijker met elkaar worden gewerkt.

    In het verlengde hiervan wordt ook gekeken naar de huisvesting van de gemeentewerf. De gemeentewerf is de huisvesting van een belangrijk deel van het gemeentelijk personeel. Deze functie staat onder druk door de gebrekkige staat van de gebouwen die aan het einde van hun levensduur zijn.

    Het college stelt voor om gemeentewerf te vernieuwen en dit als start te zien voor een bredere herontwikkeling van het gebied aan de Willem Dreeslaan.

     

    Arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen

    Al een paar jaar is er op sectoraal niveau sprake van een modernisering van arbeidsvoorwaarden. Landelijk is dit vastgelegd in de werkgeversvisie 'Naar een CAO van de toekomst'. Dit heeft onder andere geleid tot de invoering van het Individueel keuzebudget en een vereenvoudiging van het beloningshoofdstuk in de landelijke CAO. Komende periode start ook een pilot 'Bewust belonen'.   Naast nieuwe arbeidsvoorwaarden zullen ook arbeidsverhoudingen aangepast gaan worden. Per 1 januari 2020 treedt de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking. Vanaf die datum vallen alle arbeidsrelaties bij de overheid onder het private arbeidsrecht. De gevolgen van die wet zullen eerst op landelijk niveau verder worden uitgewerkt maar werken uiteindelijk door tot de individuele arbeidsverhoudingen met medewerker.

     

    Arbeidsmarkt

    Sprake is van een sterk vergrijzende personeelsopbouw, landelijk maar ook binnen de Drechtsteden en Papendrecht. Dit uit zich ook in lange dienstverbanden en veel medewerkers die al in hun eindschaal zitten. Er is weinig uitstroom en, versterkt door bezuinigingen, is daarmee ook de instroom laag. Gezocht gaat worden naar arrangementen, om met name de instroom van jongeren mogelijk te maken. Recent is gestart met een regionaal traineeprogramma dat tot 2019 doorloopt. De gemeentelijke organisatie zal voor die jongeren een boeiende en uitdagende werkomgeving moeten zijn. 

     

    Werkgevers hebben in het Sociaal Akkoord afgesproken om in 2025 125.000 banen te realiseren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op regioniveau wordt hieraan uitvoering gegeven. Papendrecht heeft ook een eigen ambitie uitgesproken en daarvoor budget beschikbaar. Aan die ambitie wordt in 2018 verdere invulling gegeven.

     

    Planning en control

    In de BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) zijn wijzigingen doorgevoerd om de transparantie en vergelijkbaarheid van gemeenten te vergroten. De Begroting 2018 van de gemeente Papendrecht  is dan ook ingericht op de nieuwe landelijke programma's en taakvelden. Dit geldt ook voor het basisset van beleidsindicatoren. De doorontwikkeling van de beleidsindicatoren is o.a. samen met de raad opgepakt. De begrotingsapp wordt naast voor de presentatie van Begroting en Jaarstukken steeds ingezet als (intern) proceshulpmiddel. Verder wordt onderzocht of de sturing naar aanleiding van de concernrapportages verbeterd kan worden, aandachtpunten hierbij zijn o.a. frequentie en moment van bestuurlijke behandeling.

     

    Informatieveiligheid

    In 2018 moeten we voldoen aan de ENSIA richtlijnen voor zelfevaluatie. Alle gemeentelijke diensten en producten worden tegen het licht gehouden ten aanzien van de maatregelen die zijn genomen om veilig met informatie te werken. Dat betreft ook gebouwvoorzieningen. Een extra complexiteit hierbij is dat veel van onze diensten regionaal zijn georganiseerd op ICT-gebied. Ook kennen wij een regionale Ciso. Dat ontslaat ons echter niet van onze verantwoordelijkheid op het gebied van informatieveiligheid. Op basis van de ingevulde ENSIA vragenlijst in 2017 is een verbeterplan in de maak waar in 2018 aan wordt gewerkt. Onderdeel hiervan is de keuze waar wij expliciet afwijken van de richtlijnen en bewust een risico lopen (dat wij als zodanig ook hebben gedefinieerd).

    Wij kennen een Meldplicht Datalekken. Hierin is melding van een datalek bij het JKC voorgeschreven. 
    Ook de bewustwordingscampagne krijgt in 2018 en vervolg. Eerder is bij het onderdeel flexibiliteit al aangegeven dat onze risico's door het gebruik van mobile devices is vergroot.

    In 2018 wordt ook uitvoering gegeven aan het structureel inbedden van de taak informatieveiligheid in de organisatie.

     

    Juridische kwaliteitszorg

    Algemeen

    2018 zal in het teken staan van de verdere digitalisering van de dienstverlening (o.a. digitale bekendmaking van besluitvorming) en het verder ontwikkelen van datagestuurd werken. Dit zal moeten geschieden binnen de kaders van informatieveiligheid, privacybescherming en integriteitscodes, waar het taakveld zich op zal richten. In dit kader brengt de implementatie van de Algemene verordening gegevensbescherming die per 25 mei 2018 van toepassing is, veel werk met zich mee. Dit wordt voor een groot deel regionaal aangepakt (waaronder de aanstelling van de functionaris gegevensbescherming) en zal impact hebben op vele processen in de hele organisatie.

    Verder zal het taakveld zich richten op het vraagstuk van de schaarse vergunningen en deregulering, hetgeen gewijzigde regelgeving zal vereisen.

    Daarnaast  zullen in 2018 de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden, hetgeen diverse juridische besluitvorming (intern en naar verbonden partijen) met zich meebrengt.

     

    Bezwaarschriften, klachten en Wob

    De afgelopen jaren is de inzet van mediationvaardigheden bij afhandeling van bezwaarschriften en klachten gemeengoed geworden, maar een uitbreiding heeft plaatsgevonden naar de behandeling van Wobverzoeken. Er is een grote stijging van Wobverzoeken geconstateerd, waarop vergrote inzet van het taakveld benodigd is. Daarbij is nog altijd een verdergaande juridisering van de Wob verzoeken te zien, waarbij het vermoeden van misbruik van recht aanwezig is (met het doel een financieel voordeel te halen). Hoewel de Wob is losgekoppeld van de Wet dwangsom, blijft het aantal gevallen van misbruik van recht stijgen, waarbij een verschuiving te zien is van het innen van een dwangsom, naar het innen van proceskostenvergoeding.

     

    Deregulering

    Daar waar mogelijk wordt kritisch gekeken naar nut en noodzaak van regelingen, regels, besluiten en dergelijke. Dat kan door telkens de vraag te stellen of regels door een wet verplicht worden gesteld of de vraag te stellen welk doel wordt gediend met het maken van nieuwe regels, besluiten en/of verordeningen. Als de noodzaak of toegevoegde waarde van regels onduidelijk is, worden deze niet gemaakt. Op deze wijze kan relatief veel tijd worden bespaard en mogelijk ergernis worden weggenomen. Dit is zowel in de organisatie van belang als daarbuiten.