1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Terug naar navigatie - 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersingIn deze paragraaf wordt beschreven hoe wij omgaan met risico's en hoe groot deze moet zijn om deze kunnen vangen. Weerstandsvermogen geeft aan of het vermogen van de gemeente Papendrecht toereikend is om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat het beleid moet worden aangepast.
Het weerstandsvermogen bestaat uit een incidenteel en een structureel deel. Het incidentele deel is vermogen om onverwachte incidentele tegenvallers op te vangen, het structurele deel om onverwachte tegenvallers structureel.
Het weerstandsvermogen wordt berekend door gecalculeerde risico's in mindering te brengen op de vrij besteedbare middelen en/of reserves en het begrotingsresultaat van het lopende jaar. Het weerstandsvermogen op termijn wordt berekend door gecalculeerde risico's in mindering te brengen op de vrij besteedbare middelen en/of reserves en het begrotingsresultaat op termijn. Het weerstandsvermogen geeft het volgende beeld:
Structureel weerstandsvermogen
Het structureel weerstandsvermogen is bestemd voor tegenvallers als gevolg van autonome ontwikkelingen en calamiteiten waarvoor geen budget aanwezig is. Het is toegestaan om gedurende een aantal jaren een bestemmingsreserve in te zetten. Structurele tegenvallers dienen uiteindelijk structureel uit het begrotingsresultaat te worden gefinancierd. Het structureel weerstandsvermogen van de gemeente Papendrecht is:
Toelichting:
-
Budget onvoorziene uitgaven
Voor onvoorziene uitgaven is jaarlijks € 100.000 beschikbaar.
-
Onbenutte belastingcapaciteit
Gemeenten mogen gezamenlijk de opbrengsten van de onroerende zaakbelasting (OZB) in 2018 met maximaal 3,1% verhogen. Deze macronorm is ingesteld om grote lokale lastenstijgingen te voorkomen. In de Programmabegroting 2018 van Papendrecht is de totale OZB-omvang aangepast met 1,6% inflatie. De onbenutte belastingcapaciteit (het gat tussen de 1,6% en 3,1%) is structureel € 86.000. Om de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB op termijn te bepalen is gebruik gemaakt van de berekeningswijze OZB-tarief van het rijk voor toelating tot artikel 12. Daarmee wordt de maximale verhoging berekend, voordat de artikel 12 status van toepassing kan worden. Op termijn is sprake van een onbenutte belastingcapaciteit van € 2.000.000. Overige belastingen zijn in principe 100% kostendekkend.
-
Rente-effect aanwending van alle reserves
De gemeente Papendrecht heeft ultimo 2021 voor € 36,2 miljoen aan reserves. Het aanwenden van reserves heeft een ongunstig effect op het renteresultaat. Bij aanwending neemt de financieringsbehoefte toe en stijgen de rentelasten, dit kan leiden tot een nadeel van € 0,5 miljoen.
Incidenteel weerstandsvermogen
De stand van de reserves per 1-1-2018 is € 31,8 miljoen. Hiervan is € 26,5 miljoen vrij besteedbaar. Dit betreft de algemene risico reserve, de vrije reserve, de algemene reserve frictie personeel, de algemene bedrijfsreserve en specifieke risico reserves. Het risico wordt gecalculeerd op € 12,5 miljoen. Het incidenteel weerstandsvermogen komt uit op € 13,9 miljoen (voor de berekening zie tabel).
Toelichting van de risico's
Risico’s grondexploitatie
De risico’s van de grondexploitaties zijn bij de jaarrekening 2016 geactualiseerd. Voor de beheersing van het risico op de grondexploitaties wordt een reserve aangehouden ter grootte van het financiële risico.
Risico's Noordoevers transformatie zone
De Risicoreserve Noordoevers wordt in lijn met besluitvorming aangehouden op het maximum risico. Hiermee zijn de risico’s bij de grondexploitatie afgedekt.
Risico's erfpachtgronden
De fabriekslocatie van Fokker aan de industrieweg wordt door de gemeente in erfpacht uitgegeven. Om het risico op waardedaling op te vangen wordt een deel van de erfpachtcanon gereserveerd.
Risico's deelnemingen
De gemeente loopt bij de deelneming en verstrekte lening aan de Fabriek Slobbengors CV en bij de verstrekte lening aan Rivas een financieringsrisico. De risico-aandelen in de rentevergoeding worden ter afdekking van dit risico gestort in de risicoreserve deelnemingen.
Risico's frictie personeel
Dit betreft het risico op deze frictiekosten bij (re)organisaties als gevolg van lokale en regionale ontwikkelingen. De gemeente is aangaande ww-verplichtingen eigen risicodrager. Daarnaast brengt de begeleiding van medewerkers van werk naar werk ook kosten met zich mee.
Risico's verbonden partijen sociaal domein
Dit betreft het risico dat de gemeente loopt op het sociaal domein. Dit betreft met name de risico's op de verbonden partijen SDD, de Soj, DG&J en Drechtwerk. Verbonden partijen hebben, omdat de gemeenten dienen als achtervang, zelf beperkt weerstandvermogen. Gemeenten zullen voor het overige deel in het lokale weerstandsvermogen middelen moeten reserveren. Voor bepaling van het gemeentelijke risico is uitgegaan van de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing uit de Jaarstukken en/of de begroting 2018 van deze verbonden partijen, deze risico's zijn vermeld in onderstaand overzicht. Hierbij is uitgegaan dat de risico's na twee jaar binnen de normale bedrijfsvoering van de verbonden partijen opgevangen kunnen worden. Voor de uitvoering van de decentralisaties is het uitgangspunt dat de desbetreffende taken worden uitgevoerd voor het geld dat er vanuit het Rijk voor beschikbaar is.
Risico’s overige verbonden partijen
Dit betreft het risico dat de gemeente loopt op alle publieke verbonden partijen die niet zijn gelieerd aan het sociaal domein. Doordat gemeenten dienen als achtervang hebben verbonden partijen zelf beperkt weerstandvermogen. Gemeenten zullen voor het overige deel in het lokale weerstandsvermogen middelen moeten reserveren. Voor bepaling van het gemeentelijke risico’s is uitgegaan van de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing uit de jaarstukken en begroting van deze verbonden partijen. Deze risico's zijn vermeld in onderstaand overzicht. Hierbij is uitgegaan dat de risico's na twee jaar binnen de normale bedrijfsvoering van de verbonden partijen opgevangen kunnen worden.
Risico's afgegeven gemeentegaranties
De gemeente staat voor in totaal € 64,6 miljoen garant (peildatum 1-1-2018). Hiervan heeft € 54,5 miljoen betrekking op de achtervangpositie in het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (indirecte borgstelling). Gezien de zekerheidsstructuur van dat fonds is hieraan een relatief laag risico verbonden. De directe borgstellingen (exclusief de borgstelling voor de gemeenschappelijke regelingen) is € 10,1 miljoen. Ook hier zijn voldoende zekerheden gesteld, waardoor het risico beperkt is.
Risico's overig
Dit betreft onder andere negatieve bijstelling van het gemeentefonds, schadeclaims, hogere inflatie en wijziging in (fiscale)wetgeving.
Beoordeling weerstandscapaciteit
Voor de beoordeling van de weerstandscapaciteit gaat het om een beoordeling van de relatie tussen het beschikbare weerstandsvermogen en het, aan de risico's gerelateerde, benodigde weerstandsvermogen. Voor de hoogte en samenstelling van het weerstandsvermogen zijn geen landelijke normen en richtlijnen vastgesteld. De normen voor het weerstandsvermogen worden door de raad vastgesteld. Een gangbare norm is het hanteren van een beoogde weerstandsratio (= weerstandsvermogen gedeeld door risico’s) van tussen de 1 en 1,5. Met een weerstandsratio van 2 of hoger is het weerstandsvermogen goed tot uitstekend te noemen. Uitgangspunt is om voor risico's, waarvoor geen specifieke reserve is gevormd uit te gaan van een ratio van 1,5 met een ondergrens van 1,0. Voor risico's waar wel een specifieke reserve voor is gevormd is een ratio van 1,0 voldoende. De gemeentelijke weerstandsratio voor algemene risico's bedraagt 2,4. In onderstaande tabel is de berekening opgenomen.
Gewenste omvang Algemene risico reserve
De algemene risico reserve moet uitsluitend gezien worden als weerstandsvermogen. Uitgaande van de ratio van 1,5 en een algemeen risico van € 3,6 miljoen komt de gewenste omvang van de algemene reserve uit op € 5,4 miljoen.
De stand van de Algemene risico reserve bedraagt per 1-1-2018 € 7,2 miljoen en is (meer dan) toereikend om de risico's af te dekken. Het surplus wordt aan de vrije reserve toegevoegd bij de jaarrekening.
Conclusies
- Voor concrete risico’s zijn specifieke reserves benoemd en is de omvang inzichtelijk.
- Het incidentele weerstandsvermogen is om eenmalige tegenvallers te financieren. Met een omvang van € 26,5 miljoen per 1-1-2018 en in samenhang met de huidige risico’s van € 12,5 miljoen is het weerstandsvermogen toereikend.
-
Voor algemene risico´s bedraagt de weerstandsratio 4,8.
Financiële kengetallen
De kengetallen geven zicht op de financiële positie van de gemeente en bieden de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken. Daarmee dragen deze kengetallen bij aan de controlerende en kaderstellende taak van de gemeenteraad.
Netto schuldquote
Met de netto schuldquote worden de totale schulden afgezet tegen het totaal aan baten van de gemeente. In de VNG-uitgave "Houdbare Gemeentefinanciën" is aangegeven dat wanneer de schuld lager is dan de gemeentelijke jaaromzet (<100%) dit als voldoende kan worden beschouwd. Tussen de 100% en 130% is matig, meer dan 130% is onvoldoende.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Van alle leningen is € 21,7 miljoen doorgesluisd. De verstrekte leningen betreffen o.a. de leningen aan Rivas en Fokker. Hiervoor wordt een rentevergoeding ontvangen.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio laat zien welk deel van het bezit van de gemeente wordt bekostigd met eigen vermogen. In de VNG-uitgave "Houdbare Gemeentefinanciën" is aangegeven dat gemiddeld de solvabiliteitsratio zich begeeft tussen de 30% en 70%. Bij een solvabiliteitsratio tussen 20% en 30% is het matig en bij een percentage van <20% heeft een gemeente zijn bezit te zwaar belast met schuld.
Kengetal grondexploitatie
Met het aandeel grondexploitaties wordt aangeven hoe de boekwaarde van de in exploitatie genomen gronden zich verhoudt tot de totale baten van de gemeente. De norm is maximaal 25%, meer dan 35% is onvoldoende.
Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal structurele begrotingsruimte geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte is binnen de vastgestelde begroting is en geeft daarmee aan of de gemeente in staat is structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. De artikel 12 norm is 0,5%, de structurele ruimte is matig als deze tussen de 0,0% en 0,5% ligt.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit laat zien hoe de woonlasten zich verhouden ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. Meer dan 110% is matig, meer dan 130% onvoldoende.
Bevindingen
- De netto schuld quote is toegenomen vanwege investeringen en aangetrokken en ook weer doorverstrekte leningen. De netto schuld quote gecorrigeerd voor alle versterkte leningen is minder onvoldoende maar ook hoger dan de door de VNG geadviseerde norm.
- De solvabiliteitsratio blijft onvoldoende. Het eigen vermogen is absoluut gezien meer dan voldoende, maar door de vele activa en daarmee hoog balanstotaal, en financiering door vreemd vermogen is de solvabiliteitsratio laag. Dit is te verklaren gezien het hoge voorzieningenniveau binnen Papendrecht en de recente investeringen hierin. Verder heeft de gemeente veel economische activiteiten (parkeren, sportcentrum en theater) in eigen beheer. Het financieren hiervan met vreemd vermogen is niet ongebruikelijk.
- Het aandeel van de grondexploitatie neemt de komende jaren af. Met het beëindigen van de projecten zal dit op termijn verder dalen.
- De structurele exploitatieruimte laat een substantieel overschot zien. Tot en met 2016 is met bedragen gewerkt, vanaf 2017 nemen wij hiervoor het landelijke kengetal: een percentage.
- De belastingcapaciteit is in 2017 gedaald, wat veroorzaakt wordt door de daling van het tarief voor rioolheffing.